Bediening
Veiligheidsinstructies
190
–
Bij slecht zicht dient voor het terugzetten een
assistent te worden ingeschakeld, die de
nodige aanwijzingen geeft. Let op signalen van
de assistent.
–
Vóór het berijden van opritten of hellingen
dienen de maximaal toelaatbare waarden van
SENNEBOGEN te worden geraadpleegd.
–
Let op signalen van de assistent.
–
Bij lange ritten dient de giek in de rijrichting
geplaatst te worden.
–
Pas de rijsnelheid aan op de omgevingscondi-
ties.
–
Tijdens het rijden moet de zwenkrem altijd zijn
geactiveerd.
–
Vóór het verlaten van de cabine:
–
Cabine, indien nodig, geheel laten zakken.
–
Machine op veilige ondergrond plaatsen.
Indien nodig, verder van de rand van de
bouwput vandaan plaatsen.
–
Bevestigde lasten neerzetten.
–
uitrustingsstukken borgen.
–
Veiligheidshendel naar achteren trekken.
–
Blokkeer de wielen/het chassis.
–
Motor uitschakelen.
–
Cabine afsluiten en indien nodig met waar-
schuwingslampen beveiligen.
818E-821E Overslagmachine
23.01.2018