1.9.4 Bedrijf/rijden
23.01.2018
WAARSCHUWING!
–
Personen die aan of met de machine werken,
dienen daartoe opgeleid of geïnstrueerd te zijn.
De bediening en de werkzaamheden mogen
alleen door opgeleid personeel worden uitge-
voerd.
–
Voor alle werkzaamheden geldt: Werkzaam-
heden alleen uitvoeren als de ondergrond vast,
vlak en voldoende stabiel is.
–
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de eindbe-
grenzing van de arm of andere veiligheidsuit-
schakelingen wilt overbruggen.
–
Alleen met uiterste voorzichtigheid werk-
zaamheden uitvoeren rondom de cabine.
Verhoogd risico op botsingen. Houd met
alle onderdelen van de laadinstallatie en de
lading een veiligheidsafstand van minstens
1,5 m in acht tot de cabine. Bewegingen
van de uitrusting met uiterste voorzichtig-
heid uitvoeren.
–
Zorg ervoor dat er zich geen personen in de
gevarenzone bevinden.
–
Veilige afstand tot bovengrondse kabels aan-
houden.
–
Bedien de machine alleen vanaf de bestuur-
derszitplaats.
–
Bij het verwisselen van het uitrustingsstuk (bij-
voorbeeld grijper) moet de druk van het
hydraulisch systeem worden afgelaten.
–
Geen personen met de machine vervoeren.
–
Houd rekening met de omgevingsomstandig-
heden, bijvoorbeeld slecht zicht, windsnelheid,
enzovoort.
–
Gebruik de voor de machine geldende hijslast-
tabellen.
–
Let op de vermogensspecificaties.
–
Controleer of het draagvermogen van ophang-
punten voldoende is.
–
Let op signalen van de assistent.
–
Bij slecht zicht dient voor het terugzetten een
assistent te worden ingeschakeld, die de
nodige aanwijzingen geeft.
–
Vóór het berijden van opritten of hellingen
dienen de maximaal toelaatbare waarden van
SENNEBOGEN te worden geraadpleegd.
–
Bij lange ritten dient de giek in de rijrichting
geplaatst te worden.
818E-821E Overslagmachine
Veiligheid
Veiligheidsinstructies > Bedrijf/rijden
41