Op het Driver Information Center
verschijnt het maximumsnelheids‐
bord en licht MEM enkele seconden
op.
Druk op MEM op het stuurwiel om de
voorgestelde snelheid op te slaan.
Druk op MEM op het stuurwiel om de
nieuwe snelheidsinstelling te bevesti‐
gen en op te slaan.
Deze snelheid geldt als de nieuwe
waarde voor de snelheidsbegrenzer.
Snelheidslimiet overschrijden
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig in te trappen, tot
bijna tegen de aanslag.
Gaspedaal loslaten en de functie
snelheidsbegrenzing wordt na het
bereiken van een lagere snelheid dan
de snelheidslimiet opnieuw geacti‐
veerd.
Functie deactiveren
Druk op Ñ, de snelheidsbegrenzer
staat in de pauzemodus en er
verschijnt een bericht. Er is geen
actieve snelheidslimiet voor de auto.
De snelheidsbegrenzer wordt
gedeactiveerd, maar niet uitgescha‐
keld. De laatst opgeslagen snelheid
blijft in het geheugen voor het later
hervatten van de snelheid.
Snelheidslimiet hervatten
Druk op Ñ, de opgeslagen snelheids‐
limiet wordt hervat.
Systeem uitschakelen
Druk op ß, de snelheidsbegrenzer‐
modus wordt gedeactiveerd en de
snelheidslimietaanduiding op het
Driver Information Center dooft.
Bij het indrukken van m ter activering
van de cruisecontrol wordt de snel‐
heidsbegrenzer uitgeschakeld.
De ingestelde snelheid blijft bij
uitschakeling van het contact in het
geheugen liggen.
Storing
Bij een storing in de snelheidsbegren‐
zer wordt de ingestelde snelheid
gewist, waarbij de streepjes gaan
knipperen.
Rijden en bediening
De snelheidsbegrenzer werkt moge‐
lijk niet goed, als de verkeersborden
niet voldoen aan het Verdrag van
Wenen inzake verkeersborden en
verkeerstekens.
Adaptieve cruise control
De adaptieve cruisecontrol is een
verbetering van de conventionele
cruisecontrol en biedt als aanvullende
functie het aanhouden van een
bepaalde volgafstand tot een voorlig‐
ger. Het systeem gebruikt een
camera bovenaan de voorruit en
camerasensoren om de voorliggers
te detecteren. Als er zich geen voer‐
tuig voor u bevindt, zal de adaptieve
cruisecontrol zich als een conventio‐
nele cruisecontrol gedragen.
De adaptieve cruisecontrol verlaagt
automatisch de rijsnelheid wanneer u
een langzamer rijdende auto nadert.
Vervolgens wordt de rijsnelheid op de
geselecteerde volgafstand aange‐
past aan die van de voorligger. De
rijsnelheid neemt toe of af met die van
de voorligger, maar zal de ingestelde
177