Laat een teveel aan lucht
ontsnappen via de knop op de
luchtslang.
Laat de compressor niet langer
dan tien minuten werken.
14. Maak de bandenreparatieset los.
Neem de fles met afdichtmiddel
uit de steun. Schroef de vulslang
vast op de vrije aansluiting van de
fles met afdichtmiddel. Zo voor‐
komt u dat er afdichtmiddel uit de
fles stroomt. Berg de bandenre‐
paratieset op in de bagageruimte.
15. Eventueel vrijgekomen afdicht‐
middel met een doek verwijderen.
16. De rit onmiddellijk voortzetten,
zodat het afdichtmiddel zich
gelijkmatig in de band kan
verspreiden. Stop na ca. 5 km
uiterlijk na tien minuten en contro‐
leer de bandenspanning. Schroef
de luchtslang van de compressor
rechtstreeks op bandventiel. Vul
de band zoals eerder beschreven.
Laat een teveel aan lucht
ontsnappen via de knop op de
luchtslang.
Als de bandenspanning niet tot
onder 150 kPa (1,5 bar) is
gedaald, moet u de bandespan‐
ning instellen op de juiste waarde.
Maak anders geen gebruik van de
Verzorging van de auto
auto. Roep de hulp in van een
werkplaats.3 271
Herhaal de controleprocedure na
nog eens 10 km rijden maximaal
tien minuten om na te gaan dat er
geen bandenspanningsverlies
meer optreedt.
Bij een bandenspanning lager
dan 150 kPa (1,5 bar) dient u de
auto niet meer te gebruiken. De
hulp van een werkplaats inroe‐
pen.
17. Bandenreparatieset in de baga‐
geruimte opbergen.
Let op
De rijeigenschappen van de
herstelde band zijn veel minder
goed, daarom deze band laten
vervangen.
Bij abnormale geluiden of sterke
verhitting van de compressor, moet
u deze minimaal 30 min. lang
uitschakelen.
Het ingebouwde veiligheidsventiel
opent bij een druk van
700 kPa (7 bar).
245