23.01.2018
3.15.3 Draaiverbindingen.................................................. 89
4
Inbedrijfstelling................................................................. 90
4.1 Algemene aanwijzingen.............................................. 90
4.2 Veiligheidsinstructies.................................................. 90
4.3 Reinigingswerkzaamheden......................................... 92
4.4 Beveiliging onderhoudsdeuren................................... 95
4.5 Eerste inbedrijfstelling................................................. 95
4.6 Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling................... 96
4.7 Keuringen vóór inbedrijfstelling................................. 100
4.7.1 Ruitenwisservloeistof - peil controleren................. 100
4.7.2 Ruitenwisservloeistof - peil controleren................. 100
4.7.3 Vulpeil centrale smeerinstallatie controleren......... 101
4.7.4 Vetvulling smering draaikransrondsel controleren. 102
4.7.5 Peil van de hydrauliekolie controleren................... 103
4.7.6 Brandstofsysteem controleren en ontwateren....... 103
4.7.7 Luchtfilter............................................................... 105
4.7.8 Motoroliepeil controleren....................................... 105
4.7.9 Koelmiddelpeil controleren en antivries bijvullen... 106
4.7.10 DEF (AdBlue)-niveau controleren en bijtanken... 106
4.7.11 Waterpeil warmwaterverwarmings controleren
(Elektromachine).................................................. 110
4.7.12 Bandenspanning controleren............................... 111
4.8 Machine automatisch smeren................................... 111
4.8.1 Algemene aanwijzingen......................................... 111
4.8.2 Algemeen............................................................... 111
4.8.3 Overzicht centrale smeerpunten............................ 113
4.8.4 Smeercyclus instellen............................................ 116
4.8.5 Storingsmelding op overdrukventiel....................... 119
4.9 Machine handmatig smeren..................................... 120
4.9.1 Algemene aanwijzingen......................................... 120
4.9.2 Algemeen............................................................... 120
4.9.3 Centrale smeerinstallaties handmatig bedienen.... 121
4.9.4 Centrale handmatige smeerbalk mobiele onder-
wagen.................................................................... 121
4.9.5 Decentrale handmatige smeerpunten mobiele
onderwagen........................................................... 122
4.9.6 Decentrale handmatige smeerpunten rupsonder-
wagen.................................................................... 124
4.10 Machine inschakelen.............................................. 125
4.10.1 Veiligheidsinstructies........................................... 125
4.10.2 Veiligheidsriem/EU............................................... 126
4.10.3 Veiligheidsriem/USA............................................ 127
4.10.4 Motor starten - dieselmotor.................................. 128
4.10.5 Motor starten - elektromotor................................ 130
4.10.6 Machine op bedrijfstemperatuur brengen............ 131
4.11 Extern starten.......................................................... 133
818E-821E Overslagmachine
Inhoudsopgave
11