8 Configuratie
7.5
Proefdraaien
Voorwaarde: De gegevens van de voeding MOETEN binnen het
opgegeven bereik vallen.
Voorwaarde: Proefdraaien is mogelijk in de stand koelen of
verwarmen.
Voorwaarde: Proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de
instructies in de gebruiksaanwijzing van de binnenunit om zeker te
zijn dat alle functies en onderdelen goed werken.
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare
temperatuur. In de verwarmingsstand, selecteer de hoogst
programmeerbare temperatuur. Indien nodig kan proefdraaien
worden gedeactiveerd.
2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het
proefdraaien beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de
verwarmingsstand: 20~24°C.
3 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit.
INFORMATIE
▪ De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze
uitgeschakeld is.
▪ Wanneer
de
stroom
stroompanne, werkt de unit verder in de eerder
geselecteerde stand.
7.6
De buitenunit starten
Zie de installatiehandleiding van de binnenunit voor meer informatie
over de configuratie en inbedrijfstelling van het systeem.
8
Configuratie
8.1
Faciliteitsinstelling
Gebruik deze functie voor koelen bij lage buitentemperatuur. Deze
functie
is
ontworpen
voor
computerruimten. Gebruik deze functie NOOIT in een woning of een
kantoor met mensen.
8.2
De stand voor voorzieningen
instellen
Wanneer adresjumper J6 op de printplaat wordt doorgeknipt, breidt
het werkingsbereik uit tot –15°C. De faciliteitstand stopt als de
buitentemperatuur tot onder –20°C zakt en wordt weer hervat zodra
de temperatuur stijgt.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
wordt
hersteld
na
een
faciliteiten
zoals
apparatuur
INFORMATIE
▪ De binnenunit kan intermitterende geluiden produceren
door het in en/of uitschakelen van de ventilator van de
buitenunit.
▪ Plaats
bij
luchtbevochtigers of andere dingen die de vochtigheid
in de kamer kunnen verhogen.
▪ Wanneer jumper J6 is doorgeknipt, wordt de ventilator
van de binnenunit op de hoogste snelheid ingesteld.
▪ Gebruik deze instelling NIET in woningen of kantoren
waar mensen aanwezig zijn.
9
Aan de gebruiker
overhandigen
Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste
manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed
begrijpt:
▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en
vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen
raadplegen. Informeer de gebruiker dat hij de volledige
documentatie kan vinden op de eerder in deze handleiding
beschreven URL.
▪ Leg aan de gebruiker uit hoe het systeem op de juiste manier te
bedienen en wat er moet worden gedaan wanneer zich een
probleem zou voordoen.
▪ Toon aan de gebruiker wat te doen om de unit te onderhouden.
▪ Leg aan de gebruiker uit hoe hij/zij energie kan besparen (deze
tips staan beschreven in de gebruiksaanwijzing).
10
Onderhoud en service
OPMERKING
of
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend
installateur of een servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren.
De
geldende
onderhoudsintervallen vereisen.
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde
broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de
unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO
equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO
berekenen:
koelmiddelvulling [in kg] / 1000
10.1
Overzicht: onderhoud en service
Dit hoofdstuk bevat informatie over:
▪ Voorzorgsmaatregelen voor het onderhoud
▪ Jaarlijks onderhoud van de buitenunit
10.2
Voorzorgsmaatregelen inzake
onderhoud
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
gebruik
van
de
faciliteitstand
wetgeving
kan
evenwel
-equivalent te
2
GWP-waarde
koelmiddel
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-8H – 2020.07
geen
kortere
-
2
×
totale