Download Print deze pagina

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Onderhoudshandleiding
Aanvullende documentatie
Toestand bij aflevering:
Type:
Aandrijfmotor:
Uitrusting:
Onderwagen:
Machinenummer:
Versie 1.0
Inhoud
821E
CUMMINS QSB4.5 C140 CM2350
K11, KA6,3 ST4,2-ULM
MP21E
821.0.2421 nl

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor sennebogen 821.0.2421

  • Pagina 1 Inhoud Gebruiksaanwijzing Onderhoudshandleiding Aanvullende documentatie Toestand bij aflevering: Type: 821E Aandrijfmotor: CUMMINS QSB4.5 C140 CM2350 Uitrusting: K11, KA6,3 ST4,2-ULM Onderwagen: MP21E 821.0.2421 nl Machinenummer: Versie 1.0...
  • Pagina 7 SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Non mettere in funzione la macchina se il manuale è redatto in una lingua non comprensibile. In caso di necessità contattare il rivenditore SENNEBOGEN locale o SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Wanneer u de taal van de handleiding niet begrijpt, mag u de machine niet in bedrijf nemen.
  • Pagina 8 Vašeg regionalnog SENNEBOGEN distributera ili tvrtku SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Ja jūs nesaprotat instrukcijas valodu, jūs nedrīkstat uzsākt mašīnas ekspluatāciju. Ja nepieciešams, sazinieties ar savu reģionālo SENNEBOGEN servisa partneri vai uzņēmumu SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Jei nesuprantate kalbos, kuria pateikiama instrukcija, mašinos nenaudokite.
  • Pagina 9 Če ne razumete jezika navodil, stroja ne smete dati v obratovanje. Po potrebi se obrnite na svojega regionalnega trgovca z izdelki SENNEBOGEN ali na podjetje SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Pokud nerozumíte jazyku návodu, nesmíte stroj uvést do provozu. V případě...
  • Pagina 11 Gebruikershandleiding 818E-821E Overslagmachine 201702271024 Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen!
  • Pagina 12 SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH Hebbelstraße 30 94315 Straubing Telefoon: +49 9421 540-0 Telefax: +49 9421 43 882 E-mail: doku@sennebogen.de Internet: http://www.sennebogen.de Vertaling van de originele gebruikshandleiding 818E-821E_BA-EU_V3, 3, nl_NL © SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 13 SEN- NEBOGEN-partner worden uitgevoerd. In geval van schade behoudt SENNEBOGEN zich het recht voor te vragen naar een schriftelijk bewijs dat alle onderhoudswerkzaam- heden correct en volledig zijn uitgevoerd!
  • Pagina 14 Aanbevolen bewaarplaats: opbergvak achter de bestuurders- zitplaats. Bij verkoop, doorgeven of verhuren de handleiding altijd doorgeven! Neem onmiddellijk contact op met SENNEBOGEN als u iets in de handleiding niet goed begrijpt! Met behulp van uw suggesties kunnen wij de handleiding nog gebruikersvriendelijker maken.
  • Pagina 15 Aanvullende aanwijzingen WAARSCHUWING! Wordt gebruikt bij mogelijk gevaarlijke situaties. Indien dit gevaar niet wordt vermeden, kan zeer ernstig of zelfs dodelijk letsel het gevolg zijn. VOORZICHTIG! Wordt gebruikt bij mogelijk gevaarlijke situaties. Indien dit gevaar niet wordt vermeden, kan letsel of aanzienlijke materiële schade het gevolg zijn.
  • Pagina 16 Aanvullende aanwijzingen Als geschoold personeel wordt beschouwd diegene, die door de exploitant is belast met de uitvoering van bepaalde taken zoals installatie, onderhoud, instandhouding en verhelpen van storingen. Vakbekwame persoon Als vakman wordt beschouwd diegene, die op grond van zijn vakopleiding, vakkennis en ervaring met het product en door zijn kennis van de betreffende geldende normen de aan hem toevertrouwde werkzaamheden kan beoordelen en mogelijke...
  • Pagina 17 Hier vindt u basisinformatie over de machine, bijv. de hijslast. 4: INBEDRIJFSTELLING Hier worden aanwijzingen voor de dagelijkse inbedrijfstelling gegeven. 5: SENNEBOGEN Control System Hier vindt u informatie over het SENNEBOGEN Control System. 6: BEDIENING Hier vindt u gegevens over bedieningselementen en de gebruikstoepassingen.
  • Pagina 18 Technische documentatie: E-mail: doku@sennebogen.de Fax: +49 9421 540380 De adressen van de verkoop- en servicepartners van SENNEBOGEN kunt u op internet via onze homepage opvragen. Actualiteit bij het ter perse gaan De vooruitstrevende techniek en het hoge kwaliteitsniveau van onze machines zijn gewaarborgd door een voortdurende verdere ontwikkeling.
  • Pagina 19 1.6.4 Typeplaatje met CE..........21 1.6.5 Waarschuwings- en instructieplaatjes...... 21 1.7 Plichten van de exploitant........... 22 1.8 Hulp- en bedrijfsmiddelen........... 26 1.8.1 SENNEBOGEN CONTROL-systeem (SENCON)... 26 1.8.2 Oliën en smeermiddelen.......... 27 1.8.3 Dieselbrandstof............28 1.8.4 Motorolie..............29 1.8.5 Koelvloeistof............30 1.8.6 Brandstof (niet bij elektromotor).......
  • Pagina 20 Inhoudsopgave 2.2 Totaalaanzicht machine met rupsonderwagen... 61 2.3 Onderwagen - mobiele machine......... 62 2.3.1 4-punts afstempeling..........62 2.3.2 Afstempeling............63 2.4 Onderwagen - rupsmachine........63 2.5 Bovenwagen............... 64 2.5.1 Zijaanzicht met dieselmotor........64 2.5.2 DEF (AdBlue) / NOX-Reductiesysteem (US EPA Tier 4f / EU Stage IV)..........
  • Pagina 21 Inhoudsopgave 3.15.3 Draaiverbindingen..........89 Inbedrijfstelling..............90 4.1 Algemene aanwijzingen..........90 4.2 Veiligheidsinstructies..........90 4.3 Reinigingswerkzaamheden......... 92 4.4 Beveiliging onderhoudsdeuren........95 4.5 Eerste inbedrijfstelling..........95 4.6 Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling....96 4.7 Keuringen vóór inbedrijfstelling......... 100 4.7.1 Ruitenwisservloeistof - peil controleren....100 4.7.2 Ruitenwisservloeistof - peil controleren....
  • Pagina 22 137 4.13 Buitenbedrijfstelling..........138 4.14 Conservering en opslag.......... 139 4.15 Opnieuw in gebruik nemen........140 4.16 Afvalverwijdering............. 141 SENCON - SENNEBOGEN Control System....142 5.1 Algemene aanwijzingen..........142 5.2 Startpagina............... 143 5.3 Diagnose..............144 5.3.1 Algemene aanwijzingen......... 144 5.3.2 Dieselmotor............145 5.3.3 Elektromotor............
  • Pagina 23 Inhoudsopgave 6.6.1 Algemene aanwijzingen......... 201 6.6.2 Mobiele onderwagen met joystickbesturing... 201 6.6.3 Mobiele onderwagen met stuurwielbesturing..202 6.6.4 Rupsonderwagen........... 203 6.7 Joysticks en pedalen (mobiel)........204 6.7.1 Joystick links............204 6.7.2 Joystick rechts............204 6.7.3 Pedalen..............205 6.8 Joysticks en pedalen (mobiel met voorgeselecteerde rijrichting)..............
  • Pagina 24 Inhoudsopgave 6.16.1 Algemene aanwijzingen........227 6.16.2 Airconditioning inschakelen......... 229 6.17 Automatische airconditioning........229 6.17.1 Algemene aanwijzingen........229 6.17.2 Automatische airconditioning inschakelen... 231 6.17.3 Temperatuureenheid instellen......231 6.17.4 Ventilatieopening instellen........232 6.18 Automatische airconditioning (Maxcab 2)....232 6.18.1 Bedieningspaneel automatische airconditioning.. 233 6.19 Extra indicaties (speciale uitrusting).......
  • Pagina 25 Inhoudsopgave 6.25 Slepen..............294 Transport................. 297 7.1 Algemene aanwijzingen..........297 7.2 Green Hybrid-aanwijzingen........297 7.3 Veiligheidsinstructies..........298 7.4 818E mobiel - transportafmetingen en gewichten..299 7.4.1 818E Mobiele onderwagen MP21E....... 299 7.5 818E rups - transportafmetingen en gewichten..299 7.5.1 818E rupsonderwagen R25/240......299 7.6 821E mobiel - transportafmetingen en gewichten..
  • Pagina 26 Inhoudsopgave 10.5 Camerasysteem............322 10.6 Bedrijfsstoffenlijst............ 322 10.7 Opschriften materiaaloverslagmachine....322 10.8 Lastmomentbegrenzing (optie)....... 322 10.9 Magneetinstallatie (optie)........322 10.10 Display standverwarming (optie)......322 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 27 Veiligheid Bedoeld gebruik Veiligheid 1.1 Algemeen De machine is gebouwd volgens de huidige stand van de techniek. Desondanks kan bij gebruik gevaar ontstaan voor personen, machine en andere zaken, als de machine niet in overeenstemming met het gebruiksdoel wordt gebruikt; de machine door ondeskundig personeel wordt bediend of onderhouden;...
  • Pagina 28 De machine is geschikt om een aanhanger te trekken, maar u moet wel op het totale gewicht van de combinatie letten en, indien nodig, de klanten- service van SENNEBOGEN om advies vragen. Lasthaak: Bij werkzaamheden met een lasthaak is de machine conform DIN EN 474-5 een graafmachine in hijswerktuigtoestand.
  • Pagina 29 Veiligheid Verkeerd gebruik Werkplek De werkplek van de machinist is in de cabine van de machine. Doelgroep De machine is ontwikkeld voor veeleisende werkzaamheden. Personen die aan of met de machine werken, dienen daartoe opgeleid of geïnstrueerd te zijn. Inbedrijfstelling, onderhoud, trans- port en montage/demontage mogen alleen door opgeleid vakper- soneel worden uitgevoerd.
  • Pagina 30 1.5 Restrisico’s De veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding zijn bedoeld als lei- draad voor gekwalificeerde kraanbestuurders om op een veilige manier met de machine te werken. SENNEBOGEN kan echter niet met alle situaties rekening houden die in de praktijk een risico vormen.
  • Pagina 31 Veiligheid Machinelabels > Waarschuwings- en instructieplaatjes 1.6.2 Typeplaatje VS Machinetype Machinenummer (fabrieksnummer) 1.6.3 Typeplaatje zonder CE Machinetype Machinenummer (fabrieksnummer) Vermogensspecificatie van de motor (in kW) Bouwjaar 5* Werkelijk - toegestaan totaalgewicht van de machine 6* Werkelijk - toegestaan gewicht op de vooras 7* Werkelijk - toegestaan gewicht op de achteras * De gegevens voor nr.
  • Pagina 32 Als deskundig geldt in dit verband iemand die op basis van zijn beroepsopleiding en door speciale instructies van de firma SENNEBOGEN een grondige kennis van deze machine en de daarvoor geldende voorschriften en richtlijnen heeft verworven en de veilige werking en toestand van de machine kan beoordelen.
  • Pagina 33 Originele onderdelen en toebehoren van SENNEBOGEN dienen voor de veiligheid van het personeel. Onderdelen en uitrustingen van andere fabrikanten zijn niet door SENNEBOGEN getest en zijn daarom ook niet toegestaan. Het gebruik van andere constructie- onderdelen kan de eigenschappen van de machine veranderen en daardoor de veiligheid in gevaar brengen.
  • Pagina 34 Indien het gevaar bestaat dat zware voorwerpen omlaag kunnen vallen, mag de machine alleen worden gebruikt als de bestuurdersplaats met een beschermdak (FOPS) is beveiligd. Het beschermdak is als optie bij SENNEBOGEN verkrijgbaar. Speciale gevaren De exploitant van de machine moet controleren of er speciale gevaren aanwezig zijn bij het gebruik van de machine, bijv.
  • Pagina 35 Brandblusapparaat en verband- doos Op de machine zijn plaatsen voor brandblusapparaten en verband- trommels aanwezig. De ondernemer is verplicht de machine daarmee uit te rusten. Brandblusser en verbandtrommel eventueel bij SENNEBOGEN bestellen. 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 36 Veiligheid Hulp- en bedrijfsmiddelen > SENNEBOGEN CONTROL-systeem (SENCON) Garantiebepalingen De garantiebepalingen van SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH vindt u overzichtelijk terug in het garantieboek. 1.8 Hulp- en bedrijfsmiddelen 1.8.1 SENNEBOGEN CONTROL-systeem (SENCON) AANWIJZING! De actuele bedrijfstoestand van de machine wordt door sensoren bewaakt en aan SENCON doorge- geven.
  • Pagina 37 1.8.2 Oliën en smeermiddelen AANWIJZING! Gebruik alleen olie en smeermiddelen die door SENNEBOGEN zijn vrijgegeven. Deze zijn in de SMEERMIDDELENTABEL opgenomen. De omge- vingstemperatuur voor het gebruik van de machine mag tussen de –20 °C en 50 °C liggen.
  • Pagina 38 Aanbevolen voor hydraulisch systeem. U kunt meer informatie krijgen via de SENNE- BOGEN-servicepartner. 1.8.3 Dieselbrandstof De dieselbrandstof waarmee de machines door SENNEBOGEN af fabriek worden geleverd, voldoet aan EN 590 met een zwavelge- halte van <10 mg/kg. AANWIJZING! Voor motoren met emissiegrenswaarden volgens...
  • Pagina 39 Neem de aanwijzingen in de gebruikshandleiding van de motorfabrikant in acht. 1.8.4 Motorolie De motorolie waarmee de machine door SENNEBOGEN af fabriek worden geleverd, is bedoeld voor zwavelvrije dieselbrandstof met een zwavelgehalte van <15 mg/kg. AANWIJZING! Voor motoren met emissiegrenswaarden volgens...
  • Pagina 40 Veiligheid Hulp- en bedrijfsmiddelen > Koelvloeistof Neem de aanwijzingen in de gebruikshandleiding van de motorfabrikant in acht. VOORZICHTIG! Het gebruik van motorolie met een andere specifi- catie dan ACEA E9-08 of API CJ-4 leidt bij motoren met emissiegrenswaarden volgens US EPA Tier 4i/EU fase IIIb en US EPA Tier 4f/EU fase IV tot schade aan het nabehandelingssysteem voor uitlaatgassen.
  • Pagina 41 Let op de koelmiddelsticker in de omgeving van de koeler. Neem de gebruikshandleiding van de motorfabri- kant in acht of neem voor inbedrijfstelling contact op met de SENNEBOGEN-klantenservice wanneer de omgevingstemperatuur op de werklocatie onder -36 °C/-34 °F ligt. AANWIJZING! Als het koelmiddelsysteem slechts met kleine hoe- veelheden (maximaal 5 l/1,3 gal.) bijgevuld moet...
  • Pagina 42 Veiligheid Hulp- en bedrijfsmiddelen > Koelvloeistof Zorg dat het water aan de volgende eigenschappen voldoet: pH-waarde 7 - 8 Chloridegehalte max. 40 ppm Sulfaatgehalte max. 100 ppm Waterhardheid 3-12 °dH (graden Duitse hardheid) Ca + Mg max. 70 ppm AANWIJZING! De aanbevolen mengverhouding (zie opgave van de fabrikant) in acht nemen.
  • Pagina 43 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Algemeen VOORZICHTIG! Het juiste koelmiddelpeil moet eventueel meerdere keren worden gecontroleerd. Wanneer bij periodieke controle van het koelmid- delniveau de volgende omstandigheden worden vastgesteld, bijvoorbeeld: – binnendringen van smeerolie, – opvallende vertroebeling door roestdeeltjes of andere zevende deeltjes, dan moet de koelvloeistof, zoals hiervoor beschreven, worden ververst.
  • Pagina 44 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Algemeen GEVAAR! In de gevarenzone mogen zich geen personen bevinden! De machinist moet bij gevaar alle aan- wezige personen een waarschuwingsteken geven. Als personen ondanks waarschuwingen de geva- renzone niet verlaten, moeten de werkzaamheden worden gestopt. Om het risico van beknellingen door vaste onderdelen als con- structies, sloopobjecten, stellages of andere machines te ver- mijden, dient er een voldoende veilige afstand te worden aange- houden (minimaal 500 mm).
  • Pagina 45 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Algemeen Trillingen De kraanbestuurder is beschermd tegen mechanische trillingen door een op zijn gewicht instelbare trillingsgedempte stoel. De rug- leuning en de zithoogte van de stoel zijn verstelbaar. Voor iedere bestuurder kan de optimale werkpositie individueel ingesteld worden.
  • Pagina 46 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Algemeen Stabiliteit Machine uitsluitend op een stevige, vlakke ondergrond plaatsen. Indien nodig, ondergrond stabiliseren. Neem voorzichtigheid in acht bij randen van bouwputten, taluds, gewelven enzovoort. Afstempelingen eveneens op een stevige, vlakke ondergrond plaatsen. Met extra ballast: Bovenwagen alleen bij ondersteunde machine draaien! Windsnelheden in acht nemen! De machine is het minst stabiel wanneer de werkuitrusting...
  • Pagina 47 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Algemeen Nominale spanning (volt) Veilige afstand (meter) van 110 kV tot 220 kV 4,00 meer dan 220 kV t/m 380 kV 5,00 onbekend 5,00 Assistent inzetten voor het aanhouden van een veilige afstand. De op de machine aangebrachte isolerende elementen, beschermkooien of afstandswaarschuwingsinrichtingen ver- vangen niet de aangegeven minimumafstanden.
  • Pagina 48 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Persoonlijke veiligheidsuitrusting Vóór de hernieuwde inbedrijfstelling van de machine alle afzonder- lijke onderdelen op beschadigingen en goede werking controleren. 1.9.2 Persoonlijke veiligheidsuitrusting Het personeel moet gedurende de verschillende werkzaamheden aan en met de machine persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, die in de individuele secties van deze handleiding afzon- derlijk worden vermeld.
  • Pagina 49 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Persoonlijke veiligheidsuitrusting Veiligheidshandschoenen Veiligheidshandschoenen dienen ter bescherming van de handen tegen wrijving, schaafwonden, steekwonden of diepere verwon- dingen, alsmede voor contact met hete oppervlakken. veiligheidsschoenen Veiligheidsschoenen beschermen de voeten tegen kneuzingen, vallende onderdelen en uitglijden op gladde oppervlakken. Bevestigingsogen op de boven- wagen Op de bovenwagen zijn bevestigingsogen gemonteerd.
  • Pagina 50 Veiligheidskleding (bijvoorbeeld veiligheids- helm, veiligheidsbril) dragen, indien de arbeids- omstandigheden dit vereisen. Bij een werk- hoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. Bij een werkhoogte vanaf 3,00 m is het aanbrengen van een valbeveiliging wettelijk voorge- schreven.
  • Pagina 51 – Vóór het berijden van opritten of hellingen dienen de maximaal toelaatbare waarden van SENNEBOGEN te worden geraadpleegd. – Bij lange ritten dient de giek in de rijrichting geplaatst te worden. 23.01.2018...
  • Pagina 52 (bijvoorbeeld leiwiel) veroorzaken. Het is verboden om over verhoogde of verlaagde obsta- kels, zoals bijvoorbeeld drempels, rails, trottoir- banden etcetera te rijden! SENNEBOGEN is niet aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade! Er mag uitsluitend op vlakke, gladde, bij voorkeur verharde (betonplaten) wegen/straten worden gereden! Houd rekening met de bodembelasting.
  • Pagina 53 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem AANWIJZING! Gevaar voor brand door hete oppervlakken en hoge uitlaatgastemperaturen! Tijdens de regeneratie kan de temperatuur van de uitlaatgassen oplopen tot wel 850 °C en kan de temperatuur van oppervlakken van het uitlaatgas- systeem tot boven 740 °C stijgen. Dat is heet genoeg om veel gebruikte materialen te doen ont- vlammen of smelten, en voor personen om brand- wonden op te lopen.
  • Pagina 54 Bij een werkhoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. Bij een werkhoogte vanaf 3,00 m is het aanbrengen van een valbeveili- ging wettelijk voorgeschreven. De ophangogen zijn gemarkeerd.
  • Pagina 55 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Onderhoud 1.9.7 Buiten bedrijf (stellen) Vóór het verlaten van de cabine: Cabine helemaal neerlaten Machine op veilige ondergrond plaatsen. Indien nodig, weg- zetten van de rand van de bouwput Aangeslagen lasten laten zakken Uitrustingsstukken vastzetten Veiligheidshendel naar achteren trekken Motor uitschakelen Wielen/rijwerk blokkeren Cabine afsluiten en indien nodig met waarschuwingslampen...
  • Pagina 56 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Onderhoud AANWIJZING! Neem de aanwijzingen in de onderhoudsinstructies in acht. 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 57 Bij een werkhoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. Bij een werkhoogte vanaf 3,00 m is het aanbrengen van een valbeveili- ging wettelijk voorgeschreven. De ophangogen zijn gemarkeerd.
  • Pagina 58 Veiligheid Veiligheidsinstructies > Onderhoud – Bij luchtbanden: Bij het oppompen van de banden een voldoende veilige afstand bewaren en een bandenkooi gebruiken. – Cabine schoon en opgeruimd houden. – Onderbreek de stroomtoevoer met de hoofd- schakelaar van de accu of door de accupolen los te koppelen.
  • Pagina 59 – Persoonlijke veiligheidsuitrusting (bijvoorbeeld veiligheidshelm, veiligheidshandschoenen, vei- ligheidsschoenen) dragen. – Eventuele transportschade direct aan de klan- tenservice van SENNEBOGEN melden. 1.10 Veilig op- en afstappen 1.10.1 Algemeen Indien nodig, de opstaptreden en trappen vóór gebruik rei- nigen.
  • Pagina 60 Bij omhoog gebrachte cabine is het op- en afstappen naar de cabine/galerij verboden. Bij een werkhoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. Bij een werkhoogte vanaf 3,00 m is het aanbrengen van een valbeveiliging wettelijk voor- geschreven.
  • Pagina 61 Veiligheid Veilig op- en afstappen > Algemeen Onder bepaalde omstandigheden is het noodzake- lijk om de bovenwagen 90° te draaien ten opzichte van de onderwagen om veilig te kunnen op- en afstappen. Galerij/bordes voor personen GEVAAR! Valgevaar! De montage van de galerij/bordes voor personen (1) is onderdeel van het veiligheidsconcept.
  • Pagina 62 Bij een werkhoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. Bij een werkhoogte vanaf 3,00 m is het aan- brengen van een valbeveiliging wettelijk voorge- schreven. De ophangogen zijn gemarkeerd.
  • Pagina 63 Veiligheid Veiligheidsvoorzieningen In geval van nood kunt u via een ruit (2) uit- stappen. Sla in dat geval met de noodhamer (1) de ruit in. Beschermdak (FOPS): De nooduitgang via de voorruit kan door de optie beschermrooster (FOPS) worden geblokkeerd. In dat geval kan alleen de deur als nooduitgang worden gebruikt.
  • Pagina 64 Veiligheid Afvalverwijdering > Afvoeren van accu's 1.12 Afvalverwijdering 1.12.1 Afvoeren van smeermiddelen en bedrijfsmiddelen VOORZICHTIG! Milieubeschermende maatregelen treffen! Gebruikte stoffen en materialen zorgvuldig behan- delen en afvoeren, in het bijzonder – bij werkzaamheden aan koelsystemen – bij werkzaamheden aan smeersystemen en - inrichtingen –...
  • Pagina 65 Veiligheid Handsignalen 1.13 Handsignalen Met behulp van de onderstaande handsignalen kunnen bestuurder en assistent bij beperkt zicht binnen het rijtraject of de actieradius communiceren. De assistent geeft de signalen die nodig zijn om veilig te kunnen werken. VOORZICHTIG! – Neem de veiligheidsinstructies in acht voordat u met de werkzaamheden begint.
  • Pagina 66 Veiligheid Handsignalen Handsig- Betekenis nalen Langzaam terugrijden Beide armen omhoog buigen en met naar buiten gekeerde handpalmen omlaag buigen. 201611091511 Rechts rijden Linkerduim naar buiten. 201611091512 Links rijden Rechterduim naar buiten. 201611091513 Bovenwagen naar rechts draaien Linkerduim naar linksbuiten, met rechterwijsvinger een cirkelbeweging maken. 201611091514 Bovenwagen naar links draaien Rechterduim naar rechtsbuiten, met linkerwijsvinger cirkelbewegingen maken.
  • Pagina 67 Veiligheid Handsignalen Handsig- Betekenis nalen Grijper openen Arm horizontaal met halfgeopende hand opzij houden. 201611091519 Grijper sluiten Arm met gesloten hand horizontaal opzij houden. 201611091521 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 68 Veiligheid EG-conformiteitsverklaring > Algemeen 1.14 EG-conformiteitsverklaring 1.14.1 Algemeen 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 69 Veiligheid EG-conformiteitsverklaring > CE-conformiteit 1.14.2 CE-conformiteit Deze machine draagt het CE-teken. Dit betekent dat de machine bij aflevering voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen van de EU-machinerichtlijn. Degene die de wijzigingen uitvoert, draagt tevens de verantwoordelijkheid voor wijzigingen die van invloed zijn op de machineveiligheid en de daaruit volgende consequen- ties.
  • Pagina 70 Overzicht Totaalaanzicht van de machine met mobiele onderwagen Overzicht 2.1 Totaalaanzicht van de machine met mobiele onderwagen Onderwagen Afstempeling Bovenwagen Uitrustingsstukken (bijvoorbeeld: grijper) Bestuurdersplaats/cabine, in hoogte verstelbaar Compacte giek Grijperarm 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 71 Overzicht Totaalaanzicht machine met rupsonderwagen 2.2 Totaalaanzicht machine met rupsonderwagen Onderwagen Bovenwagen Uitrustingsstukken (bijvoorbeeld: grijper) Bestuurdersplaats/cabine, in hoogte verstelbaar Compacte giek Grijperarm 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 72 Overzicht Onderwagen - mobiele machine > 4-punts afstempeling 2.3 Onderwagen - mobiele machine 2.3.1 4-punts afstempeling Afstempeling achter Extra opbergruimte Achteras Vooras (pendelas) Flensring Afstempeling voor Opstaptrede Pendelascilinder 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 73 Overzicht Onderwagen - rupsmachine 2.3.2 Afstempeling Opstaptrede Afstempelblok Stempels Stempelplaat 2.4 Onderwagen - rupsmachine Aandrijfwiel (rijrichting achter) Opstaptrede Looprol Draagrol Leiwiel (rijrichting voor) Rupsketting 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 74 Overzicht Bovenwagen > Zijaanzicht met dieselmotor 2.5 Bovenwagen 2.5.1 Zijaanzicht met dieselmotor 2.5.1.1 Zijaanzicht (rechts) Onderhoudsdeuren motorruimte Uitlaat/uitlaatgasnabehandeling Aandrijfmotor Luchtfilter Expansietank/koelvloeistof Waterafscheider - brandstof Combiradiateur olie/water/laadluchtkoeler Pompaggregaat Ventilator Indicatie peil van de hydrauliekolie 10 Airconditioning 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 75 Overzicht Bovenwagen > Zijaanzicht met dieselmotor 2.5.1.2 Zijaanzicht (links) Onderhoudsdeuren bestuurders- zijde Generator Nooddaalinrichting - cabine Cabine 7* Tankpomp Tank voor ruitensproeier Elektrische schakelkast Centrale eenheid hydraulische componenten Hoofdschakelaar van de accu Meetcontacten – hydraulisch systeem Optie 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 76 Overzicht Bovenwagen > Zijaanzicht met dieselmotor 2.5.1.3 Bovenaanzicht Bovenaanzicht Hydrauliekolietank Rotor (met sleepringhuis*) Draaimechanisme SENNEBOGEN HydroClean Uitlaatsysteem / uitlaatgasnabehandeling Accu 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 77 Overzicht Bovenwagen > Zijaanzicht met dieselmotor 2.5.1.3.1 DEF (AdBlue) / NOX-Reductiesysteem (US EPA Tier 4f / EU Stage IV) DEF (AdBlue) - Tank DEF (AdBlue) - Voedingseenheid DEF (AdBlue) - Uitlaatgasnabehandelingssysteem 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 78 Overzicht Bovenwagen > DEF (AdBlue) / NOX-Reductiesysteem (US EPA Tier 4f / EU Stage IV) 2.5.2 DEF (AdBlue) / NOX-Reductiesysteem (US EPA Tier 4f / EU Stage IV) DEF (AdBlue) - Tank DEF (AdBlue) - Voedingseenheid DEF (AdBlue) - Uitlaatgasnabehandelingssysteem 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 79 Overzicht Uitrusting > Compacte giek 2.5.3 Centraal elektrische systeem Afb. 2: Voorbeeld Zekeringen Stekker LMB-119X1 (besturing) Relais Stekker LMB-119X2 (voedingsspanning) Noodtoerental van motor Stekker diagnose motor Noodbedrijf GLR Noodbediening contact Noodbedrijf vastzetrem draai-inrichting 2.6 Uitrusting 2.6.1 Compacte giek met grijperarm, omkeermecha- nisme (optie) 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 80 Overzicht Uitrusting > Leidingbreukbeveiligingen Compacte giek Grijperarm Grijperarm met omkeermechanisme 4* Omkeermechanisme Optie 2.6.2 Leidingbreukbeveiligingen Leidingbreukbeveiliging - hefcilinder Leidingbreukbeveiliging – armcilinder 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 81 Technische gegevens Algemeen Technische gegevens 3.1 Algemene aanwijzingen De onderstaande gegevens zijn richtwaarden. Doorslaggevend is het niveau dat bij het betref- fende onderdeel is aangegeven (bovenste peil- stokmarkering). 3.2 Emissies van de machine 818E geluidsniveau L (buiten) – conform 100 dB(A) 2000/14/EG 821E geluidsniveau L (buiten) –...
  • Pagina 82 (als optie!) leverbaar. Voor verdere vragen kunt u terecht bij de klanten- service van SENNEBOGEN. Hydraulisch systeem Bedrijfsdruk maximaal 350 bar Draaimechanisme Draaisnelheid 0 - 8 min-1, traploos regelbaar...
  • Pagina 83 SENNEBOGEN op geen enkele wijze aanspra- kelijk kan worden gesteld. 3.4.2 US EPA Tier 3 / EU Stage IIIa Cummins QSB4.5-C130 (CM850)
  • Pagina 84 Vermogen (conform ISO 119 kW (160 pk) bij nominaal toe- 14396) rental 2200 min Aandrijfmotor algemeen zie handboek van de fabrikant 3.4.5 Elektromotor SENNEBOGEN 90 kW Vermogen (conform ISO 90 kW bij nominaal toerental 14396) 1480 min Aandrijfmotor algemeen zie handboek van de fabrikant 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 85 Technische gegevens Machine (vulhoeveelheden) 3.5 Machine (vulhoeveelheden) 818E / 821E Brandstoftank max. 330 l / max. 87,2 gal. (US) 818E / 821E Hydrauliektank max. 260 l / max. 68,7 gal. (US) 818E / 821E Draaikranssmering - voorraadreservoir ca. 1.0 l / ca. 0.26 gal (US) 818E / 821E Centrale smeerinstallatie - voorraadvat ca.
  • Pagina 86 Technische gegevens Hijslasten met mobiele onderwagen 3.6 Hijslasten met mobiele onderwagen – De hijslastwaarden gelden aan het einde van de arm, zonder uitrusting, op een vlakke en draagkrachtige ondergrond en bij stationair bedrijf. – Conform ISO 10567 bedragen de hijslast- waarden 75% van de statische kantelbelasting en/of 87% van de hydraulische hefkracht.
  • Pagina 87 Technische gegevens Hijslasten met mobiele onderwagen Uitrustingstoestanden mobiel De machine heeft twee uitrustingstoestanden: zonder afstempeling met afstempeling GEVAAR! Verandering van de uitrustingstoestand met geheven last kan ten koste gaan van de stabiliteit van de machine. Ernstig persoonlijk letsel of mate- riële schade kunnen het gevolg zijn.
  • Pagina 88 Technische gegevens Hijslasten met mobiele onderwagen 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 89 Technische gegevens Hijslasten met rupsband-onderwagen 3.7 Hijslasten met rupsband-onderwagen – De hijslastwaarden gelden aan het einde van de arm, zonder uitrusting, op een vlakke en draagkrachtige ondergrond en bij stationair bedrijf. – Conform ISO 10567 bedragen de hijslast- waarden 75% van de statische kantelbelasting en/of 87% van de hydraulische hefkracht.
  • Pagina 90 Technische gegevens Hijslasten met rupsband-onderwagen 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 91 Technische gegevens Hijslasten met 4-punts onderstel of opbouwmachine 3.8 Hijslasten met 4-punts onderstel of opbouwmachine – De hijslastwaarden gelden aan het armuit- einde, zonder uitrustingsstuk, op een vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen en bij een bovenwagendraaihoek van 360°. – Conform ISO 10567 bedragen de hijslast- waarden 75% van de statische kantelbelasting en/of 87% van de hydraulische hefkracht.
  • Pagina 92 Technische gegevens Hijslasten met 4-punts onderstel of opbouwmachine 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 93 Technische gegevens 818E - afmetingen rupsonderwagen > 818E - onderwagen R25/240 - cabineverstelling E270 3.9 818E - afmetingen mobiele onderwagen 3.9.1 818E - onderwagen MP21E - cabineverstelling E270 3.10 818E - afmetingen rupsonderwagen 3.10.1 818E - onderwagen R25/240 - cabineverstelling E270 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 94 Technische gegevens 821E - afmetingen mobiele onderwagen > 821E - onderwagen MP26E - cabineverstelling E270 3.11 821E - afmetingen mobiele onderwagen 3.11.1 821E - onderwagen MP21E - cabineverstelling E270 3.11.2 821E - onderwagen MP26E - cabineverstelling E270 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 95 Technische gegevens Windsnelheden 3.12 821E - afmetingen rupsonderwagen 3.12.1 821E - onderwagen R25/240 - cabineverstelling E270 3.13 Windsnelheden Windkracht Windsnelheid Effect stil 0 - 0,2 windstil, rook stijgt recht omhoog zwakke wind 0,3 - 1,5 1 - 5 rookpluimen geven windrichting aan, maar de windvaan beweegt nog niet lichte bries 1,6 - 3,3...
  • Pagina 96 Technische gegevens Omrekenfactoren Windkracht Windsnelheid Effect 11 zeer zware storm 28,5 - 32,6 103 - 117 uitgebreide stormschade (zelden in het binnenland) 12 orkaan 32,7 - 36,9 118 - 133 zeer zware verwoestingen 3.14 Omrekenfactoren Druk 1 bar 100 Kpa 14,5 psi 10 psi 68,95 kPa...
  • Pagina 97 Technische gegevens Aandraaimomenten voor bouten > Standaardverbindingen 1 gal (Brit.) 4,544 l 277 inch 764,55 l 1 yd 0,765 m ³ 27 ft ³ 1 m/s 3,281ft/s 2,237 mile/uur 1 ft/s 0,305 m/s 1,097 km/uur 3.15 Aandraaimomenten voor bouten 3.15.1 Algemene aanwijzingen Gebruik alleen nieuwe of gelijkwaardige vervangende onderdelen wanneer u bouten of moeten vervangt.
  • Pagina 98 Technische gegevens Aandraaimomenten voor bouten > Standaardverbindingen Bout Aanhaalmoment Afmetingen Sterkteklasse Beplaat met zinklamellen Zwart gefosfateerd [Nm] [Nm] 10.9 22,7 33,4 12.9 26,5 39,1 10.9 44,2 65,8 12.9 51,7 77,5 52,5 77,5 10.9 76,7 114,2 12.9 133,3 83,3 123,3 10.9 121,7 181,7 12.9...
  • Pagina 99 Technische gegevens Aandraaimomenten voor bouten > Draaiverbindingen Bout Aanhaalmoment Afmetingen Sterkteklasse Beplaat met zinklamellen Zwart gefosfateerd [Nm] [Nm] 12.9 1965 3001 1521 2315 10.9 2167 3298 12.9 2535 3859 1957 2998 10.9 2788 4269 12.9 3262 4995 3.15.3 Draaiverbindingen Bout Aanhaalmoment Afmetingen Sterkteklasse...
  • Pagina 100 Veiligheidsinstructies Inbedrijfstelling 4.1 Algemene aanwijzingen Reparatie-, onderhouds- en meetwerkzaamheden mogen alleen door vakpersoneel worden uitge- voerd dat door SENNEBOGEN is opgeleid en geautoriseerd. 4.2 Veiligheidsinstructies Ä Hoofd- Volg ook de veiligheidsaanwijzingen in stuk 1 “Veiligheid” op pagina 17voordat u met de inbedrijfstelling begint.
  • Pagina 101 Veiligheidskleding (bijvoorbeeld veiligheids- helm, veiligheidsbril) dragen, indien de arbeids- omstandigheden dit vereisen. Bij een werk- hoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. Bij een werkhoogte vanaf 3,00 m is het aanbrengen van een valbeveiliging wettelijk voorge- schreven.
  • Pagina 102 Inbedrijfstelling Reinigingswerkzaamheden – Controleer de correcte werking van de bedie- ningselementen en de veiligheidsvoorzie- ningen terwijl langzaam wordt gereden. – Machine niet in bedrijf stellen indien er gebreken worden vastgesteld. – Controleer of alle schakelhendels in de neu- traalstand staan. –...
  • Pagina 103 Inbedrijfstelling Reinigingswerkzaamheden Natte reiniging MILIEU! Gevaar voor het milieu door verkeerde omgang met stoffen die gevaarlijk zijn voor het milieu. Bij de natte reiniging van de machine bestaat het gevaar, dat milieugevaarlijk reinigingsmiddel en bedrijfsstoffen in het milieu terecht komen. –...
  • Pagina 104 Inbedrijfstelling Reinigingswerkzaamheden AANWIJZING! Gevaar voor materiële schade door verkeerde reiniging. Alleen neutrale of licht alkalische reinigingsmid- delen gebruiken. Alleen schone sponzen, borstels en doeken gebruiken. Bij gebruik van een hogedrukreiniger kunnen te hoge druk en te hoge temperatuur schade aan de lak veroorzaken.
  • Pagina 105 Herstel lakschade overeenkomstig de SENNE- BOGEN-reparatiehandleiding voor lakschade. Voer de corrosiebescherming uit conform de SEN- NEBOGEN-conserveringsinstructie. De handleidingen kunnen worden verkregen bij de SENNEBOGEN verkoop- en servicepartners. 4.4 Beveiliging onderhoudsdeuren De onderhoudsdeuren zijn voorzien van een bevei- liging (1) tegen ongewenst dichtvallen. AANWIJZING! Voordat de onderhoudsdeur wordt gesloten, moet de beveiliging (2) omhoog worden gebracht.
  • Pagina 106 Inbedrijfstelling Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling VOORZICHTIG! Houd u aan Ä Hoofdstuk 1 “Veiligheid” op pagina 17. Voer vóór de inbedrijfstelling de controlewerk- zaamheden uit ( Ä Hoofdstuk 4.6 “Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling” op pagina 96). 4.6 Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling WAARSCHUWING! –...
  • Pagina 107 Inbedrijfstelling Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling Algemeen Handelingen ☑ Is waar nodig een ervaren assistent Indien nodig organiseren ☐ beschikbaar? Bevinden zich personen in de gevaren- Toegang tot de gevarenzone ontzeggen ☐ zone? Is het gewicht van de last bekend? Informatie inwinnen ☐...
  • Pagina 108 Inbedrijfstelling Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling Visuele controles Handelingen ☑ Is de machine zodanig gereinigd, dat er geen Zo nodig met hogedrukreiniger schoonmaken. ☐ gevaarlijke locaties door vuil ontstaan (kans VOORZICHTIG bij gevoelige en elektrische op wegglijden of struikelen, slecht zicht)? componenten! Zijn alle ruiten schoongemaakt en zijn ze vrij Zo nodig vrij maken van ijs respectievelijk rei-...
  • Pagina 109 Is de gehele uitlaat en de isolatie op het die- Vervang eventueel de afdichtingen en overleg ☐ seldeeltjesfilter en op de motor dicht? Her- met de SENNEBOGEN-servicepartner. kent u zichtbaar ontsnappend roet? Zitten de klemmen op het dieseldeeltjesfilter Trek eventueel de klemmen aan en overleg ☐...
  • Pagina 110 4.7.2 Ruitenwisservloeistof - peil controleren Het brandstofvulpeil kan op de volgende wijze worden vastgesteld: – door middel van het SENNEBOGEN CON- TROL-systeem in het beginscherm, zie Ä Hoofdstuk 5 “SENCON - SENNEBOGEN Control System” op pagina 142. Tank met dieselbrandstof van vereiste kwaliteit bij- vullen.
  • Pagina 111 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > Vulpeil centrale smeerinstallatie controleren 4.7.3 Vulpeil centrale smeerinstallatie controleren Smeermiddelreservoir - MIN/MAX-markering in het oog houden Vet bijvullen */**/*** Instelling van de smeertijden De centrale smeerinstallatie smeert automatisch de loopbaan van de draaikoppeling en de lagers van de uitrusting. De smeercyclus is af fabriek ingesteld.
  • Pagina 112 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > Vetvulling smering draaikransrondsel controleren 4.7.4 Vetvulling smering draaikransrondsel controleren GEVAAR! Levensgevaar door afsnijden of bekneld raken! Let erop dat er zich geen personen binnen de gevarenzone van de cabineophanging bevinden. De gevarenzone is het gebied –...
  • Pagina 113 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > Brandstofsysteem controleren en ontwateren 4.7.5 Peil van de hydrauliekolie controleren Aangeslagen lasten en de giek op de grond zetten. Machine horizontaal zetten. Alle hydraulische cilinders volledig inschuiven. Machine in parkeerpositie zetten. Afstempelcilinders inschuiven. Aandrijfmotor uitschakelen. Onderhoudsdeur rechts openen.
  • Pagina 114 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > Brandstofsysteem controleren en ontwateren US EPA Tier 4f / EU Stage IV US EPA Tier 3 / EU Stage IIIa / US EPA Tier 4i / EU Stage IIIb Dieselvoorfilter Aftapkraan Onderhoudsdeur rechtsachter Onderhoudsdeur rechtsachter openen. Plaats een geschikte opvangbak onder het waterreservoir van de brandstof-filterpatroon (1).
  • Pagina 115 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > Motoroliepeil controleren 4.7.7 Luchtfilter De toestand van het luchtfilter wordt door SENCON weergegeven. Ä Hoofdstuk 5 “SENCON - SENNEBOGEN Control System” op pagina 142. Dieselmotor direct stoppen. Luchtfilter controleren. 4.7.8 Motoroliepeil controleren Volg de kennisgevingen in de gebruikshandleiding van de motorfabrikant op.
  • Pagina 116 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > DEF (AdBlue)-niveau controleren en bijtanken 4.7.9 Koelmiddelpeil controleren en antivries bijvullen WAARSCHUWING! Letselgevaar door verbranding! Voer controles alleen uit als het koelsysteem is afgekoeld. Koelvloeistofpeil en antivries con- troleren Onderhoudsdeksel afschroeven. Aandrijfmotor en radiateur laten afkoelen. Grote dikke lap op afsluitdop (1) van het koelmiddelexpansie- reservoir leggen en deze voorzichtig openen, zodat de druk wordt afgelaten.
  • Pagina 117 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > DEF (AdBlue)-niveau controleren en bijtanken Catalyst Solution Stableguard 32 DEF (AdBlue) normen De SENNEBOGEN-fabrieksvulling voor DEF (AdBlue) voldoet aan de volgende normen: ISO 22241-1 DIN 70700 ASTM D7821 DEF (AdBlue) reiniging VOORZICHTIG! Gezondheidsrisico door contact met DEF...
  • Pagina 118 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > DEF (AdBlue)-niveau controleren en bijtanken Bij voorraadmachines moet voor het opnieuw in gebruik nemen de kwaliteit van de DEF (AdBlue) worden gecontroleerd. De kwaliteit van de DEF (AdBlue) kan met een refractometer met DEF (AdBlue)-schaal worden gecontroleerd.
  • Pagina 119 Tijdens het tanken zelf moet er ononder- broken toezicht zijn. – Overvul de tank niet. – SENNEBOGEN adviseert: – Machine na het gebruik aftanken. Aandrijfmotor uitschakelen. Afsluitdop (1) van de DEF (AdBlue)-tank voorzichtig openen. DEF (AdBlue) met DEF (AdBlue)-tankinrichting vullen.
  • Pagina 120 Inbedrijfstelling Keuringen vóór inbedrijfstelling > Waterpeil warmwaterverwarmings controleren (Elektromachine) 4.7.11 Waterpeil warmwaterverwarmings controleren (Elektromachine) WAARSCHUWING! Letselgevaar door verbranding! Voer controles alleen uit als het verwarmingssys- teem is afgekoeld. Warmwaterverwarming met beschermmantel Indicatie niveau warmwaterverwarming Afsluitdop warmwaterverwarming Deksel beschermmantel met klittenbandsluiting Koelvloeistofpeil en antivries con- troleren Klittenband op het deksel (4) van de beschermmantel los-...
  • Pagina 121 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Algemeen 4.7.12 Bandenspanning controleren GEVAAR! Bij het oppompen van de banden een voldoende veilige afstand bewaren en een bandenkooi gebruiken. Bandenspanning (bij luchtbanden) Bandenmaat 10:00-20 108.78 12.00-20 130.53 10:00-24 145.04 395/85 4.8 Machine automatisch smeren 4.8.1 Algemene aanwijzingen WAARSCHUWING! Neem de veiligheidsinstructies in acht voordat u...
  • Pagina 122 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Algemeen AANWIJZING! Onder zwaardere toepassingsomstandigheden moeten de smeercycli worden aangepast. Voorbeelden voor zwaardere gebruiksomstandig- heden zijn: – Meerploegenbedrijf. – Vergroot rijaandeel van meer dan 25% van de gebruikstijd. – Toepassing in extreem abrassief materiaal. – Vaker contact met water of corrosieve stoffen.
  • Pagina 123 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Overzicht centrale smeerpunten 4.8.3 Overzicht centrale smeerpunten 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 124 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Overzicht centrale smeerpunten 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 125 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Overzicht centrale smeerpunten 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 126 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Smeercyclus instellen 4.8.4 Smeercyclus instellen De vooringestelde smeercyclus kan handmatig worden verkort. Zie hiervoor de toelichting in de documentatie van de centrale smeerinstallatie. Dit is alleen noodzakelijk wanneer dit niet via SENCON wordt bestuurd. 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 127 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Smeercyclus instellen Smeermiddelreservoir - MIN/MAX-markering in het oog houden Vet bijvullen Instelling van de smeertijden Voor het instellen van de pauzes - of werktijd, deksel van de pomp- behuizing verwijderen. Voor het instellen van een jumper (Fig. 2), moet de besturingskaart worden gedemonteerd.
  • Pagina 128 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Smeercyclus instellen Pauzetijden instellen: De pauzetijd kan met de blauwe draaischakelaar in 15 stappen worden ingesteld, zie. Schakelaarstand 1 Uren (h) Pauzetijden instellen: De pauzetijd kan met de blauwe draaischakelaar in 15 stappen worden ingesteld, zie. Schakelaarstand 1 Uren (h) 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 129 Inbedrijfstelling Machine automatisch smeren > Storingsmelding op overdrukventiel Na een instroomfase van circa 100 uur en de con- trole van alle smeerpunten kan de smeertijd naar wens worden verlengd of verkort. AANWIJZING! Bij te weinig smering kunnen de onderdelen beschadigd raken. Neem de aanwijzingen in de onderhoudsinstructies en in de smeermiddeltabel in acht.
  • Pagina 130 Inbedrijfstelling Machine handmatig smeren > Algemeen Opnieuw in gebruik nemen: Neem de blokkade in de centrale smeerinstallatie weg. Druk de controlepen terug in het overdrukventiel (3). Controleer de goede werking. Gebruik van de centrale smeerinstallatie is nu weer mogelijk. 4.9 Machine handmatig smeren 4.9.1 Algemene aanwijzingen WAARSCHUWING! Neem de veiligheidsinstructies in acht voordat u...
  • Pagina 131 Inbedrijfstelling Machine handmatig smeren > Centrale handmatige smeerbalk mobiele onderwagen AANWIJZING! Onder zwaardere toepassingsomstandigheden moeten de smeercycli worden aangepast. Voorbeelden voor zwaardere gebruiksomstandig- heden zijn: – Meerploegenbedrijf. – Vergroot rijaandeel van meer dan 25% van de gebruikstijd. – Toepassing in extreem abrassief materiaal. –...
  • Pagina 132 Inbedrijfstelling Machine handmatig smeren > Decentrale handmatige smeerpunten mobiele onderwagen AANWIJZING! – Tijdens het smeren moet de afstempeling van de mobiele onderwegen volledig zijn uitge- schoven om het aslager te ontlasten. – De mobiele onderwagen moet om de 100 bedrijfsuren (of minimaal eenmaal per maand) met telkens 3 ccm (2 pompslagen bij standaard vetspuit) per smeernippel worden gesmeerd.
  • Pagina 133 Inbedrijfstelling Machine handmatig smeren > Decentrale handmatige smeerpunten mobiele onderwagen Smeren (per vetnippel) 3,0 ccm / 40 bedrijfsuren 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 134 Inbedrijfstelling Machine handmatig smeren > Decentrale handmatige smeerpunten rupsonderwagen 4.9.6 Decentrale handmatige smeerpunten rupsonderwagen Telescopering bovenzijde 8 vetnippels aan de bovenzijde moeten handmatig worden gesmeerd. Pos. Smeren (per vetnippel) 1 - 8 3,0 - 5,0 ccm / 40 bedrijfsuren 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 135 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Veiligheidsinstructies Telescopering onderzijde 8 vetnippels aan de onderzijde moeten handmatig worden gesmeerd. Pos. Smeren (per vetnippel) 1 - 8 3,0 - 5,0 ccm / 40 bedrijfsuren 4.10 Machine inschakelen 4.10.1 Veiligheidsinstructies Lees de veiligheidsaanwijzingen aandachtig door, voordat u de machine inschakelt.
  • Pagina 136 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Veiligheidsriem/EU GEVAAR! – Gevaar voor lichamelijk letsel! Cabinedeur en onderhoudsdeuren gesloten houden. – Zorg er voor het starten van de motor voor dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden. – De uitlaatgassen van de dieselmotor zijn scha- delijk voor de gezondheid.
  • Pagina 137 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Veiligheidsriem/USA Schuif het metalen koppelstuk (1) in het gordelslot (2). Een hoorbare klik geeft aan dat de gordel goed vastzit. Druk voor het ontkoppelen op de rode knop (3) op het gordel- slot (2). 4.10.3 Veiligheidsriem/USA De machine is van een heupgordel voorzien.
  • Pagina 138 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Motor starten - dieselmotor 4.10.4 Motor starten - dieselmotor GEVAAR! Vergiftigingsgevaar! Laat de motor alleen draaien in de buitenlucht of in goed geventileerde ruimtes. Het inademen van uit- laatgassen is schadelijk voor de gezondheid. Het kan tot bewusteloosheid en de dood leiden. Bedieningspaneel rechts Dagelijkse controles uitvoeren ( Ä...
  • Pagina 139 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Motor starten - dieselmotor Stationair-automaat Bij het starten van de machine is de stationair- automaat al ingeschakeld. Ongewilde stotende bewegingen zijn mogelijk! Stand contactsleutel Stand contact- Betekenis sleutel Vrijschakeling voor tankpomp Contact UIT Contact AAN (contact wordt na 20 minuten uitgeschakeld!) Motor starten GEVAAR! Laat de machine nooit onbeheerd achter wanneer...
  • Pagina 140 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Motor starten - elektromotor 4.10.5 Motor starten - elektromotor Opmerking kabeltrommel (optie) Bedieningspaneel kabeltrommel Voor de inbedrijfname de schakelaar (1) op stand "I" respectie- velijk op automatische werking van de kabeltrommel scha- kelen. Bedieningspaneel rechts 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 141 Storingen worden door SENCON bewaakt. Bij een storing verschijnen in SENCON de volgende sym- bolen: zie paragraaf OVERZICHT VAN CON- TROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES in het hoofdstuk SENCON. Neem direct contact op met de SENNEBOGEN- klantenservice. De elektrische schakelkast mag alleen door een geautoriseerde SENNEBOGEN-partner worden geopend.
  • Pagina 142 Inbedrijfstelling Machine inschakelen > Machine op bedrijfstemperatuur brengen Richtwaarden voor de opwarmtijd Omgevings- Opwarmtijd Maximum motortoerental temperatuur (dieselmotor) tot 0 °C (32 °F) circa Nominaal toerental - 250 min 15 minuten Ä Hoofdstuk 3 “Technische gegevens” op pagina 71 - 20 °C (- 4 °F) circa -...
  • Pagina 143 Inbedrijfstelling Extern starten AANWIJZING! Dit kan tot een ongecontroleerde werking van de machine en als gevolg daarvan tot ongevallen leiden! Alleen een machine op bedrijfstemperatuur is een goed functionerende machine! 4.11 Extern starten De machine is voorzien van een 24-volt-startinrichting. Let er op, dat de externe stroombron dezelfde spanning heeft.
  • Pagina 144 Inbedrijfstelling Extern starten De hoofdschakelaar van de accu bedienen om de stroomtoe- voer te onderbreken ( Ä Hoofdstuk 4.12.3 “Accuvoeding naar elektrische installatie onderbreken” op pagina 137). Bij extern starten-aansluitklemmen (optie): Afdekkappen verwijderen. Pluspool (+) van de stroombronnen met geschikte overbrug- gingskabels verbinden.
  • Pagina 145 Inbedrijfstelling Extern starten De hoofdschakelaar van de accu bedienen ( Ä Hoofdstuk 4.12.3 “Accuvoeding naar elektrische installatie onderbreken” op pagina 137). motor starten. Elektrische verbruikers inschakelen (beveiliging tegen over- spanning). Demontage: Overbruggingskabel van de minpool (-) losmaken. Overbruggingskabel van de pluspool (+) losmaken. Elektrische verbruikers uitschakelen.
  • Pagina 146 Inbedrijfstelling Machine uitschakelen > Motor uitschakelen - dieselmotor WAARSCHUWING! – Explosiegevaar! Vermijd vonkvorming door open vuur, licht of roken. – Accuzuur is bijtend. Vermijd contact met huid, ogen of kleding. Spoel zuurspatten onmiddellijk weg met schoon water. Raadpleeg zo nodig een arts. –...
  • Pagina 147 Inbedrijfstelling Machine uitschakelen > Accuvoeding naar elektrische installatie onderbreken 4.12.2 Motor uitschakelen - elektromotor Machine op veilige ondergrond plaatsen. Bevestigde lasten en giek neerzetten. Met drukschakelaar (2) de motor uitschakelen. De "groene" controlelamp (3) gaat uit. Contactsleutel in stand "0" zetten en uit het contactslot halen. Veiligheidshendel naar achteren trekken.
  • Pagina 148 Inbedrijfstelling Buitenbedrijfstelling Beschadiging van de elektrische installatie en de uitlaatgasnabehandelingscomponenten door vroegtijdig uitschakelen van de accuscheidings- schakelaar. Schakel de mechanische hoofdschakelaar van de accu niet uit als: – De motor nog loopt. – Wacht na het uitschakelen van de motor twee minuten, voordat de accuscheidings- schakelaar wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 149 Inbedrijfstelling Conservering en opslag Machine volgens de onderhoudsinstructies reinigen. Zorg ervoor dat de reinigingsmiddelen die u gebruikt de afdichtingen niet beschadigen en niet in de loopbaan van de draaikoppeling terechtkomen! Water en bezinksel van de brandstoftank via het bodemventiel aftappen. De brandstof- tank voltanken.
  • Pagina 150 Inbedrijfstelling Opnieuw in gebruik nemen Accu´s loskoppelen. Controleer 1 maal per maand de span- ning. Er is minimaal 12,4 V nodig. Indien nodig de accu´s opladen. Brandstof- en hydrauliekolietank tot het max. vulniveau bij- vullen. Controleer de opslagomstandigheden (minimaal - 40 °C / - 40 °F) van de dieselolie.
  • Pagina 151 De machine vóór gebruik voldoende laten warmdraaien. Zie daarvoor Ä Hoofdstuk 4.10.6 “Machine op bedrijfstempera- tuur brengen” op pagina 131. 4.16 Afvalverwijdering Neem contact op met de klantenservice van SENNEBOGEN als u de machine als afval wilt afvoeren. 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 152 SENCON - SENNEBOGEN Control System Algemene aanwijzingen SENCON - SENNEBOGEN Control System 5.1 Algemene aanwijzingen Met het SENCON-diagnosesysteem kunnen zonder extra meetapparatuur of andere hulpmid- delen centrale actuele bedrijfsgegevens van de machine worden achterhaald en indien nodig ook statistisch worden geanalyseerd. Bovendien kan de gebruiker te allen tijde belangrijke instellingen wijzigen.
  • Pagina 153 SENCON - SENNEBOGEN Control System Startpagina 5.2 Startpagina Bedieningselement Uitleg Bovenste snelkeuzetoetsen Snelkeuzesymbolen worden met de bijbehorende snelkeuzetoets geactiveerd of gedeactiveerd. Display Onderste snelkeuzetoetsen Snelkeuzesymbolen worden met de bijbehorende snelkeuzetoets geactiveerd of gedeactiveerd. X-toets Geen functie ingesteld. ESC-toets De actie onderbreken.
  • Pagina 154 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Algemene aanwijzingen Opmerking bij het SCROLL-wiel Zodra er een pijl op een pagina verschijnt, kan de gebruiker met het SCROLL-wiel in de desbetref- fende richting scrollen (draaien). Binnen een lijst betekent "naar rechts draaien" een beweging naar beneden, "naar links draaien"...
  • Pagina 155 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Dieselmotor 5.3.2 Dieselmotor Toerental dieselmotor Koelwatertemperatuur Huidig dieselverbruik Voorinstelling toerental Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens 10 Motorbelasting 11 Beschikbare hydraulische vermogen 12 Oliedruk 13 Vulniveau dieseltank 14 Volgende pagina (SCROLL rechts)
  • Pagina 156 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Dieselmotor Niveaus Symbolen Aanwijzingen 2. niveau DEF (AdBlue)-tankniveau bij 2%. Dieselmotorvermogen wordt gereduceerd. Symbool brandt DEF (AdBlue) direct bijvullen. Dieselmotor- vermogen wordt weer vrijgegeven. Symbool 'Motorstoring' brandt. 3. niveau DEF (AdBlue)-tankniveau bij 0%.
  • Pagina 157 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Dieselmotor – Het herhaald optreden van een fout kan leiden tot een verkorting van de escalatie-interval. – Vermogensreductie van de dieselmotor wordt in het foutgeheugen als kennisgeving weerge- geven. – Bij het optreden van een fout wordt in de fout- melding meer informatie weergegeven.
  • Pagina 158 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Dieselmotor Niveaus Symbolen Aanwijzingen 3. niveau DEF (AdBlue) - kwaliteit is niet voldoende en er zijn Dieselmotorvermogen wordt verder geen maatregelen genomen. gereduceerd. Symbool knippert Ververs het DEF (AdBlue). Dieselmotor- vermogen wordt weer vrijgegeven.
  • Pagina 159 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Dieselmotor Escalatieniveaus bij verkeerde In SENCON wordt de verkeerde werking van het uitlaatgasnabe- werking van het uitlaatgasnabehan- handelingssysteem bewaakt en weergegeven: delingssysteem Niveaus Symbolen Aanwijzingen normaal Geen fout. Geen 1. niveau Fout opgetreden.
  • Pagina 160 Dieselmotorvermogen wordt naar stationair toe- genomen. rental gereduceerd. Symbool knippert Machine veilig uitschakelen. Controleer het foutgeheugen. Neem contact op met een SENNEBOGEN-servi- cepartner. Symbool 'Motorstoring' brandt. Symbool 'Motorstop' brandt. – Het herhaald optreden van een fout kan leiden tot een verkorting van de escalatie-interval.
  • Pagina 161 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Dieselmotor Escalatieniveaus beladingstoe- In SENCON worden de escalatieniveaus met betrekking tot de stand van het uitlaatgasnabehande- beladingstoestand van het uitlaatgasnabehandelingssysteem lingssysteem weergegeven: Niveaus Symbolen Aanwijzingen 1. niveau Symbool "Regeneratie Beladingstoestand van het uitlaatgasbehandelingssysteem is nodig"...
  • Pagina 162 4. niveau Symbool "Regeneratie Dieselmotorvermogen wordt verder gereduceerd! nodig" knippert. Last neerzetten en motor onmiddellijk uitschakelen! Direct contact opnemen met uw SENNEBOGEN-servicepartner! Bij niet aanhouden kan aanmerkelijke schade aan motor en uitlaat- gasnabehandelingssysteem het gevolg zijn! Symbool "Motorstoring" knippert.
  • Pagina 163 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Hydraulisch systeem 5.3.3 Elektromotor Actuele stroomverbruik Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens Beschikbare hydraulische vermogen Volgende pagina (SCROLL rechts) 5.3.4 Hydraulisch systeem 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 164 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Koeling dieselmotor Vorige pagina (SCROLL links) Temperatuur hydrauliekolie Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens Volgende pagina (SCROLL rechts) 5.3.5 Koeling dieselmotor Vorige pagina (SCROLL links) Koelwatertemperatuur motor Belasting waterkoeler Koelwatertemperatuur na koeler...
  • Pagina 165 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > gemiddelde waarden 5.3.6 Koeling elektromotor Vorige pagina (SCROLL links) Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens Olietemperatuur na koeler Belasting oliekoeler Hydraulische olietemperatuur/tank Volgende pagina (SCROLL rechts) 5.3.7 gemiddelde waarden 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 166 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Service Vorige pagina (SCROLL links) Gemiddeld toerental Gemiddelde dieselverbruik Gemiddelde motorbelasting Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens 10 Opnieuw starten van de registratie van de gemiddelde waarde met de SET-toets (reset*) 11 Periode voor de gemeten gemiddelde waarde...
  • Pagina 167 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Actieve storingen/storingsgeheugen 5.3.9 Actieve storingen/storingsgeheugen Weergave van alle actuele storingen met tijd, beschrijving en foutcode Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens Volgende pagina (SCROLL rechts) Druk op het SCROLL-wiel om de foutenlijst te activeren. Er ver- schijnen 2 pijlen (1) in het menu die aangeven dat er nu in de lijst kan worden gescrold.
  • Pagina 168 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Actieve storingen/storingsgeheugen Detailweergave Storing, aanwijzing of waarschuwing Foutinformatie Frequentie waarmee de storing optreedt Laatst opgetreden Aanvullende informatie Foutcode Met de ESC-toets keert de gebruiker terug naar het vorige actieve scherm. Selectie van actieve storingen op...
  • Pagina 169 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Actieve storingen/storingsgeheugen Bevestigen door de SET-toets 5 seconden ingedrukt te houden ESC-toets indrukken, om naar het voorgaande scherm terug te keren WAARSCHUWING! Foutmeldingen die een bevestiging vereisen, moeten dringend serieus worden genomen! De eigenaar van de machine moet onmiddellijk maat- regelen treffen om de storing te verhelpen.
  • Pagina 170 SENCON - SENNEBOGEN Control System Diagnose > Netwerk 5.3.10 Netwerk Weergave van alle netwerkcomponenten Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens Netwerkfout/geen verbinding met de netwerkcomponenten Met het Scroll-wiel kunnen de afzonderlijke compo- nenten van het netwerk worden geselecteerd. Geselecteerde componenten zijn groen gemar- keerd.
  • Pagina 171 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Algemene aanwijzingen 5.3.11 Statistiek Start van de registratie Opnieuw starten van de registratie met de SET-toets (reset*) Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens Informatie over machinebelasting: Overzicht toerentalbereiken Opmerking bij reset* Met de SET-toets wordt de registratie opnieuw gestart.
  • Pagina 172 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Dieselmotor 5.4.2 Dieselmotor Noodlooptoerental (instelling van het toerental in geval van nood, bijvoorbeeld bij uitval van een component) Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens ESC-toets: Terugkeer naar het vorige scherm Noodlooptoerental Aan / Uit...
  • Pagina 173 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Hydraulisch systeem Wanneer de operator op de SCROLL-toets drukt, komt hij in de selectiemodus terecht en kan hij schakelen tussen de functies. Een wit kader toont het geselecteerde veld. Met het SCROLL-wiel kan tussen de verschillende velden worden geschakeld.
  • Pagina 174 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Hydraulisch systeem Vorige pagina (SCROLL links) OptiMode: Regeling van het activeringsgedrag (agressiviteit) van het hydraulische systeem Statistiek Parameters Netwerk Storingsgeheugen Info / procesgegevens ESC-toets: Terugkeer naar het vorige scherm Volgende pagina (SCROLL rechts)9...
  • Pagina 175 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Hydraulisch systeem De Optimode moet via de sneltoets op de startpagina Wanneer de gebruiker de sneltoets 2 worden ingeschakeld. Een korte klik is voldoende. Op seconden indrukt, wordt direct de parametre- dezelfde manier kan de OptiMode weer worden uitgescha- ring van het hydraulisch systeem geopend.
  • Pagina 176 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Kalibratie 5.4.4 Kalibratie WAARSCHUWING! Voor de start van de kalibratie: last neerzetten, motor uitschakelen en contactsleutel in stand 1 zetten. Anders kan zeer ernstige materiële schade en eventueel letsel ontstaan. De kalibraties mogen uitsluitend door geschoold...
  • Pagina 177 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Dagurenteller Detailweergave Eerst minimale waarde bepalen Vervolgens maximale waarde bepalen Met de ESC-toets waarde resetten/terugkeren naar vorige scherm Opslaan met de SET-toets WAARSCHUWING! Bij het kalibreren van de joystick-besturing en de draaiing van de grijper moet de operator er beslist...
  • Pagina 178 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Display 5.4.6 Display In het menu van de displayinstellingen kunnen taal, tijd, datum, helderheid en eenheden indien nodig worden aangepast. Taalinstellingen Geselecteerde nieuwe taal Eenheden Helderheid Datum/tijd Taal Beschikbare talen Huidig gebruikte taal...
  • Pagina 179 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Display Selectievenster Tijd Actuele tijd Eenheden Helderheid Datum/tijd Taal Actuele datum Datum Opmerking bij instelling van datum en tijd Met het SCROLL-wiel kan de operator tussen de afzonderlijke waarden schakelen. De huidige gese- lecteerde waarde is wit omkaderd.
  • Pagina 180 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Stationair-automaat activeren Opmerking bij helderheidsinstelling Met het SCROLL-wiel kan de operator tussen de helderheid van het display en van de toetsen scha- kelen. De huidige geselecteerde waarde is wit omkaderd. Wanneer op het SCROLL-wiel wordt gedrukt, wordt het veld actief en kan de waarde wederom met het SCROLL-wiel worden ingesteld.
  • Pagina 181 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Eco Mode De stationair-automaat moet via de snelkeuzeknop (1) op de start- pagina worden ingeschakeld. Een korte klik is voldoende. Op dezelfde manier kan de stationair automaat weer worden uitge- schakeld. Bij het starten van de machine is de stationair-automaat al ingeschakeld.
  • Pagina 182 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Handmatige ventilatoromkering / reversie De EcoMode kan via de snelkeuzetoets (1) op de startpagina worden uitgeschakeld. Een korte klik is voldoende. Op dezelfde manier kan de Eco Mode weer worden ingeschakeld. Opmerking bij Eco Mode De Eco Mode begrenst het maximale toerental op 1850 tpm.
  • Pagina 183 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > ToolControl (optie) 5.4.10 ToolControl (optie) De SENCON Tool Control maakt gebruik mogelijk van verschil- lende uitrustingen (bijvoorbeeld grijper, breekhamer) met verschil- lende volumestroom en druk. De maximaal toelaatbare volumestroom en druk kan op het betref- fende uitrustingsstuk worden aangepast.
  • Pagina 184 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > ToolControl (optie) Keuzevenster gereedschapinstelling (1 tot 10) Drukregelventiel 1 (circuit 1) Volumestroom 1 (circuit 1) Drukregelventiel 2 (circuit 2) Volumestroom 2 (circuit 2) Waarde kolom B (omschakelen tussen A en B mogelijk, bijv.
  • Pagina 185 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > ToolControl (optie) Een wit kader toont het geselecteerde veld. Met het SCROLL-wiel kan tussen de verschillende uitrus- tingsstukinstellingen worden geschakeld. 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 186 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > ToolControl (optie) Wanneer de operator opnieuw op het SCROLL-wiel drukt, wordt de nieuw gekozen uitrustingsstukinstelling geactiveerd. Uitrustingsstukinstelling parameter Wanneer de operator op het SROLL-wiel drukt, verschijnt de keu- veranderen zemodus. Een wit kader toont het geselecteerde veld.
  • Pagina 187 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > ToolControl (optie) Met het SCROLL-wiel kan tussen de afzonderlijke waarden worden geschakeld. De huidige geselecteerde waarde is wit omkaderd. Wanneer de operator op het SCROLL-wiel drukt, wordt het veld actief (groene achtergrond) en kan de waarde wederom met het SCROLL-wiel worden ingesteld.
  • Pagina 188 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Belastingindicatie Wanneer de operator opnieuw op het SCROLL-wiel drukt, wordt de nieuwe waarde opgeslagen. Druk op de SET-toets om de uitrustingsstukinstel- ling op te slaan. Met de ESC-toets worden de waarde van de uit- rustingsstukinstelling weer teruggezet.
  • Pagina 189 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Belastingindicatie Selectievenster Status waarschuwingstoon De waarschuwingstoon kan via de snelkeuzeknop worden uit- geschakeld. De setup-status (vrijstaand of afgestempeld) kan via de snel- keuzeknop worden in- en uitgeschakeld. Setup-status Drukbelasting hoofdgiek Groen: 0% - 90% Geel: 90% - 100% (waarschuwingstoon interval) Rood: >100% (waarschuwingstoon continu)
  • Pagina 190 SENCON - SENNEBOGEN Control System Instellingen/parametrering > Grijperdraaisnelheid Aanduiding setup-status onder- wagen vrijstaand 5.4.12 Grijperdraaisnelheid De instelling van de grijperdraaisnelheid maakt een fijngevoeliger bedrijf mogelijk bij het draaien van de grijper. 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 191 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Vorige pagina (SCROLL links) Grijperdraaisnelheid: Regeling van de maximale draaisnelheid. Wanneer de operator op de SCROLL-toets drukt, komt hij in de selectiemodus terecht en kan hij schakelen tussen de functies.
  • Pagina 192 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Beschrijving Oplossing Code Vulniveau dieseltank te laag Machine tanken 00121 Waarschuwingsdrempel 1 Vulniveau dieseltank te laag Machine tanken 00122 Waarschuwingsdrempel 2 Temperatuur hydraulische olie te hoog Motor stationair laten draaien...
  • Pagina 193 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Beschrijving Oplossing Code Afsluiting hydrauliektank gesloten Afsluiting hydrauliektank open 00201 Bevestiging vereist! Peil van de hydrauliekolie te laag Machine direct uitschakelen! 00211 Hydraulische olie bijvullen Bevestiging vereist! Regeneratie van het uitlaatgasnabehandelings-...
  • Pagina 194 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Beschrijving Oplossing Code Remdruk te laag Hydraulisch systeem door een 00291 vakman op het gebied van hydraulische systemen laten controleren Motorwaarschuwing: Motor uitschakelen Service op de hoogte stellen 00301 Bevestiging vereist!
  • Pagina 195 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Beschrijving Oplossing Code Service-interval actief Service op de hoogte stellen 00371 Temperatuur uitlaatgas laag Service op de hoogte stellen 00381 Bevestiging vereist! Noodtoerental motor via display geactiveerd 00391 Service nodig aan dieselroetfilter...
  • Pagina 196 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Beschrijving Oplossing Code Storing zekering verwarming Service op de hoogte stellen 00503 Bevestiging vereist! Storing zekering circulatiepomp Service op de hoogte stellen 00504 Bevestiging vereist! Storing noodstop Service op de hoogte stellen...
  • Pagina 197 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Aanwijzingen Betekenis Uitleg Stationair-automaat actief De stationair-automaat helpt bij langere werkonder- brekingen het toerental van de motor automatisch te verlagen om energie te besparen. Eco Mode geactiveerd Met de Eco Mode kan het toerental actief worden gereguleerd om de machine indien nodig zuiniger te laten werken.
  • Pagina 198 SENCON - SENNEBOGEN Control System Overzicht van controle- en waarschuwingslampjes Betekenis Uitleg Pendelasautomaat actief (optie) Rem van draaiinrichting actief Magneetinstallatie geladen Magneetinstallatie ontladen Automatische rem van draaiinrichting actief Lastcompensatie bijvullen olie Het energieterugwinsysteem wordt met olie gevuld Lastcompensatie aftappen olie...
  • Pagina 199 Bediening Veiligheidsinstructies Bediening 6.1 Veiligheidsinstructies GEVAAR! – Houd u aan Ä Hoofdstuk 1 “Veiligheid” op pagina 17. Voer vóór de inbedrijfstelling de controlewerk- zaamheden uit ( Ä Hoofdstuk 4.6 “Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling” op pagina 96). – Personen die aan of met de machine werken, dienen daartoe opgeleid of geïnstrueerd te zijn.
  • Pagina 200 Let op signalen van de assistent. – Vóór het berijden van opritten of hellingen dienen de maximaal toelaatbare waarden van SENNEBOGEN te worden geraadpleegd. – Let op signalen van de assistent. – Bij lange ritten dient de giek in de rijrichting geplaatst te worden.
  • Pagina 201 In geval van nood kan men via de achterruit (7) uit- stappen. Sla in dat geval met de noodhamer (9) de ruit in. De cabineportier is uitgerust met een noodontgren- deling. Indien nodig contact opnemen met de klan- tenservice van SENNEBOGEN! 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 202 Bediening Cabine Maxcab en Maxcab Industrie Schuifdeur Het schuifportier (1) kan in geopende stand aan de zijwand van de cabine vergrendeld worden. Door te trekken aan de ontgrende- lingshendel (2) aan de binnenzijde van het portier kunt u de ver- grendeling opheffen.
  • Pagina 203 Bediening Cabine Maxcab 2 Lees de handleiding van de fabrikant van de radio voor meer informatie. 6.3 Cabine Maxcab 2 Afb. 4: Cabine Maxcab 2 Dakring Voorruit onder Ruitenwisser, dakruit Buitengreep Trolley 10 Leuningen links Werkschijnwerper 11 Cabinedeurslot Voorruit boven 12 Deurgeep Ruitenwisser, voorruit boven 13 Cabinedeur...
  • Pagina 204 20 Zijring links 27 Zijring rechtsvoor 21 Deuraanslag boven 6.4 Documentmap In de cabine bevindt zich een SENNEBOGEN-map met de machi- nedocumentatie. 6.5 Bestuurdersstoel instellen De machine is voorzien van een luchtgeveerde bestuurdersstoel, die op de individuele behoeften van de operator kan worden inge- steld.
  • Pagina 205 Bediening Bestuurdersstoel instellen VOORZICHTIG! Gezondheidsschade als gevolg van een onjuist ingestelde bestuurdersstoel! Als de bestuurdersstoel onjuist is ingesteld, zijn de zitpositie en het comfort voor de operator niet opti- maal. Dit kan leiden tot gezondheidsschade. – Stel de bestuurdersstoel in voordat de machine in bedrijf wordt genomen of bij een wisseling van operator.
  • Pagina 206 Bediening Bestuurdersstoel instellen Schokdemping instellen De schokdemping van de bestuurdersstoel kan traploos worden aangepast aan de omstandigheden van de weg of van het terrein. Trek de hendel (1) naar boven om de demperkracht te ver- hogen. Trek de hendel (1) naar beneden om de demperkracht te ver- lagen.
  • Pagina 207 Bediening Bestuurdersstoel instellen Hoek van de zitting instellen Trek de greep (1) naar boven. Stel de gewenste hoek in door het al dan niet belasten van de voor- of achterzijde van de zitting. Laat de greep los. De zitting moet hoorbaar vergrendelen. Na het vergrendelen mag de positie niet meer kunnen worden veranderd.
  • Pagina 208 Bediening Bestuurdersstoel instellen Hoek van de rugleuning instellen Trek de greep (1) naar boven. Stel de gewenste hoek van de rugleuning in door deze al dan niet te belasten. Laat de greep los. De rugleuning moet hoorbaar vergrendelen. Na het vergrendelen mag de positie niet meer kunnen worden veranderd.
  • Pagina 209 ð De stoelverwarming is ingeschakeld. Druk de schakelaar (1) naar boven. ð De stoelverwarming is uitgeschakeld. 201603231050 Stoel-airconditioning inschakelen en uitschakelen Als het rode lampje (2) brandt, is er een storing aan de stoel. Informeer in dit geval de SENNEBOGEN-servicepartner. 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 210 Bediening Bestuurdersstoel instellen 201603231126 Schakelaar, vermogen van verwarming of koeling Rode lamp, foutcodeweergave Schakelaar, omschakeling verwarming/airconditioning Blauwe lampen, koelbedrijf Stel de bedrijfsstand voor de stoel-airconditioning in de met schakelaar (3). Stand 1: Verwarmingsbedrijf Stand 0: Stoel-airconditioning uitgeschakeld Stand 2: Koelbedrijf Stel het vermogen van de verwarming of koeling in de met schakelaar (1).
  • Pagina 211 Bediening Overzicht van de bedieningselementen > Mobiele onderwagen met joystickbesturing 6.6 Overzicht van de bedieningselementen 6.6.1 Algemene aanwijzingen De machinebesturing kan vanwege klantspecifieke uitvoeringen afwijken van de volgende beschrijvingen. Lees meer informatie in Ä Hoofdstuk 10.2 “Klantspecifieke uitvoe- ring en functies” op pagina 321. 6.6.2 Mobiele onderwagen met joystickbesturing Pedalen SENCON...
  • Pagina 212 Bediening Overzicht van de bedieningselementen > Mobiele onderwagen met stuurwielbesturing 6.6.3 Mobiele onderwagen met stuurwielbesturing Pedalen SENCON Joystick, links Joystick, rechts Bedieningspaneel, rechtsvoor Bedieningspaneel, links op stoel Bedieningspaneel, rechts op stoel Bedieningspaneel, rechts Stuurwiel 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 213 Bediening Overzicht van de bedieningselementen > Rupsonderwagen 6.6.4 Rupsonderwagen Pedalen SENCON Joystick, links Joystick, rechts Bedieningspaneel, rechtsvoor Bedieningspaneel, links op stoel Bedieningspaneel, rechts op stoel Bedieningspaneel, rechts 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 214 Bediening Joysticks en pedalen (mobiel) > Joystick rechts 6.7 Joysticks en pedalen (mobiel) 6.7.1 Joystick links De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Arm uit Arm in Bovenwagen draaien, rechts Bovenwagen draaien, links De toetsen hebben de volgende functies: Uitrustingsstuk draaien, links (proportioneel) Uitrustingsstuk draaien, rechts (proportioneel) Claxon Overbrugging uitschakeling giek...
  • Pagina 215 Bediening Joysticks en pedalen (mobiel met voorgeselecteerde rijrichting) > Joystick links 6.7.3 Pedalen De pedalen hebben de volgende functies: Voetsteunen Bedrijfsrem Rijpedaal Ontgrendeling van de bedrijfsrem 6.8 Joysticks en pedalen (mobiel met voorgeselecteerde rijrichting) 6.8.1 Joystick links De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Arm uit Arm in Bovenwagen draaien, rechts...
  • Pagina 216 Bediening Joysticks en pedalen (mobiel met voorgeselecteerde rijrichting) > Pedalen in cabine Maxcab 6.8.2 Joystick rechts De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Compacte giek omlaag Compacte giek omhoog Uitrustingsstuk openen Uitrustingsstuk sluiten De toetsen hebben de volgende functies: Sturen, links (proportioneel) Sturen, rechts (proportioneel) Magneetinstallatie aan Magneetinstallatie uit...
  • Pagina 217 Bediening Joysticks en pedalen ULM (mobiel) > Joystick rechts 6.9 Joysticks en pedalen ULM (mobiel) 6.9.1 Joystick links De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Arm uit Arm in Bovenwagen draaien, rechts Bovenwagen draaien, links De toetsen hebben de volgende functies: 1 Uitrustingsstuk draaien, links (proportioneel) 2 Uitrustingsstuk draaien, rechts (proportioneel) 3 –...
  • Pagina 218 Bediening Joysticks en pedalen ULM (mobiel) > Pedalen ULM uitschuiven Uitrustingsstuk openen Naar links sturen Naar rechts sturen – – 6.9.3 Pedalen De pedalen hebben de volgende functies: – Bediening machine – Bedrijfsrem Rijpedaal – Ontgrendeling van de bedrijfsrem 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 219 Bediening Joysticks en pedalen (rupsband) > Joystick links 6.10 Joysticks en pedalen (rupsband) 6.10.1 Joystick links De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Arm uit Rijden, linker loopwerk naar voren Arm in Rijden, linker loopwerk naar achteren Bovenwagen draaien, rechts Bovenwagen draaien, links De toetsen hebben de volgende functies: 1 Uitrustingsstuk draaien, links (proportioneel) 2 Uitrustingsstuk draaien, rechts (proportioneel)
  • Pagina 220 Bediening Joysticks en pedalen (rupsband) > Pedalen 6.10.2 Joystick rechts De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Compacte giek omlaag Rijden, rechter loopwerk naar voren Compacte giek omhoog Rijden, rechter loopwerk naar voren Uitrustingsstuk openen Uitrustingsstuk sluiten De toetsen hebben de volgende functies: –...
  • Pagina 221 Bediening Joysticks en pedalen ULM (rups) > Joystick links 6.11 Joysticks en pedalen ULM (rups) 6.11.1 Joystick links De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Arm uit Rijden, linker loopwerk naar voren Arm in Rijden, linker loopwerk naar achteren Bovenwagen draaien, rechts Bovenwagen draaien, links...
  • Pagina 222 Bediening Joysticks en pedalen ULM (rups) > Pedalen 6.11.2 Joystick rechts De bewegingsrichtingen hebben de volgende functies: Compacte giek omlaag Rijden, rechter loopwerk naar voren Compacte giek omhoog Rijden, rechter loopwerk naar voren ULM uitschuiven ULM inschuiven De toetsen hebben de volgende functies: –...
  • Pagina 223 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel, links op stoel (rupsbandonderwagen) 6.12 Bedieningspanelen 6.12.1 Bedieningspaneel, links op stoel (mobiele onderwagen) * Stoel-airconditioning Lendensteun Afstempeling - mobiele onderwagen * Optie 6.12.2 Bedieningspaneel, links op stoel (rupsbandonderwagen) * Stoel-airconditioning Lendensteun * Optie 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 224 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel, rechts op stoel 6.12.3 Bedieningspaneel, rechts op stoel Contactslot P = vrijschakelen van de tankpomp 0 = contact UIT I = contact AAN II = motor starten Contactdoos, 12 V Contactdoos, 24 V * Standverwarming * Optie 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 225 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel, rechtsvoor (rupsonderwagen) 6.12.4 Bedieningspaneel, rechtsvoor (mobiele onderwagen) Noodstopschakelaar Schakelaar pendelas Schakelaar, rijsnelheid langzaam/snel Schakelaar, vastzetrem draaiwerk Schakelaar, keuze schuif Schakelaar, keuze afstempeling linksvoor 10 Schakelaar, keuze afstempeling rechtsvoor 11 Schakelaar, keuze afstempeling linksachter 12 Schakelaar, keuze afstempeling rechtsachter 13 Toets, noodbesturing sturen 14 Toets, noodbesturing uitrustingsstuk draaien 15 Toets, voorkeuze cabine verplaatsen...
  • Pagina 226 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel rechts (dieselmotor) 6.12.6 Bedieningspaneel rechts (dieselmotor) Schakelaar, rijlicht Toerentalregelaar Toets, dieselmotor starten/stoppen Schakelaar, omschakeling uitrustingsstuk/ULM 10 USB-contactdoos, 5 V 11 Airconditioning - Niet bezet * Optie 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 227 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel rechts (elektromotor) 6.12.7 Bedieningspaneel rechts (elektromotor) Schakelaar, rijlicht Schakelaar, vrijgave rijden 10 USB-contactdoos, 5 V 11 Airconditioning - Niet bezet * Optie 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 228 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel rechts (Maxcab 2) 6.12.8 Bedieningspaneel rechts (Maxcab 2) Schakelaar, rijlicht Toerentalregelaar Toets, dieselmotor starten/stoppen Radio Bedieningspaneel airconditioning 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 229 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel rechtsboven/buiten (dieselmotor - cabine Maxcab) 6.12.9 Bedieningspaneel rechtsboven/buiten (dieselmotor - cabine Maxcab) Schakelaar, werkschijnwerper, cabine Schakelaar, werkschijnwerper, giek * Schakelaar, werkschijnwerper, bovenwagen Schakelaar, ruitenwisser, voorruit Toets, ruitensproeier, voorruit * Schakelaar, ruitenwisser, dakruit * Toets, sproeierinstallatie, dakruit * Schakelaar, ruitenwisser, onderste voorruit * Toets, sproeierinstallatie, onderste voorruit 10 * Schakelaar, rondomverlichting...
  • Pagina 230 Bediening Bedieningspanelen > Bedieningspaneel rechtsboven/buiten (elektromotor - cabine Maxcab) 6.12.10 Bedieningspaneel rechtsboven/buiten (elektromotor - cabine Maxcab) Schakelaar, werkschijnwerper, cabine Schakelaar, werkschijnwerper, giek * Schakelaar, werkschijnwerper, bovenwagen Schakelaar, ruitenwisser, voorruit Toets, ruitensproeier, voorruit * Schakelaar, ruitenwisser, dakruit * Toets, sproeierinstallatie, dakruit * Schakelaar, ruitenwisser, onderste voorruit * Toets, sproeierinstallatie, onderste voorruit 10 * Schakelaar, rondomverlichting...
  • Pagina 231 Bediening Noodstop 6.12.11 Bedieningspaneel, elektromotor Storing brandt/storing bevestigen Elektromotor AAN Elektromotor UIT Noodstopschakelaar In de SENCON wordt de storing via de betreffende controlelamp aangewezen. 6.13 Noodstop Door het bedienen van de noodstopschakelaars wordt de machine onmiddellijk buiten werking gezet. Dieselmotor (optie) De noodstopschakelaar bevindt zich in de cabine op het bedie- ningspaneel rechts (1) 23.01.2018...
  • Pagina 232 Bediening Veiligheidshendel Na bediening van de noodstop-schakelaar het con- tact weer inschakelen. – De DEF (AdBlue)-leidingen moeten nog worden leeggepompt. Elektromotor Noodstopschakelaars bevinden zich: in de cabine op het bedieningspaneel elektromotor (1) op de elektrische schakelkast op de bovenwagen (2) 6.14 Veiligheidshendel Veiligheidshendel aangetrokken...
  • Pagina 233 Bediening Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem Bij aangetrokken veiligheidshendel zijn alle hydraulische functies buiten werking. is de rem van de draaiinrichting gesloten. Veiligheidshendel vrijgezet (naar voren gedrukt) Bij een gedeactiveerde veiligheidshendel staan alle hydraulische functies ter beschikking, kunnen alle werkbewegingen uitgevoerd worden. dient de rem van de draaiinrichting vrijgezet te worden. 6.15 Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem WAARSCHUWING!
  • Pagina 234 Bediening Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem – De regeneratie van het uitlaatgasnabehande- lingssysteem is alleen mogelijk wanneer de beladingstoestand van het uitlaatgasnabehan- delingssysteem voor de regeneratieprocedure voldoende is. – Wanneer hoge uitlaatgastemperaturen bij gebruik van de machine gevaar opleveren, dan kan de regeneratie van het uitlaatgasnabehan- delingssysteem gedurende een beperkte periode uitgesteld worden.
  • Pagina 235 Bediening Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem AANWIJZING! Aanwijzing betreffende de handmatige regene- ratie Voor een handmatige regeneratie dient u de hier- onder vermelde punten op te volgen: – Bewaak de machine en de omgeving daarvan tijdens de regeneratie van het uitlaatgasnabe- handelingssysteem. – Wanneer zich een onveilige situatie voor- doet: schakel de motor direct uit.
  • Pagina 236 Bediening Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem – Lampen – Waarschuwingsdriehoek – Wiggen – Wanneer de machine zich in een gebouw bevindt, moet er worden gezorgd voor een afvoerinstallatie voor de uitlaatgassen. – Deze moet geschikt zijn voor een uitlaat- gastemperatuur van minimaal 850 °C. –...
  • Pagina 237 Bediening Airconditioning > Algemene aanwijzingen Verklaring symbolen Beschrijving Symbool Bij uitlaatgastemperaturen hoger dan 625°C brandt op de SENCON het volgende contro- lelampje: Wanneer de beladingstoestand toereikend is, brandt op de SENCON het volgende contro- lelampje: Schakelaarstanden regeneratie uit- laatgasbehandelingssysteem 0 - midden Regeneratie uitlaatgasnabehandelingssysteem automatisch De regeneratie van het uitlaatgasnabehandelingssysteem is actief tijdens het werken.
  • Pagina 238 Bediening Airconditioning > Algemene aanwijzingen – Houd ramen en cabinedeur gesloten bij inge- schakelde airconditioning. – Schakel de airconditioning ten minste één keer per maand in om de levensduur ervan te ver- hogen. Ventilatorstanden Temperatuur Luchtverdeling Schakelaar buitenlucht-/circulatieluchtstand Schakelaar, koelbedrijf aan/uit Functies van de airconditioning Met de buitenluchtstand kan de cabine snel worden ontvochtigd bij beslagen ruiten.
  • Pagina 239 Bediening Automatische airconditioning > Algemene aanwijzingen Het koelbedrijf van de airconditioning kan worden in- en uitgescha- keld. 6.16.2 Airconditioning inschakelen Draai de contactsleutel in stand I. Open de ventilatieopeningen. Schakel de ventilator in. Stel de gewenste temperatuur in via de thermostaat. Stel de luchtverdeling van de ventilator in.
  • Pagina 240 Bediening Automatische airconditioning > Algemene aanwijzingen Ventilatorstanden Luchtverdeling Temperatuur Weergave buitentemperatuur, airconditioning aan/uit Buitenlucht/recirculatielucht Temperatuurindicatie Functies van de airconditioning Met de buitenluchtstand kan de cabine snel worden ontvochtigd bij beslagen ruiten. Met de recirculatieluchtstand kan de cabine snel worden opge- warmd, of een hogere eindtemperatuur worden bereikt bij verwar- mingsbedrijf of een snellere afkoeling van de cabine bij koelbedrijf.
  • Pagina 241 Bediening Automatische airconditioning > Temperatuureenheid instellen 6.17.2 Automatische airconditioning inschakelen Draai de contactsleutel in stand I. Open de ventilatieopeningen. Schakel de ventilator in. Stel de luchtverdeling van de ventilator in. Selecteer de gewenste bedrijfsstand met de toets. Selecteer het verwarmingsbedrijf of koelbedrijf met de toets.
  • Pagina 242 Bediening Automatische airconditioning (Maxcab 2) ° Fahrenheit Selecteer de temperatuureenheid met de toets. Sla de selectie op met de toets. 6.17.4 Ventilatieopening instellen Draai de draairegelaar naar boven om de ventilatie-opening te openen of om de luchtstroming naar boven te richten. Draai de draairegelaar naar beneden om de ventilatie-ope- ning te sluiten of om de luchtstroming naar beneden te richten.
  • Pagina 243 Bediening Automatische airconditioning (Maxcab 2) > Bedieningspaneel automatische airconditioning 6.18.1 Bedieningspaneel automatische airconditioning Opmerking De machine is uitgerust met een automatische air- conditioning waarmee nauwkeurig kan worden ver- warmd of gekoeld. Veiligheidsinstructies Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door geschoold personeel uitvoeren. U mag niet met uw handen binnen in het apparaat komen en er ook geen voorwerpen insteken.
  • Pagina 244 Bediening Automatische airconditioning (Maxcab 2) > Bedieningspaneel automatische airconditioning Keuzeschakelaar ventilatorstanden Circulatieluchtmodus Weergave buitentemperatuur Thermostaat Airco Aan/Uit Buitenluchtmodus Keuzeschakelaar luchtverdeling Temperatuurweergave (°C of °F) Informatie De automatische airconditioning kan met buiten- of circulatielucht worden gebruikt. Informatie Om de verwarmings- of aircofunctie in te scha- kelen, drukt u twee keer op de toets (5).
  • Pagina 245 Bediening Extra indicaties (speciale uitrusting) > Lastmomentbegrenzing (LMB) Airconditioning inschakelen (5) Start de dieselmotor. De ventilator (1) op het bedieningspaneel rechts inschakelen. Open de luchtinlaatopeningen in de cabine om bevriezing van de verdamper te voorkomen. Druk op de toets van de automatische airconditioning (5) op het bedieningspaneel Gewenste temperatuur via de toetsen (4) op het bedienings- paneel instellen.
  • Pagina 246 Bediening Extra indicaties (speciale uitrusting) > Lastmomentbegrenzing (LMB) Voor wat betreft de noodzaak tot een lastmomentbegrenzing moet de eigenaar bovendien op het volgende letten: Internationale bepalingen en veiligheidsvoorschriften. Nationale bepalingen en veiligheidsvoorschriften. Locale bepalingen en veiligheidsvoorschriften. Havenafhankelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften. GEVAAR! Levensgevaar door foutieve instelling! –...
  • Pagina 247 Bediening Extra indicaties (speciale uitrusting) > Generator en magneetinstallatie Sleutelschakelaar (A): Bedrijfsstatus van de LMB Stand 0 Stand 1 AAN (Normaal bedrijf) Als de LMB foutief wordt ingesteld, komt de door de LMB bere- kende maximale hijslast niet overeen met de toegestane hijslast. Een foutief ingestelde LMB geeft de kraanbestuurder een bedrieg- lijk gevoel van veiligheid.
  • Pagina 248 Bediening Extra indicaties (speciale uitrusting) > Lagetemperatuurpakket Ä Hoofdstuk 6.22.14 Voor meer informatie zie “Werken met generator en magneetinstallatie (spe- Ä Hoofdstuk 10.9 ciale functie)” op pagina 279 en “Magneetinstallatie (optie)” op pagina 322. 6.19.3 Camera/monitor Ä Hoofdstuk 10.5 “Came- Voor meer informatie zie rasysteem”...
  • Pagina 249 (3) in de linker bergruimte van de machine met het stroomnet verbonden zijn. De contactdoos (3) wordt via de zekerin- genkast (4) beveiligd. Alleen de stekker wordt door SENNEBOGEN meegeleverd, niet de voedingskabel naar de contactdoos! Laat de kabel uitsluitend door opgeleid vakpersoneel aansluiten! De temperatuur via de regelaar (2) op de thermostaat instellen (voorinstelling: 40 °C (104 °F)).
  • Pagina 250 (3) in de linker bergruimte van de machine met het stroomnet verbonden zijn. De contactdoos (3) wordt via de zekeringenkast (4) beveiligd. Alleen de stekker wordt door SENNEBOGEN meegeleverd, niet de voedingskabel naar de contactdoos! Laat de kabel uitsluitend door opgeleid vakpersoneel aansluiten!
  • Pagina 251 (3) in de linker bergruimte van de machine met het stroomnet verbonden zijn. De contactdoos (3) wordt via de zekeringenkast (4) beveiligd. Alleen de stekker wordt door SENNEBOGEN meegeleverd, niet de voedingskabel naar de contactdoos! Laat de kabel uitsluitend door opgeleid vakpersoneel aansluiten!
  • Pagina 252 De contactdoos (2) wordt via de zekeringenkast (3) beveiligd. Alleen de stekker wordt door SENNEBOGEN meegeleverd, niet de voedingskabel naar de contactdoos! Laat de kabel uitsluitend door opgeleid vakpersoneel aansluiten!
  • Pagina 253 Bediening Kabeltrommel (optie) Kabeltrommel Sleutelschakelaar (overbrugging kabeltrommel) AANWIJZING! Ter bescherming van de kabeltrommel (1) en voe- dingskabel wordt kort voor het afwikkeleinde het verder rijden van de machine verhinderd of gedeactiveerd. Afwikkeleinde - gebruik gedeacti- Sleutelschakelaar (2) Functie veerd Schakelaarstand "0" Normaal bedrijf Schakelaarstand "1"...
  • Pagina 254 Bediening Kabeltrommel (optie) Rijrichting Dezelfde richting Tegengestelde richting Sleutelschakelaar (2) in de stand "1" draaien en gedraaid houden. Machine in tegengestelde richting (5) verplaatsen. GEVAAR! Levensgevaar door verplaatsen van de machine in dezelfde richting (4)! Het negeren van deze instructie kan ernstige materiële schade en dodelijk letsel tot gevolg hebben.
  • Pagina 255 Bediening waarschuwingsvoorziening Bedieningspaneel - kabeltrommel (optie) VOORZICHTIG! De machinist moet voor de inbedrijfstelling van de machine controleren, of de schakelaar (9) op stand "I" respectievelijk automatische werking van de kabeltrommel is ingesteld. WAARSCHUWING! De schakelaar voor de handbediening van de kabeltrommel mag alleen in noodgevallen door bevoegd personeel worden bediend! Het negeren van deze instructie kan ernstige materiële schade...
  • Pagina 256 Bediening waarschuwingsvoorziening Claxon met interval Claxon met interval Klaroengeschal Klaroengeschal 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 257 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Veiligheidsinstructies 6.22 Inzet bij werkzaamheden 6.22.1 Veiligheidsinstructies GEVAAR! – Houd u aan Ä Hoofdstuk 1 “Veiligheid” op pagina 17. Voer vóór de inbedrijfstelling de controlewerk- zaamheden uit ( Ä Hoofdstuk 4.6 “Controles vóór dagelijkse inbedrijfstelling” op pagina 96). –...
  • Pagina 258 Let op signalen van de assistent. – Vóór het berijden van opritten of hellingen dienen de maximaal toelaatbare waarden van SENNEBOGEN te worden geraadpleegd. – Let op signalen van de assistent. – Bij lange ritten dient de giek in de rijrichting geplaatst te worden.
  • Pagina 259 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Cabine verplaatsen WAARSCHUWING! Risico op ongevallen door inscheren en beknelling! Bij het verplaatsen van de cabine mogen er geen personen bij de cabine of in de verplaatsingszone aanwezig zijn. – Verplaats de cabine niet als er zich personen op, bij of onder de cabine bevinden.
  • Pagina 260 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Cabine verplaatsen Cabine omhoogbrengen - neer- Druk de toets (1) links in. laten/uitschuiven - inschuiven Druk de toets (2) links in. - De cabine wordt omhooggebracht. Druk de toets (1) links in. Druk de toets (2) rechts in. - De cabine wordt neergelaten.
  • Pagina 261 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Cabine verplaatsen Druk de toets (1) rechts in. Druk de toets (2) links in. - De cabine wordt uitgeschoven. Druk de toets (1) rechts in. Druk de toets (2) rechts in. - De cabine wordt ingeschoven. 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 262 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Nooddaalinrichting - cabine 6.22.3 Nooddaalinrichting - cabine De nooddaalinrichting werkt zelfs wanneer de motor respectievelijk het hydraulisch systeem uit- valt. De machine is met de volgende nooddalings- mogelijkheid uitgerust: – Nooddaalinrichting (in de cabine) Inbouwplaats: rechtsonder naast de bestuur- derszitplaats.
  • Pagina 263 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Pendelasvergrendeling Hendel (1) naar boven drukken. De cabine gaat langzaam omlaag. Hendel (1) na het bereiken van de laagste eindstand weer terugzetten. Nooddaalinrichting - buiten de cabine Hendel (2) naar boven drukken. De cabine gaat langzaam omlaag.
  • Pagina 264 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Pendelasvergrendeling WAARSCHUWING! Risico op ongevallen door kantelen van de machine bij ontgrendelde pendelas. Bij een ontgrendelde pendelas vermindert de standvastigheid van de machine. Het kantelen van de machine kan leiden tot ernstig letsel en mate- riële schade.
  • Pagina 265 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Pendelasvergrendeling In overige posities en bij stilstand van de machine is de pendelas automatisch vergrendeld. Schakelaarstand Omstandigheden LINKS Geen De pendelas is vergrendeld. – bij actuele ashoek. (pendelasvergrendeling AAN) MIDDEN Bovenwagen in lengterichting De pendelas is ontgrendeld. ten opzichte van de onder- Weergave symbool in SENCON.
  • Pagina 266 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (mobiele onderwagen) Schakelaarstand Omstandigheden MIDDEN Bovenwagen niet in lengterich- De pendelas is vergrendeld. ting ten opzichte van de onder- (pendelasautomaat geactiveerd) wagen. RECHTS Geen De pendelas is ontgrendeld. Weergave symbool in SENCON. (pendelasvergrendeling UIT) 6.22.5 Machine verplaatsen (mobiele onderwagen) GEVAAR!
  • Pagina 267 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (mobiele onderwagen) Let bij het rijden met hangende last op de vol- gende punten: – Kantelgevaar! Lasten dienen zo laag mogelijk boven de grond vervoerd te worden. – Giek altijd in de lengte van de onderwagen plaatsen.
  • Pagina 268 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (mobiele onderwagen) Verplaatsen Bedrijfsrem (1) bedienen en vergrendelen. Aandrijfmotor starten (2). Veiligheidshendel (3) naar voren drukken. Afstempeling (4) zo nodig inschuiven. In terrein- of wegversnelling schakelen (12). Pendelas zo nodig vrijschakelen (10). Meer informatie over de besturing vindt u in hoofd- stuk 6.6.
  • Pagina 269 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (mobiele onderwagen) Ontgrendelingshendel (1) van de bedrijfsrem (3) bedienen. Rijrichting door middel van het rijpedaal (2) kiezen. Machine met de bedrijfsrem (3) afremmen. Bij het verlaten altijd de bedrijfsrem (3) inschakelen! Veiligheidshendel (4) naar achteren trekken. Vermijd overmatige opwarming van de hydrauliek- olie.
  • Pagina 270 (bijvoorbeeld leiwiel) veroorzaken. Het is verboden om over verhoogde of verlaagde obsta- kels, zoals bijvoorbeeld drempels, rails, trottoir- banden etcetera te rijden! SENNEBOGEN is niet aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade! Er mag uitsluitend op vlakke, gladde, bij voorkeur verharde (betonplaten) wegen/straten worden gereden! Houd rekening met de bodembelasting.
  • Pagina 271 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (rupsonderwagen) Omschakeling - Uitrusting bedienen / Met de machine rijden Druk om de bedieningshendel in de functie Met de machine rijden te zetten op de schakelaar (1). De normale functie van de bedieningshendel (Hef- hoogte omhoog/omlaag en Arm uit/in) wordt daarbij uitgeschakeld.
  • Pagina 272 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (rupsonderwagen) Vooruit - rechtuit rijden Stand rijpedaal/hendel Beweging loopwerk Beide rijpedalen/hendels naar voren drukken. Achteruit - rechtuit rijden Stand rijpedaal/hendel Beweging loopwerk Beide rijpedalen/hendels naar achteren trekken. Vooruit - naar links rijden Stand rijpedaal/hendel Beweging loopwerk Rijpedaal/hendel links in middelste stand (neutraal) laten staan.
  • Pagina 273 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine verplaatsen (rupsonderwagen) Achteruit - naar links rijden Stand rijpedaal/hendel Beweging loopwerk Rijpedaal/hendel links in middelste stand (neutraal) laten staan. Rijpedaal/hendel rechts naar achteren drukken. Achteruit - naar rechts rijden Stand rijpedaal/hendel Beweging loopwerk Rijpedaal/hendel links naar achteren drukken. Rijpedaal/hendel rechts in middelste stand (neutraal) laten staan.
  • Pagina 274 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine afstempelen 6.22.7 Machine afstempelen Met de stempel wordt de machine in oneffen terrein gestabiliseerd. De stabiliteit wordt daardoor verhoogd. Hijslasten zie ook hoofd- stuk 3 TECHNISCHE GEGEVENS. VOORZICHTIG! – Stempel pas bij stilstaande machine direct voor de belasting uitschuiven.
  • Pagina 275 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine afstempelen fout goed 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 276 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine afstempelen Gehele afstempeling uitschuiven Gehele bediening Pos. Beschrijving Hendel afstempeling voor = uitschuiven Terug = inschuiven (hendel volledig indrukken) Afzonderlijke bediening Pos. Beschrijving Linksvoor Rechtsvoor linksachter Rechtsachter Parkeer- en bedrijfsrem inschakelen. motor starten. Veiligheidshendel vrijzetten. Pendelas met schakelaar op het bedieningspaneel rechts- voor vergrendelen (lampje in de schakelaar brandt niet).
  • Pagina 277 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Machine afstempelen Hendel gehele bediening (1) naar voren drukken, totdat de afstempelingen volledig zijn uitgeschoven. Daarna de hendel terugschuiven, totdat de wielen de grond raken. Individuele afstempeling uit- schuiven (optie) Parkeer- en bedrijfsrem inschakelen. motor starten. Veiligheidshendel vrijzetten.
  • Pagina 278 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Bovenwagen draaien/afremmen Parkeer- en bedrijfsrem inschakelen. motor starten. Veiligheidshendel vrijzetten. Hendel geheel indrukken en (1) naar achteren trekken. Afstempeling tot 75% inschuiven. Stempels handmatig inklappen (botsingsgevaar met boven- wagen). Afstempeling volledig inschuiven. Controleren of alle vier de afstempelingen volledig zijn inge- schoven.
  • Pagina 279 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Bovenwagen draaien/afremmen Schakelaar vastzetrem draai-inrichting Positioneerdraairem (optie) D Bovenwagen draaien, links C Bovenwagen draaien, rechts Om de bovenwagen te kunnen draaien, moet de aandrijvingsmotor in bedrijf zijn, de veiligheids- hendel vrijgezet (naar voren gedrukt) en de scha- kelaar van de rem van de draaiinrichting 'rechts' zijn ingedrukt.
  • Pagina 280 Onherstelbare beschadiging van de draaiin- richting Voor deze schade wordt geen garantie verleend door SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Voor dergelijke schade en voor schade die als gevolg hiervan ontstaan - bijvoorbeeld vanwege een verminderde werking van de rem - is uitslui-...
  • Pagina 281 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Bovenwagen draaien/afremmen Keuze van de rem van de draaiinrichting, die pas aan het begin, respectievelijk aan het einde van een handeling aangrijpt: Bij stilstand van de bovenwagen grijpt de rem van de draaiinrich- ting automatisch aan. Bij het draaien van de bovenwagen wordt de rem van de draaiin- richting automatisch losgezet.
  • Pagina 282 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Lasten hijsen/neerlaten Draaibegrenzing met automatische Effectief werkgebied afhankelijk van de kabelpositie (1, 2) 270°. uitschakeling bij elektromachine Overige 90° via kabel niet bruikbaar. (optie) 270° effectief B 90° via kabel niet bruikbaar Kabelpositie - kabel rijrichting voorwaarts afgerold Kabelpositie - kabel rijrichting achteruit afgerold Stroomvoorziening Schakelaar overbrugging draaibegrenzing...
  • Pagina 283 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Einduitschakelingen - uitrusting WAARSCHUWING! Ongecontroleerd afvallen van de uitrusting bij uitval van de aandrijfmotor. Als de aandrijfmotor uitvalt, kan de uitrusting en last enige tijd later naar beneden vallen. Wordt dit gevaar niet voorkomen, dan kan dit leiden tot ern- stig lichamelijk letsel.
  • Pagina 284 De door de fabriek uitgevoerde en verzegelde instellingen van de einduitschakelingen nooit ver- anderen. Schade ontstaan door aanpassingen wordt geen garantie verleend door SENNEBOGEN Maschi- nenfabrik GmbH. De instelling wordt uitsluitend uitgevoerd door de SENNEBOGEN-klantenservice of een SENNE- BOGEN-servicepartner!
  • Pagina 285 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Uitschakeling op korte afstand De bedieningshendel afhankelijk van de gewenste werk- zaamheden (arm uit, hefhoogte omhoog/omlaag) in de juiste richting bewegen. ð De uitrusting blijft bij het bereiken van de eindafschake- ling korte tijd staan. Bedieningshendel opnieuw afhankelijk van de gewenste werkzaamheden (arm uit, hefhoogte omhoog/omlaag) uiterst voorzichtig in de betreffende richting bewegen.
  • Pagina 286 – De nabijbereik-uitschakeling moet afhankelijk van de grootte of lengte van het uitrustingsstuk worden ingesteld. De instelling mag uitsluitend door een servicepartner van SENNEBOGEN worden uitgevoerd. – De instellingen van de uitschakeling op korte afstand moeten voor iedere inbedrijfstelling...
  • Pagina 287 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Grijperbesturing WAARSCHUWING! – Een zwevende last betekent gevaar voor onge- vallen! Zet de last altijd neer bij werkonderbrekingen. Verlaat nooit de cabine bij een zwevende last. – Activeer de overbelasting-waarschuwingsin- richting. – Er mogen geen handelingen worden verricht die de stabiele stand van de machine in gevaar brengen.
  • Pagina 288 Daardoor zijn snellere werkcycli mogelijk. SENNEBOGEN raadt het volgende Bij gebruik van de grijper de grijperbesturing continu ingeschakeld aan: laten. Hierdoor worden de hierboven vermelde functies gegaran- deerd.
  • Pagina 289 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Werken met generator en magneetinstallatie (speciale functie) 6.22.14 Werken met generator en magneetinstallatie (speciale functie) WAARSCHUWING! – Aansluitings- en montagewerkzaamheden op elektrische installaties mogen alleen worden uitgevoerd door daarvoor opgeleid vakperso- neel en volgens de geldende nationale bepa- lingen.
  • Pagina 290 – Voor gebruik van de magneetinstallatie de handleiding lezen. – Alleen toegestane accessoires gebruiken. Neem hiervoor contact op met de klantenser- vice van SENNEBOGEN. – Het gebruik is alleen toegestaan met magneet- schijven, andere toepassingen zijn niet toege- staan. –...
  • Pagina 291 Elke verande- ring, ondeskundige reparatie of gebruik van ongeschikte onderdelen van derden leidt ertoe dat alle aanspraken op garantie komen te ver- vallen. SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH stelt zich in dit geval niet aansprakelijk. – Stel de componenten van het generator-sys- teem nooit bloot aan de straal van hogedrukrei- nigers.
  • Pagina 292 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Werken met generator en magneetinstallatie (speciale functie) Schakel de magneetinstallatie in. ð Op de SenCon verschijnen de volgende symbolen: Plaats de magneet op de lading. Druk de druktoets (4) op de rechter bedieningshendel in. ð Op de SenCon verschijnen de volgende symbolen: Druk op de druktoets (3) of (4) om de lading te lossen.
  • Pagina 293 Bediening Inzet bij werkzaamheden > Werken met generator en magneetinstallatie (speciale functie) Controleapparaat SENNEBOGEN- generator (optie) Omschrijving Functie Grafisch display (1) Weergave van systeemgegevens, operati- onele gegevens en foutmeldingen. Toets "Magneet" (2) In- en uitschakelen van de magneet. Toets "Display" (3) Instellen van de display-Helderheid en de achtergrondverlichting.
  • Pagina 294 Bediening Machine tanken > Algemene aanwijzingen Omschrijving Functie Keuze koppel (10) Weergave van het ingestelde maximale koppel. Tekstweergave (11) Weergave van systeemgegevens, operati- onele gegevens en foutmeldingen. Voor meer informatie over controleapparaat zie Ä Hoofdstuk 10.9 “Magneetinstallatie (optie)” op pagina 322. 6.23 Machine tanken 6.23.1...
  • Pagina 295 Bediening Machine tanken > Tanken met de tankpomp (optie) AANWIJZING! Neem de aanwijzingen in de gebruikshandleiding van de motorfabrikant in acht. 6.23.2 Handbediend tanken Zijdeksel (1) openen. Deksel (2) van de vulopening openen. Grove zeef reinigen. Trechter in vulopening steken. Voorzichtig brandstof door trechter bijvullen.
  • Pagina 296 Bediening Machine tanken > Tanken met de tankpomp (optie) Deksel van de vulopening openen. Daardoor kan lucht uit de brandstoftank ontsnappen. GEVAAR! Als het deksel niet is geopend, kan dit tijdens het tanken/vullen tot overdruk in de tank leiden. De tank kan vervormen of barsten en schade aan materieel of letsel aan personen toebrengen.
  • Pagina 297 Bediening Machine tanken > Tanken met de tankpomp (optie) Sleutelschakelaar in stand "P” brengen. Deksel van de vulopening openen. Daardoor kan lucht uit de brandstoftank ontsnappen. De klep (1) van de kast van de tankpomp openen. *: Optionele uitvoering/speciale functie Brandstofslang (2) in de externe brandstoftank steken.
  • Pagina 298 Bediening Noodbesturing > Machine sturen (mobiele onderwagen) Is de zuigzijde vrij van lekkages? Is de maximale aanzuighoogte van 3 m niet overschreden? 6.24 Noodbesturing 6.24.1 Algemene aanwijzingen Wanneer de SENCON of de controller uitvalt, blijft de machine geheel operationeel. Alle belangrijke werkzaamheden kunnen handmatig worden geacti- veerd.
  • Pagina 299 Bediening Noodbesturing > Grijper draaien Schakelaarstand Actie Geen actie. Naar links sturen. Naar rechts sturen. 6.24.3 Grijper draaien Bij uitval van de functie "Grijper draaien" kan de grijper via de vol- gende schakelaars worden bediend. VOORZICHTIG! Het sturen van de grijper met de schakelaars is aanmerkelijk directer dan met de normale bestu- ring.
  • Pagina 300 Bediening Noodbesturing > Motortoerental instellen Schakelaarstand Actie Geen actie. Grijper, naar links draaien. Grijper, naar rechts draaien. 6.24.4 Motortoerental instellen Als de SENCON of de controller uitvalt, kan het motortoerental met behulp van de schakelaar (1) in het centrale elektrische systeem worden ingesteld.
  • Pagina 301 Bediening Noodbesturing > Maximale belastingsregeling Schakelaar- Actie stand Stand BOVEN Noodbedrijf: Instelling van het motortoerental op 50% van het maximale motortoerental. Stand MIDDEN Noodbedrijf uitgeschakeld (normaal bedrijf). Stand ONDER Noodbedrijf: Instelling van het motortoerental op het maximale motortoerental (100%). 6.24.5 Maximale belastingsregeling Wanneer de SENCON of de controller uitvalt, kan de GLR hand- matig met behulp van de schakelaar (2) in het centraal elektrisch...
  • Pagina 302 Bediening Noodbesturing > Ontsteking 6.24.6 Vastzetrem draaiinrichting Wanneer de SENCON of de controller uitvalt, kan de automatische vastzetrem van de draai-inrichting met behulp van de schakelaar (3) in het centraal elektrisch systeem worden ingesteld. VOORZICHTIG! Schakel het noodbedrijf nooit in wanneer de machine in werking is.
  • Pagina 303 Bediening Noodbesturing > Ventilator combiradiateur 6.24.8 Ventilator combiradiateur Wanneer de SENCON of de controller uitvalt, of wanneer er een andere storing optreedt, dient de ventilator van de combiradiateur voor olie/water in de noodbedrijffunctie te worden gezet. Doordat de stroomvoorziening van de regelklep van de ventilator wordt onderbroken, wordt de ventilator met het maximale toerental aangedreven.
  • Pagina 304 Bediening Slepen 6.25 Slepen VOORZICHTIG! Gebruik voor het slepen van een defecte machine een staalkabel met voldoende treksterkte. De schakelboringen en de aangelaste bevestigings- ogen op de onderwagen mogen niet worden gebruikt om te slepen (deze dienen uitsluitend om de machine tijdens transport te borgen). Op de powershift transmissie bevindt zich een noodbedieningssysteem, met behulp waarvan het voertuig kan worden gesleept wanneer de stuur-...
  • Pagina 305 Bediening Slepen Ventiel- en nippeloverzicht Smeernippels Ontluchtingsventiel Overdrukventiel WAARSCHUWING! De smeernippel (1) van de noodbediening (asver- deeldifferentieel) mag niet gebruikt worden voor het smeren. Deze dient uitsluitend voor het acti- veren van de noodbediening. De transmissie kan onherstelbaar worden beschadigd! Noodbediening activeren Motor uitschakelen.
  • Pagina 306 Bediening Slepen Noodbediening deactiveren Ontluchtingsventiel (2) van de noodbediening openen. Wegversnelling schakelen. Bedrijfsrem bedienen. Ontluchtingsventiel weer sluiten. 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 307 Transport Green Hybrid-aanwijzingen Transport 7.1 Algemene aanwijzingen Voorbereidende werkzaamheden De machine transporteren met een dieplader. Hiervoor zijn de vol- gende voorbereidende werkzaamheden noodzakelijk: Let op de maten van de machine en kies een geschikt trans- portvoertuig. Machine reinigen. Giek en arm in transportstand inklappen. Bovenwagen en onderwagen conform de handleiding vergren- delen.
  • Pagina 308 – Zorg ervoor dat tijdens het transport van de machine andere verkeersdeelnemers niet in gevaar worden gebracht. – Persoonlijke veiligheidsuitrusting (bijvoorbeeld veiligheidshelm, veiligheidshandschoenen, vei- ligheidsschoenen) dragen. – Eventuele transportschade direct aan de klan- tenservice van SENNEBOGEN melden. 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 309 Transport 818E rups - transportafmetingen en gewichten > 818E rupsonderwagen R25/240 7.4 818E mobiel - transportafmetingen en gewichten 7.4.1 818E Mobiele onderwagen MP21E Laadgiek Grijperarm Transportlengte Transporthoogte Transportbreedte Gewicht K9 ULM 5,30 m 3,80 m ULM 8,70 m 3,25 m 2,54 m circa 21,0 t 5,30 m...
  • Pagina 310 Transport 821E mobiel - transportafmetingen en gewichten > 821E Mobiele onderwagen MP26E 7.6 821E mobiel - transportafmetingen en gewichten 7.6.1 821E Mobiele onderwagen MP21E Laadgiek Grijperarm Transportlengte Transporthoogte Transportbreedte Gewicht 5,10 m 4,00 m 8,50 m 3,25 m 2,55 m circa 24,0 t K11 ULM 6,30 m 4,20 m ULM 9,70 m...
  • Pagina 311 Transport Bovenwagen vergrendelen 7.7 821E rups - transportafmetingen en gewichten 7.7.1 821E rupsonderwagen R25/240 Laadgiek Grijperarm Transportlengte Transporthoogte Transportbreedte Gewicht 5,10 m 4,00 m 8,50 m 3,25 m 2,55 m circa 26,0 t K11 ULM 6,30 m 4,20 m ULM 9,70 m 3,25 m 2,55 m circa 26,3 t...
  • Pagina 312 Transport Machine ophijsen 7.10 Machine ophijsen Veiligheidsinstructies Neem de veiligheidsinstructies in acht voordat u met de werkzaam- heden begint. GEVAAR! – De machine uitsluitend bevestigen aan de daarvoor bedoelde hijspunten. De hijspunten zijn geel gemarkeerd en voorzien van een groen lasthaaksymbool. –...
  • Pagina 313 Transport Machine vastsjorren Hijsgereedschap aan de hijspunten F en F bevestigen. Machine voorzichtig ophijsen. Hijspuntgewicht met onderwagen Gewicht aan de hijspunten F1 en F2 Type 818 M 19,2 t 1,5 t FGes Circa 20,7 t Hijspuntgewicht zonder onder- Gewicht aan de hijspunten F1 en F2: wagen Type 818 M...
  • Pagina 314 Transport Machine vastsjorren Machine vastsjorren mobiel Vooraanzicht Achteraanzicht 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 315 Transport Machine vastsjorren Machine vastsjorren rups Vooraanzicht Achteraanzicht 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 316 De onderhouds-, inspectie- en reparatiewerk- zaamheden dienen uitsluitend door opgeleid vakpersoneel te worden uitgevoerd. – Bij niet nader beschreven handelingen dient contact te worden opgenomen met de klanten- service van SENNEBOGEN. 8.2 Aandrijfmotor Motor start niet Oorzaak Oplossing Accuvermogen te laag Vloeistofniveau van de accu's contro- leren.
  • Pagina 317 Wat te doen als Hydraulisch systeem Neem ook notitie van de aanwijzingen in de hand- leiding van de motorfabrikant. 8.3 Hydraulisch systeem Olielekkage bij het hydraulisch sys- Oorzaak Oplossing teem Losse slangverbindingen Slangverbindingen vastzetten. Slangen of afdichtingen Slangen of afdichtingen ver- beschadigd vangen.
  • Pagina 318 Wat te doen als Verwarming > Koelvermogen van de airconditioning Oorzaak Oplossing Overdrukklep opent te Storing laten verhelpen door een vroeg vakman op het gebied van hydrauli- sche systemen. Hydraulische pomp ver- Pomp laten vervangen door een sleten of defect vakman op het gebied van hydrauli- sche systemen.
  • Pagina 319 Wat te doen als Verwarming > Algemeen Onvoldoende koelvermogen Oorzaak Oplossing Luchtdoorvoer te gering door Filter reinigen of vervangen. verstopt luchtfilter Relais defect Relais vervangen. Ventilatordoorgang belemmerd Luchtschachten controleren op belemmeringen. Storing ver- helpen. Buitenlucht-/circulatieluchtklep Op circulatielucht instellen. in buitenluchtstand bij hoge bui- tenluchttemperatuur Luchtdoorstroming van de con- Koelribben reinigen.
  • Pagina 320 Wat te doen als Verwarming > Algemeen Oorzaak Oplossing Ventilatormotor Ventilator vervangen. defect Bedieningsele- Bedieningselement controleren en indien ment defect nodig vervangen. Ventilator kan niet worden uitge- Oorzaak Oplossing schakeld Kortsluiting in kabel Kortsluiting verhelpen en indien nodig nieuwe kabel(s) aanbrengen Ventilator werkt, maar met minder Oorzaak Oplossing...
  • Pagina 321 Wat te doen als Banden en loopwerk Er komt water uit het apparaat Oorzaak Oplossing Slangaansluiting zit Controleren of de slangleidingen goed vast- zitten en slangklemmen aantrekken Waterslang bescha- Nieuwe slang aanbrengen en aansluiten digd Warmtewisselaar Origineel reserveonderdeel aanbrengen en beschadigd aansluiten.
  • Pagina 322 Wat te doen als Cabine Draaiaansluiting lek Oorzaak Oplossing Afdichtingen beschadigd Afdichtingen vervangen. Leidingen los Bevestigingsbouten natrekken. Draaiinrichting maakt geluid Oorzaak Oplossing Te weinig smeermiddel op de Tandkrans smeren conform tandkrans smeerschema. 8.6 Draaimechanisme Olielekkage aan de transmissie van Oorzaak Oplossing de draai-inrichting Aansluitingen los...
  • Pagina 323 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting (bij- voorbeeld veiligheidshelm, gehoorbescher- mers, veiligheidshandschoenen, veiligheids- schoenen) als de werkomstandigheden dat vereisen. Bij een werkhoogte vanaf 2,00 m adviseert SENNEBOGEN een valbeveiliging aan te brengen. – Voor alle uitrustingswerkzaamheden geldt: – Voer werkzaamheden alleen op een vaste, vlakke en voldoende stabiele ondergrond uit.
  • Pagina 324 – de gemonteerde uitrustingsstukken niet vol- doen aan de geldende veiligheidsvoorschriften – de uitrustingsstukken niet door SENNEBOGEN zijn vrijgegeven – de gemonteerde uitrustingsstukken gebreken vertonen. Voor schade die door uitrustingsstukken ontstaat en voor gevolgschade die daardoor ontstaat, is uit-...
  • Pagina 325 Uitrustingswerkzaamheden Contragewicht monteren/demonteren > Algemene aanwijzingen Opstaprooster (1) met geschikte hulpmiddelen voorzichtig op de cabine hijsen. Opstaprooster aan frame vastschroeven (2) (let op de draai- momenten, ). Controleren of het opstaprooster goed vastzit. 9.3 Contragewicht monteren/demonteren 9.3.1 Algemene aanwijzingen AANWIJZING! –...
  • Pagina 326 Uitrustingswerkzaamheden Contragewicht monteren/demonteren > Contragewicht demonteren aanschroefpunten voor hijsogen stekker achterlicht achterste zeskantbouten bevestigingsschroeven achterlicht onderste zeskantbouten Contragewicht middelste zeskantbouten afstandsstukken 4a - 4e zekering contragewicht: Onderdelen 9.3.2 Contragewicht demonteren Bovenwagen in rijrichting zetten. Uitrusting op de grond leggen. Uitlaatsteunen demonteren. Bevestigingsschroeven van de achterlichten (6) los- schroeven, achterlichten iets naar achteren toe eruit trekken.
  • Pagina 327 Uitrustingswerkzaamheden Contragewicht monteren/demonteren > Contragewicht monteren Geschikt hijsgereedschap aan de hulpkraan en aan de hijs- ogen op het contragewicht (7) bevestigen. Hijsgereedschap altijd op spanning houden. GEVAAR! Kantelgevaar! Personen kunnen gewond raken of componenten van de machine kunnen beschadigd raken. De hoek (A) tussen machine en hijsgereedschap moet altijd 90°...
  • Pagina 328 Uitrustingswerkzaamheden Contragewicht monteren/demonteren > Contragewicht monteren Contragewicht (7) met de hulpkraan op de machine tillen. VOORZICHTIG! Bij iedere montage van het contragewichtt de bouten (2), (3) en (4) met een schroefdraad- borgingsmiddel (bijvoorbeeld Gluetec of Loc- tite) borgen! Houd de instructies op de ver- pakking van het schroefdraadborgingsmiddel aan.
  • Pagina 329 Uitrustingswerkzaamheden Contragewicht monteren/demonteren > Speciaal contragewicht (optie) 9.3.4 Speciaal contragewicht (optie) Geschikt hijsgereedschap aan de hulpkraan en aan de hijs- ogen (1) op het speciale contragewicht (2) bevestigen. Speciale contragewicht (2) met de hulpkraan op de machine tillen. Onderste zeskantbouten (3) inschroeven. Bevestigingsschroeven (4) inschroeven.
  • Pagina 330 Hefplatform Indicatielampjes Vrachtwagen Lastmomentbegrenzing Continu geluidsdrukniveau Geluidsniveau max. maximaal min. minimaal Nummer Controle-/ afleesinstrument magneetinstallatie SENCON SENNEBOGEN CONTROL-systeem StVO Straßenverkehrsordnung (wegenverkeerswet) Tiefbau-Berufsgenossenschaft (bedrijfsvereniging mijnbouw) Verband der gewerblichen Berufsgenossenschaften (verbond van industriële bedrijfsverenigingen) Roetfilter Bijv. bijvoorbeeld 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 331 Bijlage Klantspecifieke uitvoering en functies > Machinebesturing 10.2 Klantspecifieke uitvoering en functies 10.2.1 Machinebesturing 23.01.2018 818E-821E Overslagmachine...
  • Pagina 332 Bijlage Display standverwarming (optie) 10.3 Snelkoppelingen 10.4 Garantievoorwaarden 10.5 Camerasysteem 10.6 Bedrijfsstoffenlijst 10.7 Opschriften materiaaloverslagmachine 10.8 Lastmomentbegrenzing (optie) 10.9 Magneetinstallatie (optie) 10.10 Display standverwarming (optie) 818E-821E Overslagmachine 23.01.2018...
  • Pagina 333 ISO borden overslagmachine 818-860 Mobiel DANGER WARNING CAUTION NOTICE SE 186583 SAFETY INSTRUCTIONS SE 187222 SE 186737 WSS-rec-0244 Vrijgavedatum: 22.09.2015 Revisie: 2 Gedrukte exemplaren worden niet gereviseerd.
  • Pagina 334 SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH Hebbelstraße 30 94315 Straubing Telefoon: +49 9421 540-0 E-mail: doku@sennebogen.de Internet: http://www.sennebogen.de 832374, 2, nl_NL © 2015 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 335 Het beplakkingsschema geeft de toestand bij uitlevering door de firma SENNEBOGEN weer. Bij verandering van de uitrustingstoe- stand van de machine moet het beplakkingsschema worden gecontroleerd en eventueel worden aangepast. Indeling Het beplakkingsschema is ingedeeld in het hoofdstuk cabine, bovenwagen en onderwagen.
  • Pagina 336 Voorwoord 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 337 Inhoudsopgave Inhoudsopgave ISO aanduidingen cabine Maxcab........7 1.1 Overzichtsafbeeldingen cabine Maxcab....... 7 1.2 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO..............8 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860..19 2.1 Overzichtsafbeeldingen onderwagen mobiel 818 - 860................19 2.2 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen onder- wagen mobiel 818-860 ISO........
  • Pagina 338 Inhoudsopgave 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 339 ISO aanduidingen cabine Maxcab Overzichtsafbeeldingen cabine Maxcab ISO aanduidingen cabine Maxcab 1.1 Overzichtsafbeeldingen cabine Maxcab Cabine buiten Afb. 1: Cabine-aanduidingen buitenkant Cabine binnen Afb. 2: Cabine-aanduidingen binnenkant 10.11.2015 818-860 Mobiel...
  • Pagina 340 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Cabine opstaprooster en beschermrooster 210 220 Afb. 3: Cabine-aanduidingen opstaprooster en beschermrooster 1.2 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Markering brandblusser Aanbrengpositie Opbergplaats brandblusser algemeen Optie Brandblusser www.sennebogen.de SE 123456 SE 184069 184069 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 341 TOPS-cabine SE 182877 FM 406103 Optie 2 CERT.: 80.000 kg SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH Hebbelstrasse 30 D-94315 Straubing SE 187225 187225 Waarschuwing voor doorbraak/vallen bij overschrijden van de maximale roosterbelasting per roos- tersegment conform DIN EN ISO 2867 en ISO 11660-2. Maximale roosterbelasting aanhouden.
  • Pagina 342 Optie 1 Cabineverstelling E270 ..1400 kg ..max. 250 kg / 551 lb Optie 2 ..max. 1 SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH Hebbelstrasse 30 D-94315 Straubing SE 187237 187237 Waarschuwing. De draaiende machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone.
  • Pagina 343 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Markering 24 V-contactdoos Aanbrengpositie Op elke 24 V-contactdoos algemeen 24 V Optie 24 V-contactdoos SE 186587 186587 Waarschuwing. De draaiende machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone.
  • Pagina 344 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Wanneer u de taal van de handleiding niet begrijpt, mag u de machine niet in bedrijf nemen. Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen Optie SE 186596 186596 Geluidsniveau dB(A) outdoor-richtlijn L Meetwaarde 85 - 115 dB Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen...
  • Pagina 345 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Sticker machinebesturing Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen Optie divers Sticker bedrijfsmodus Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen Optie Overslagmachine, telekraan divers Sticker hijslasttabellen Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen Optie Overslagmachine divers Laat de machine nooit onbeheerd achter wanneer de motor draait! Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen...
  • Pagina 346 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Geluidsniveau dB(A) cabine L Meetwaarde 70 - 90 dB Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen Optie 1 Optie 2 Hoge meetwaarde overige < 70 dB geen sticker SE 186880 Vanaf 70 dB wordt de sticker in dB-stappen aangebracht Vanaf 85 dB wordt bovendien de aanduiding "Gehoorbescher- ming dragen"...
  • Pagina 347 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Handleiding lezen Aanbrengpositie Cabine binnen, bovenwagen binnen, onderwagen aanhange- algemeen rkoppeling, overige Optie 1 Optie 2 Aanhangerkoppeling 184072 Waarschuwing voor vallen uit de cabine. Veiligheidsriem omdoen. Aanbrengpositie Cabine binnen algemeen Optie Veiligheidsriem 186585...
  • Pagina 348 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Markering nooduitgang Aanbrengpositie Cabine binne, achter overslagmachine Aanbrengpositie Cabine binnen, rechts andere Optie SE 186583 186583 Markering nooddaalinrichting Aanbrengpositie Op de nooddaalhendels algemeen Optie Cabineverstelling SE 184068 184068 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 349 Informatie over de certificering van FOPS en het frontbeschermrooster conform ISO 10262 en SAE J 1356 Aanbrengpositie Beschermdak algemeen FOPS # 645136 Optie FOPS en frontbeschermrooster ISO 10262:1998/ Corr 1:2009 SAE J 1356:2008 SE 175269 SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH Hebbelstrasse 30 D-94315 Straubing SE 187224 187224 10.11.2015 818-860 Mobiel...
  • Pagina 350 ISO aanduidingen cabine Maxcab Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen cabine Maxcab ISO Markering hijspunt Aanbrengpositie Op de hijspunten algemeen Optie SE 186792 186792 Overige aanduidingen Waarschuwingsarcering Aanbrengpositie Op beknellingspunten algemeen Optie 1 Cabineverstelling Optie 2 Mobiele onderwagen met stempels 186734 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 351 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860 Overzichtsafbeeldingen onderwagen mobiel 818 - 860 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860 2.1 Overzichtsafbeeldingen onderwagen mobiel 818 - 860 Onderwagen mobiel 818-860 I 340 350 Afb. 4: Onderwagenaanduidingen mobiel vooraanzicht 10.11.2015 818-860 Mobiel...
  • Pagina 352 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen onderwagen mobiel 818-860 ISO Onderwagen mobiel 818-860 II 470 480 Afb. 5: Onderwagenaanduidingen mobiel achteraanzicht 2.2 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen onderwagen mobiel 818-860 ISO 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 353 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen onderwagen mobiel 818-860 ISO Markering sjorpunt Aanbrengpositie Op de sjorpunten algemeen Optie SE 186793 186793 Instructie voor het afsmeren van de mobiele onderwagen. Aanbrengpositie Onderwagen voor algemeen Optie Mobiele onderwagen met smeerpunten SE 185251 185251 Waarschuwing.
  • Pagina 354 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen onderwagen mobiel 818-860 ISO Waarschuwingsarcering Aanbrengpositie Op beknellingspunten algemeen Optie 1 Cabineverstelling Optie 2 Mobiele onderwagen met stempels 186734 Bedrijfsstof transmissieolie Aanbrengpositie Transmissiesmeerpunt onderwagen en bovenwagen algemeen Optie 1 Bovenwagen: dieselmotor Optie 2 Onderwagen: mobiel en rups SE 000000...
  • Pagina 355 Waarschuwing. Roterende cardanas kan ernstig letsel veroorzaken. Houd de veiligheidsafstand aan. Aanbrengpositie Onderwagen cardanas beide zijden algemeen Optie Mobiele onderwagen met cardanas SE 186934 186934 Markering brandblusser Aanbrengpositie Opbergplaats brandblusser algemeen Optie Brandblusser www.sennebogen.de SE 123456 SE 184069 184069 10.11.2015 818-860 Mobiel...
  • Pagina 356 ISO aanduidingen onderwagen mobiel 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen onderwagen mobiel 818-860 ISO Aanduiding bij optionele aanhangerkoppeling Handleiding lezen Aanbrengpositie Cabine binnen, bovenwagen binnen, onderwagen aanhange- algemeen rkoppeling, overige Optie 1 Optie 2 Aanhangerkoppeling 184072 Waarschuwing. Vergrendelende pen kan beknellingen veroorzaken. Niet aanraken. Aanbrengpositie Onderwagen aanhangerkoppeling algemeen...
  • Pagina 357 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Overzichtsafbeeldingen bovenwagen 818-860 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 3.1 Overzichtsafbeeldingen bovenwagen 818-860 Bovenwagen buiten I 610 620 630 640 650 660 Afb. 6: Bovenwagenaanduidingen linksbuiten en boven Bovenwagen buiten II 770 780 Afb. 7: Bovenwagenaanduidingen rechtsbuiten en boven 10.11.2015 818-860 Mobiel...
  • Pagina 358 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Overzichtsafbeeldingen bovenwagen 818-860 Bovenwagen binnen I Afb. 8: Bovenwagenaanduidingen linksbinnen Bovenwagen binnen II Afb. 9: Bovenwagenaanduidingen rechtsbinnen en boven 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 359 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO 3.2 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. De draaiende machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone. Aanbrengpositie Cabine buiten, bovenwagen buiten algemeen Optie SE 184075 184075...
  • Pagina 360 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwingsarcering Aanbrengpositie Op beknellingspunten algemeen Optie 1 Cabineverstelling Optie 2 Mobiele onderwagen met stempels 186734 Waarschuwing. Een dalende cabine kan beknellingen veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone. Aanbrengpositie Achter cabine algemeen Optie...
  • Pagina 361 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Bij onderhoudswerkzaamheden bestaat gevaar voor lichamelijk letsel. Schakel vóór onderhoudswerkzaamheden de motor uit en neem de sleutel uit het contact. Draag een veiligheids- helm, veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en beschermende kleding. Lees de handleiding. Aanbrengpositie Op onderhoudskleppen algemeen...
  • Pagina 362 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Bij onderhoudswerkzaamheden bestaat gevaar voor lichamelijk letsel. Schakel vóór onderhoudswerkzaamheden de motor uit en neem de sleutel uit het contact. Draag een veiligheids- helm, veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en beschermende kleding. Lees de handleiding. Aanbrengpositie Op onderhoudskleppen algemeen...
  • Pagina 363 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing voor valgevaar. Niet betreden. Aanbrengpositie Bovenwagen boven algemeen Optie SE 186941 186941 Ontvlambare dieselbrandstof - roken verboden Aanbrengpositie Dieselvulopening algemeen Optie Dieselmotor SE 186936 186936 Gebruik uitsluitend zwavelvrije dieselbrandstof of dieselbrandstof met minder dan 15 mg/kg zwa- velgehalte.
  • Pagina 364 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Ontvlambare dieselbrandstof - roken verboden Aanbrengpositie Dieselvulopening algemeen Optie Dieselmotor SE 186936 186936 Waarschuwing voor valgevaar. Opvanggordel gebruiken. Aanbrengpositie Bovenwagen boven algemeen Optie Oogbouten SE 186942 186942 Markering hijspunt Aanbrengpositie Op de hijspunten algemeen...
  • Pagina 365 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Handleiding lezen Aanbrengpositie Cabine binnen, bovenwagen binnen, onderwagen aanhange- algemeen rkoppeling, overige Optie 1 Optie 2 Aanhangerkoppeling 184072 Bedrijfsstof transmissieolie Aanbrengpositie Transmissiesmeerpunt onderwagen en bovenwagen algemeen Optie 1 Bovenwagen: dieselmotor Optie 2 Onderwagen: mobiel en rups...
  • Pagina 366 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. De draaiende machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone. Aanbrengpositie Cabine buiten, bovenwagen buiten algemeen Optie SE 184075 184075 Waarschuwing. Een vallende giektop kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone.
  • Pagina 367 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing voor doorbraak/vallen bij overschrijden van de maximale roosterbelasting per roos- tersegment conform DIN EN ISO 2867 en ISO 11660-2. Maximale roosterbelasting aanhouden. Aanbrengpositie Cabine buiten, bovenwagen buiten algemeen Optie 1 Opstaprooster cabine...
  • Pagina 368 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Bij onderhoudswerkzaamheden bestaat gevaar voor lichamelijk letsel. Schakel vóór onderhoudswerkzaamheden de motor uit en neem de sleutel uit het contact. Draag een veiligheids- helm, veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en beschermende kleding. Lees de handleiding. Aanbrengpositie Op onderhoudskleppen algemeen...
  • Pagina 369 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing voor valgevaar. Opvanggordel gebruiken en veiligheidsschoenen dragen. Aanbrengpositie Bovenwagen boven algemeen Optie SE 187232 187232 Waarschuwing. Bij onderhoudswerkzaamheden bestaat gevaar voor lichamelijk letsel. Schakel vóór onderhoudswerkzaamheden de motor uit en neem de sleutel uit het contact. Draag een veiligheids- helm, veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en beschermende kleding.
  • Pagina 370 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing voor valgevaar. Niet betreden. Aanbrengpositie Bovenwagen boven algemeen Optie SE 186941 186941 Waarschuwing. Heet oppervlak kan verbrandingen veroorzaken. Houd de veiligheidsafstand aan Aanbrengpositie Bovenwagen binnen, boven algemeen Optie SE 186637 186637...
  • Pagina 371 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Markering hijspunt Aanbrengpositie Op de hijspunten algemeen Optie SE 186792 186792 Markering hijspunt Aanbrengpositie Op de hijspunten algemeen Optie SE 186792 186792 10.11.2015 818-860 Mobiel...
  • Pagina 372 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Toegang verboden Aanbrengpositie Bovenwagen boven algemeen Optie 186980 Waarschuwing. Onder druk staande en/of bijtende vloeistoffen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Draag veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: aandrijfmotor algemeen Bovenwagen binnen: centrale eenheid hydraulica Bovenwagen boven: aandrijfmotor...
  • Pagina 373 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing voor valgevaar. Opvanggordel gebruiken. Aanbrengpositie Bovenwagen boven algemeen Optie Oogbouten SE 186942 186942 Waarschuwing. Roterende ventilatorbladen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houd de veiligheids- afstand aan. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen en boven: ventilator algemeen Optie SE 186992...
  • Pagina 374 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Overlopen of overkoken kan ernstig letsel of verbrandingen veroorzaken. Houd de veiligheidsafstand aan. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen, bovenwagen boven algemeen Optie SE 194751 194751 Waarschuwing. Onder druk staande en/of bijtende vloeistoffen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Draag veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
  • Pagina 375 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Markering HydroClean Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: HydroClean algemeen Optie 1 HydroClean SE 103004 103004 Instructies voor het borgen van de servicedeur tegen onbedoeld dichtslaan. Aanbrengpositie Binnenzijde servicedeur algemeen Optie SE 186986 186986 Waarschuwing.
  • Pagina 376 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Markering monsternamepunt voor de hydraulische olie Aanbrengpositie Monsternamepunt voor de hydraulische olie algemeen Optie SE 186594 186594 Waarschuwing. Een dalende cabine kan beknellingen veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone. Aanbrengpositie Op beknellingspunten tussen cabine en bovenwagen algemeen...
  • Pagina 377 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Niet met hogedrukreiniger reinigen. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: centrale eenheid hydraulica algemeen Bovenwagen binnen: schakelkast Bovenwagen boven: optie generator Optie 1 Optie 2 Generator 186735 Bedrijfsstof AdBlue   Dieselemissievloeistof voor US EPA Tier 4 final / EU klasse IV dieselmotoren Aanbrengpositie  ...
  • Pagina 378 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Explosiegevaar bij oververhitte accu. Open vuur en roken verboden. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: accu algemeen Optie Dieselmotor SE 187891 187891 Markering contactzekering 40 A Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: accu algemeen Optie Dieselmotor...
  • Pagina 379 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Bijtend accuzuur en lood kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houd de veiligheidsaf- stand aan. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: accu algemeen Optie Dieselmotor SE 187012 187012 Waarschuwing. Elektrische spanningen kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Niet aan- raken.
  • Pagina 380 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Markering 24 V-contactdoos Aanbrengpositie Op elke 24 V-contactdoos algemeen 24 V Optie 24 V-contactdoos SE 186587 186587 Niet met hogedrukreiniger reinigen. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: centrale eenheid hydraulica algemeen Bovenwagen binnen: schakelkast Bovenwagen boven: optie generator Optie 1...
  • Pagina 381 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Roterende ventilatorbladen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houd de veiligheids- afstand aan. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen en boven: ventilator algemeen Optie SE 186992 186992 Markering maximale olievulhoeveelheid Aanbrengpositie Indicatie peil van de hydrauliekolie algemeen Optie max.
  • Pagina 382 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Heet oppervlak kan verbrandingen veroorzaken. Houd de veiligheidsafstand aan Aanbrengpositie Bovenwagen binnen, boven algemeen Optie SE 186637 186637 Waarschuwing. Overlopen of overkoken kan ernstig letsel of verbrandingen veroorzaken. Houd de veiligheidsafstand aan.
  • Pagina 383 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Bedrijfsstof motorolie Aanbrengpositie Motorolietank of motoroliepeilstok algemeen Optie Dieselmotor SE 000000 Zie lijst bedrijfsstoffen Handleiding lezen Aanbrengpositie Cabine binnen, bovenwagen binnen, onderwagen aanhange- algemeen rkoppeling, overige Optie 1 Optie 2 Aanhangerkoppeling 184072...
  • Pagina 384 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Bedrijfsstof koelmiddel Aanbrengpositie Koeltank algemeen Optie SE 000000 Zie lijst bedrijfsstoffen Bedrijfsstof hydraulische olie Aanbrengpositie Hydrauliekolietank algemeen Optie SE 000000 Zie lijst bedrijfsstoffen Gebruik uitsluitend motorolie conform de specificatie ACEA E9-08 of API CJ-4. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: dieselmotor algemeen...
  • Pagina 385 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. Draaiende riemaandrijving kan ernstig letsel veroorzaken. Houd de veiligheidsaf- stand aan. Aanbrengpositie Bovenwagen binnen: dieselmotor algemeen Bovenwagen boven: dieselmotor Optie Dieselmotor SE 186738 186738 Bedrijfsstof motorolie Aanbrengpositie Motorolietank of motoroliepeilstok algemeen Optie...
  • Pagina 386 ISO aanduidingen bovenwagen 818 - 860 Waarschuwings- en veiligheidsaanduidingen bovenwagen 818-860 ISO Waarschuwing. De draaiende machine kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verblijf niet in de gevarenzone. Aanbrengpositie Opstaprooster buitenkanten (machinebegrenzingen) algemeen Optie Opstaprooster SE 184075 193120 818-860 Mobiel 10.11.2015...
  • Pagina 387 Index Index SE 186867 ......12 SE 186868 ......12 Bedrijfsstof AdBlue .
  • Pagina 388 Index SE 187229 ......53 SE 187891 ......46 SE 187230 .
  • Pagina 389 Garantie-informatie voor machines van SENNEBOGEN M ASCHINENFABRIK NFORMATIE VOOR EINDKLANTEN Inhoud Pagina Onderhoud en service......................Originele reservedelen ......................Servicecontracten ....................... Oliediagnose ........................Voorwaarden ........................Uitsluitingen van de garantie ..................... Conservering van opgeslagen machines ................Afwikkeling garantie......................Bijdrage van de klant bij het oplossen van gebreken ............
  • Pagina 390 Vanwege de spreekwoordelijke bedrijfszekerheid, betrouwbaarheid en lange levensduur geven gebruikers de voorkeur aan de machines van SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH. Er is echter wel regelmatig onderhoud en service nodig, om deze goede eigenschappen in stand te houden, zodat de hoogwaardige SENNEBOGEN- machines aan de gestelde hoge eisen blijven voldoen. ...
  • Pagina 391 Servicecontracten met de geautoriseerde servicepartners bieden voor de gebruikers de grootste zekerheid tot een vakkundige uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. De servicepartners van SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH kennen de SENNEBOGEN-machines het best. Hun medewerkers zijn opgeleid en beschikken over de benodigde originele SENNEBOGEN-onderdelen, de benodigde documentatie en het juiste gereedschap.
  • Pagina 392 Een garantie kan voor schade worden afgewezen, wanneer deze is veroorzaakt door gebruik van niet expliciet vrijgegeven smeermiddelen. Het is niet mogelijk, alle smeermiddelen te controleren. De door SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH vrijgegeven smeermiddelen zijn opgenomen in de geldende uitgave van de smeermiddelentabel.
  • Pagina 393 EBREKEN DIE NIET OP HET AFLEVEROBJECT ZELF ZIJN ONTSTAAN De garantie van SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH heeft alleen betrekking op de door haar geleverde producten en eventueel daaraan optredende gebreken met de beperkingen uit de SENNEBOGEN lever- en betalingsvoorwaarden.
  • Pagina 394 SENNEBOGEN-onderdelen, tijdens en na de garantie. Klanten kunnen zich in geval van storing tot de dichtstbijzijnde servicepartner van SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH wenden en aan deze het opheffen van de storing opdragen. Voor zover het een garantiesituatie betreft, volgt het opheffen van de storing volgens de omvang van het gekozen garantieprogramma.
  • Pagina 395 De adressen van de servicepartners staan in de servicetabel van SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH en op Internet (http:\\www.sennebogen.de). Voor direct contact met SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH staan de volgende adressen ter beschikking: SENNEBOGEN Maschinenfabrik GmbH Hebbelstraße 30 D-94315 Straubing  Klantenservice Tel.: +49 (0) 9421 / 540-274 (secretariaat) ...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

821e