6.22
Inzet bij werkzaamheden
6.22.1
Veiligheidsinstructies
23.01.2018
GEVAAR!
–
Houd u aan
op pagina 17.
Voer vóór de inbedrijfstelling de controlewerk-
zaamheden uit (
vóór dagelijkse inbedrijfstelling" op pagina 96).
–
Personen die aan of met de machine werken,
dienen daartoe opgeleid of geïnstrueerd te zijn.
De bediening en de werkzaamheden mogen
alleen door opgeleid personeel worden uitge-
voerd.
–
Voor alle werkzaamheden geldt: Werkzaam-
heden alleen uitvoeren als de ondergrond vast,
vlak en voldoende stabiel is.
–
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de eindbe-
grenzing van de giek en het armuiteinde wilt
overbruggen.
Er is sprake van verhoogd risico op bot-
singen!
–
Alleen met uiterste voorzichtigheid werk-
zaamheden uitvoeren rondom de cabine.
–
Houd met alle onderdelen van de laadin-
stallatie en de lading een veiligheidsaf-
stand van minstens 1,5 m in acht tot de
cabine.
–
Bewegingen van de uitrusting met uiterste
voorzichtigheid uitvoeren.
–
Zorg ervoor dat er zich geen personen in de
gevarenzone bevinden.
–
Veilige afstand tot bovengrondse kabels aan-
houden.
–
Bedien de machine alleen vanaf de bestuur-
derszitplaats.
–
Laat de druk van het hydraulisch systeem af
voor het vervangen van een uitrustingsstuk.
–
Geen personen met de machine vervoeren.
–
Houd rekening met de omgevingsomstandig-
heden, bijvoorbeeld slecht zicht, windsnelheid,
enzovoort.
–
Gebruik de hijslasttabel die voor de machine
geldt.
–
Let op de vermogensspecificaties.
–
Controleer of het draagvermogen van ophang-
punten voldoende is.
818E-821E Overslagmachine
Inzet bij werkzaamheden > Veiligheidsinstructies
Ä Hoofdstuk 1 "Veiligheid"
Ä Hoofdstuk 4.6 "Controles
» Vervolg zie de volgende pagina
Bediening
247