Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Daikin RXA20A5V1B9 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Daikin RXA20A5V1B9 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

R32 split-systeemairconditioners
Verberg thumbnails Zie ook voor RXA20A5V1B9:
Inhoudsopgave

Advertenties

RXA20A5V1B9
RXA25A5V1B9
RXA35A5V1B9
RXM20R5V1B9
RXM25R5V1B9
RXM35R5V1B9
ARXM25R5V1B9
ARXM35R5V1B9
Uitgebreide handleiding voor de installateur
R32 Split-systeemairconditioners

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Daikin RXA20A5V1B9

  • Pagina 1 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-systeemairconditioners RXA20A5V1B9 RXA25A5V1B9 RXA35A5V1B9 RXM20R5V1B9 RXM25R5V1B9 RXM35R5V1B9 ARXM25R5V1B9 ARXM35R5V1B9...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over de documentatie Over dit document................................2 Algemene veiligheidsmaatregelen Over de documentatie..............................2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................Voor de installateur ................................ 2.2.1 Algemeen................................ 2.2.2 Plaats van installatie ............................2.2.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ...................... 11 2.2.4 Pekel................................
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Over het koelmiddel ............................... 45 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ....................46 Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld ....................46 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen....................46 Extra koelmiddel bijvullen............................... 46 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen..................... 47 9 Elektrische installatie Over het aansluiten van de elektrische bedrading ......................
  • Pagina 4: Over De Documentatie

    WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin (inclusief alle documenten vermeld in"documentatieset") en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC- normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
  • Pagina 5 Over de documentatie ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). RXA-A9, RXM-R9, ARXM-R9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-systeemairconditioners 4P519439-12W – 2022.11...
  • Pagina 6: Algemene Veiligheidsmaatregelen

    Algemene veiligheidsmaatregelen 2 Algemene veiligheidsmaatregelen 2.1 Over de documentatie ▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen. ▪ De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over heel belangrijke onderwerpen; volg ze nauwkeurig op. ▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding en de uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN door een erkende installateur worden uitgevoerd.
  • Pagina 7: Voor De Installateur

    Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, GEEN kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen.
  • Pagina 8: Plaats Van Installatie

    Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. VOORZICHTIG Draag gepaste persoonlijke beschermende uitrusting (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
  • Pagina 9 WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten voldoen aan de instructies van Daikin en de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. WAARSCHUWING Als één of meerdere kamers via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit, moet u ervoor zorgen dat: ▪...
  • Pagina 10: Minimum Vloeroppervlakte Bepalen

    Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken. OPMERKING ▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen en koperen pakkingen NIET opnieuw. ▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden. Vereisten voor de installatieruimte WAARSCHUWING Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte...
  • Pagina 11: Koelmiddel - In Geval Van R410A Of R32

    Algemene veiligheidsmaatregelen Ceiling-mounted Wall-mounted Floor-standing unit unit unit m (kg) m (kg) A m (kg) A ≤1.842 — ≤1.842 — ≤1.842 — 1.843 28.9 1.843 3.64 1.843 4.45 3.95 4.83 34.0 4.34 5.31 41.2 5.79 49.0 4.74 5.13 6.39 57.5 7.41 66.7 5.53...
  • Pagina 12 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's: ▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken. ▪ Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het koelgas in contact komt met vuur. WAARSCHUWING Tap het koelmiddel ALTIJD af.
  • Pagina 13: Pekel

    Algemene veiligheidsmaatregelen Er is een sifonbuis Vul bij met rechtopstaande fles. (d.w.z. er zou iets zoals "Met vloeistofvulsifon" op de fles moeten staan) Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven staande fles. ▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm.
  • Pagina 14: Elektrisch

    Algemene veiligheidsmaatregelen 2.2.6 Elektrisch GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt. ▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuut uit en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert.
  • Pagina 15: Gas

    Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG ▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. ▪ Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de stroomvoerende draden los vóór de aarding wordt losgemaakt. ▪ De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de klemmenstrook MOET zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken...
  • Pagina 16: Gasuitlaatbuis

    Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ conform de geldende voorschriften van de gasleverancier, ▪ conform de van kracht zijnde lokale en nationale voorschriften. De boilers die aardgas gebruiken MOETEN op een afgeregelde meter worden aangesloten. De boilers die vloeibaar gas (LPG) gebruiken MOETEN op een regelaar worden aangesloten.
  • Pagina 17: Specifieke Veiligheidsinstructies Voor De Installateur

    Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. Installatie van de unit (zie "6 Installatie van de unit" [  26]) WAARSCHUWING De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving.
  • Pagina 18 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade aan de apparatuur en zelfs letsels.
  • Pagina 19 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET voldoen aan de geldende nationale bedradingsvoorschriften. ▪ Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading. ▪ Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
  • Pagina 20 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Alle elektrische onderdelen (thermistors inbegrepen) krijgen stroom van de elektrische voeding. Raak ze NIET aan met blote handen. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert.
  • Pagina 21 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren moet u ALTIJD de hoofdschakelaar op het voedingspaneel uitschakelen, de zekeringen verwijderen of de beveiligingen van de unit openen. ▪ Raak onderdelen die onder stroom staan minstens 10 minuten na het uitschakelen van de voeding NIET aan wegens het risico op hoogspanning.
  • Pagina 22 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN- en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
  • Pagina 23: Over De Doos

    Over de doos 4 Over de doos Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
  • Pagina 24: De Buitenunit Hanteren

    Over de doos 4.1.2 De buitenunit hanteren VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen. VOORZICHTIG Ga ALLEEN als volgt om met de buitenunit: OPMERKING ▪ Plaats de unit op een effen oppervlak. ▪...
  • Pagina 25: Over De Unit

    Over de unit 5 Over de unit WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar. 5.1 Overzicht: Over de units en opties Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ Identificatie van de buitenunit 5.2 Identificatie OPMERKING Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.
  • Pagina 26: Installatie Van De Unit

    Installatie van de unit 6 Installatie van de unit WAARSCHUWING De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa is de norm EN378 van toepassing. In dit hoofdstuk Installatieplaats voorbereiden..............................
  • Pagina 27: Vereisten Inzake De Plaats Waar De Buitenunit Geïnstalleerd Wordt

    Installatie van de unit WAARSCHUWING Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming). 6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt INFORMATIE Lees ook de volgende vereisten: ▪...
  • Pagina 28 Installatie van de unit a Stootplaat b Belangrijkste windrichting c Luchtuitlaat Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen: ▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt. Opmerking: Als het geproduceerde geluid in reële omstandigheden wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van het geluid van de omgeving en de geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder "Geluidspectrum"...
  • Pagina 29: Bijkomende Vereisten Inzake De Installatieplaats Van De Buitenunit In Koude Klimaten

    Installatie van de unit ▪ Let op de benodigde ruimte bij de plaatsing van het windscherm. a Zeewind b Gebouw c Buitenunit d Windscherm De buitenunit is ontworpen voor alleen installatie buitenshuis en voor omgevingstemperaturen in de tabel hieronder (tenzij anders vermeld in de gebruiksaanwijzing van de aangesloten binnenunit).
  • Pagina 30: De Unit Openen En Sluiten

    Installatie van de unit In streken met heftige sneeuwval is het belangrijk om een installatieplaats te selecteren waar de sneeuw GEEN invloed heeft op de unit. Wanneer de sneeuw zijwaarts kan vallen, zorg ervoor dat de spoel van de warmtewisselaar NIET door de sneeuw gehinderd kan worden.
  • Pagina 31: De Buitenunit Monteren

    Installatie van de unit 1× 6.3 De buitenunit monteren 6.3.1 Over de montage van de buitenunit Wanneer De buitenunit en binnenunit moet worden gemonteerd alvorens de koelmiddelleidingen kunnen worden aangesloten. Typische werkstroom De buitenunit monteren omvat typisch de volgende stappen: De installatiestructuur voorzien.
  • Pagina 32: De Buitenunit Installeren

    Installatie van de unit (mm) a 100 mm boven verwachte niveau van sneeuw 6.3.4 De buitenunit installeren 4× M8/M10 6.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen.
  • Pagina 33: Ervoor Zorgen Dat De Buitenunit Niet Kan Omvallen

    Installatie van de unit OPMERKING Als de unit in een koude streek wordt geplaatst, moeten gepaste voorzorgen worden genomen om ervoor te zorgen dat het condenswater NIET kan bevriezen. OPMERKING Als de afvoeropeningen van de buitenunit afgedekt zijn door een installatiebasis of de vloer, plaatst u extra voeten van ≤30 ...
  • Pagina 34: Installatie Van De Leidingen

    Installatie van de leidingen 7 Installatie van de leidingen In dit hoofdstuk Koelmiddelleiding voorbereiden ............................7.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 7.1.2 Isolatie van de koelmiddelleidingen ........................7.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil......................Koelmiddelleiding aansluiten ..............................7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen....................7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen..............
  • Pagina 35: Isolatie Van De Koelmiddelleidingen

    Installatie van de leidingen 7.1.2 Isolatie van de koelmiddelleidingen ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052  W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C) bestand tegen minstens 120°C ▪ Isolatiedikte Buitendiameter leiding Binnendiameter isolatie Isolatiedikte (t) (Ø (Ø 6,4 mm (1/4") 8~10 mm ≥10 mm...
  • Pagina 36: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Aansluiten Van Koelmiddelleidingen

    Installatie van de leidingen ▪ Koelmiddelleiding isoleren ▪ Houd rekening met de richtlijnen voor: Buigen van leidingen Leidinguiteinden optrompen Gebruik van de afsluiters 7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪...
  • Pagina 37: Richtlijnen Bij Het Aansluiten Van Koelmiddelleidingen

    Installatie van de leidingen Unit Installatieperiode Beveiligingsmethode Buitenunit >1 maand Knijp de leiding dicht <1 maand Knijp de leiding dicht of plak ze af Binnenunit Ongeacht de tijdsduur OPMERKING Open de afsluiter van het koelmiddel NIET vooraleer de koelmiddelleiding gecontroleerd te hebben. Wanneer u koelmiddel moet bijvullen, wordt geadviseerd de afsluiter van het koelmiddel te openen vooraleer bij te vullen.
  • Pagina 38: Richtlijnen Voor Het Buigen Van Leidingen

    Installatie van de leidingen Leidingmaat (mm) Aanhaalmoment Flareafmetingen Flarevorm (mm) (N•m) (A) (mm) 90° ±2 Ø6,4 15~17 8,7~9,1 ØA Ø9,5 33~39 12,8~13,2 0.4~0.8 7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
  • Pagina 39: Gebruik Van De Afsluiter En Servicepoort

    Installatie van de leidingen 7.2.6 Gebruik van de afsluiter en servicepoort VOORZICHTIG Draai de kleppen NIET open voordat de verbreding voltooid is. Anders zou er koelgas gaan lekken. Omgaan met de afsluiter Houd rekening met de volgende richtlijnen: ▪ De afsluiters zijn gesloten in de fabriek. ▪...
  • Pagina 40: Koelmiddelleiding Op Buitenunit Aansluiten

    Installatie van de leidingen Linksom om te openen Rechtsom om te sluiten 4 Stop met draaien zodra de afsluiter NIET meer verder draait. 5 Installeer het deksel van de afsluiter. Resultaat: De afsluiter is nu open/gesloten. Omgaan met de steeldop ▪...
  • Pagina 41: Koelmiddelleiding Controleren

    Installatie van de leidingen 7.3 Koelmiddelleiding controleren 7.3.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen De interne koelmiddelleiding van de buitenunit is in de fabriek getest op lekken. U moet alleen nog maar de externe koelmiddelleiding van de buitenunit controleren. Alvorens de koelmiddelleiding te controleren Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten tussen de buitenunit en de binnenunit.
  • Pagina 42: Vacuümdrogen

    Installatie van de leidingen OPMERKING Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van bij uw groothandelaar. Gebruik NOOIT zeepwater: ▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of deksels van afsluiters doen barsten. ▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en bevriest wanneer de leidingen koud worden.
  • Pagina 43 Installatie van de leidingen Indien de druk… Dan… Stijgt Er zit vocht in het systeem. Ga verder met de volgende stap. 3 Vacumeer het systeem minstens 2  uur tot een meterdruk van −0,1  kPa (– 1 bar). 4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende minstens 1 uur.
  • Pagina 44: Koelmiddel Vullen

    Koelmiddel vullen 8 Koelmiddel vullen In dit hoofdstuk Over het toevoegen van koelmiddel............................Over het koelmiddel ................................Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ....................... Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld ......................De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen....................... Extra koelmiddel bijvullen ..............................Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen.....................
  • Pagina 45: Over Het Koelmiddel

    Koelmiddel vullen OPMERKING Vacuümdroog tevens de koelmiddelleidingen in de buitenunit vooraleer deze opnieuw te vullen. Typische workflow – volledig opnieuw vullen met koelmiddel bestaat doorgaans uit de volgende stappen: 1 Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel bepalen. 2 Koelmiddel bijvullen. 3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
  • Pagina 46: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Bijvullen Van Koelmiddel

    Koelmiddel vullen WAARSCHUWING Raak ongewenste vloeistoflekken NOOIT rechtstreeks aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door bevriezing. 8.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ "2 Algemene veiligheidsmaatregelen" [  6] ▪ "7.1 Koelmiddelleiding voorbereiden" [  34]...
  • Pagina 47: Het Label Voor Gefluoreerde Broeikasgassen Aanbrengen

    Koelmiddel vullen OPMERKING Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om te voorkomen dat de compressor defect geraakt. Vereiste: Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd (lektest en vacuümdrogen) alvorens koelmiddel bij te vullen. 1 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort. 2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel bij.
  • Pagina 48: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie 9 Elektrische installatie In dit hoofdstuk Over het aansluiten van de elektrische bedrading ........................ 9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading ............. 9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading................9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten ..................De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten ......................
  • Pagina 49 Elektrische installatie h DB1 – diodebrug WAARSCHUWING ▪ Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET voldoen aan de geldende nationale bedradingsvoorschriften. ▪ Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading. ▪ Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
  • Pagina 50: Richtlijnen Voor Het Aansluiten Van De Elektrische Bedrading

    Elektrische installatie WAARSCHUWING ▪ Gebruik GEEN lokaal aangekochte elektrische onderdelen binnenin het product. ▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp, etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. WAARSCHUWING Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
  • Pagina 51: Aanhaalmomenten

    Elektrische installatie Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden: Draadtype Methode Éénaderige draad AA´ A´ Geslagen geleider samengedraaid voor "vaste" verbinding a Draad met open lus (eenaderig of samengedraaide geslagen geleider) b Schroef c Platte sluitring Gevlochten geleider met rond oog a Klem b Schroef...
  • Pagina 52: Specificaties Van Standaard Bedradingscomponenten

    Elektrische installatie 9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten Onderdeel Voedingskabel Spanning 220~240 V Huidig RXA20: 9,88 A RXA25: 11,17 A RXA35: 12,29 A RXM20: 8,84 A ARXM25 / RXM25: 9,63 A ARXM35 / RXM35: 9,70 A Fase Frequentie 50 Hz Draaddikten MOET voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften 3-aderige kabel Draaddikte gebaseerd op de stroom, maar minstens 2,5 mm Kabel tussen de units...
  • Pagina 53 Elektrische installatie 50 Hz 220-240 V a Verbindingskabel b Voedingskabel c Stroomonderbreker d Reststroomapparaat e Elektrische voeding f Aarding 3× 5 Draai klemschroeven goed vast. Gebruik voorkeur kruiskopschroevendraaier. 6 Installeer het servicedeksel. RXA-A9, RXM-R9, ARXM-R9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-systeemairconditioners 4P519439-12W –...
  • Pagina 54: De Installatie Van De Buitenunit Voltooien

    De installatie van de buitenunit voltooien 10 De installatie van de buitenunit voltooien 10.1 De installatie van de buitenunit voltooien GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Zorg ervoor dat het systeem correct is geaard. ▪ Schakel de voeding UIT alvorens aan servicewerkzaamheden te beginnen. ▪...
  • Pagina 55: Configuratie

    Configuratie 11 Configuratie 11.1 Faciliteitsinstelling Gebruik deze functie voor koelen bij lage buitentemperatuur. Deze functie is ontworpen voor faciliteiten zoals apparatuur of computerruimten. Gebruik deze functie NOOIT in een woning of een kantoor met mensen. Van toepassing voor: RXM-R9, ARXM-R9, RXA-A9 11.1.1 De stand voor voorzieningen instellen Wanneer adresjumper J6 op de printplaat wordt doorgeknipt, breidt het werkingsbereik uit tot –15°C.
  • Pagina 56: Energiebesparende Stand-Byfunctie Inschakelen

    Configuratie INFORMATIE De energiebesparende stand-byfunctie kan ALLEEN worden gebruikt voor de hiervoor vermelde units. WAARSCHUWING Controleer of de voeding is UITGESCHAKELD alvorens u de connector aansluit of losmaakt. INFORMATIE Een selectieve connector voor de energiebesparende stand-byfunctie is vereist als andere binnenunits dan hiervoor beschreven zijn aangesloten. 11.2.2 Energiebesparende stand-byfunctie inschakelen Vereiste: De hoofdvoeding MOET uitgeschakeld zijn.
  • Pagina 57: Inbedrijfstelling

    12 Inbedrijfstelling OPMERKING Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapporteringssjabloon tijdens inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
  • Pagina 58: Checklist Tijdens Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling 3 Schakel de unit in. De binnenunit moet juist gemonteerd zijn. De buitenunit moet juist gemonteerd zijn. Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen zijn vastgedraaid. De voedingsspanning stemt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit.
  • Pagina 59: De Buitenunit Starten

    Inbedrijfstelling 2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het proefdraaien beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C. 3 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit. INFORMATIE ▪ De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze uitgeschakeld is. ▪...
  • Pagina 60: Overhandiging Aan De Gebruiker

    Overhandiging aan de gebruiker 13 Overhandiging aan de gebruiker Als het testen voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
  • Pagina 61: Onderhoud En Service

    Onderhoud en service 14 Onderhoud en service OPMERKING Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus. Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen. OPMERKING De geldende wetgeving inzake gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit zowel in gewicht als CO -equivalent wordt uitgedrukt.
  • Pagina 62: Checklist Voor Het Jaarlijks Onderhoud Van De Buitenunit

    Onderhoud en service 14.3 Checklist voor het jaarlijks onderhoud van de buitenunit Controleer minstens eens per jaar de volgende punten: ▪ Warmtewisselaar De warmtewisselaar van de buitenunit kan verstopt raken door stof, vuil, bladeren, enz. Er wordt geadviseerd de warmtewisselaar jaarlijks te schoon te maken.
  • Pagina 63: Opsporen En Verhelpen Van Storingen

    Opsporen en verhelpen van storingen 15 Opsporen en verhelpen van storingen 15.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen wanneer er zich problemen voordoen. Het bevat informatie over het oplossen van problemen op basis van symptomen. Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen Voer een grondige visuele controle uit van de unit en zoek naar voor de hand liggende defecten, zoals losse aansluitingen of kapotte bedrading.
  • Pagina 64: Symptoom: De Unit Verwarmt Of Koelt Niet Zoals Verwacht

    Opsporen en verhelpen van storingen 15.3.2 Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals verwacht Mogelijke oorzaken Oplossing Fout in de aansluiting van de elektrische Sluit de elektrische bedrading juist aan. bedrading Gaslek Controleer op gaslekken. 15.3.3 Symptoom: Waterlekken Mogelijke oorzaken Oplossing Onvolledige thermische isolatie (gas- en Controleer of de leidingen en de...
  • Pagina 65 Opsporen en verhelpen van storingen GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Wanneer de unit NIET werkt, worden de leds op de printplaat uitgeschakeld om energie te besparen. ▪ Zelfs wanneer de leds niet branden, kunnen de klemmenstrook en de printplaat nog stroom krijgen. RXA-A9, RXM-R9, ARXM-R9 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-systeemairconditioners...
  • Pagina 66: Als Afval Verwijderen

    Als afval verwijderen 16 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
  • Pagina 67: Een Gedwongen Koeling Starten En Stoppen

    Als afval verwijderen 4 Controleer op het verdeelstuk of het vacuüm is bereikt. 5 Draai na 2 à 3 minuten de gasafsluiter dicht en stop gedwongen koelen. a Gasafsluiter b Sluitrichting c Zeskantsleutel d Kleppendeksel e Vloeistofafsluiter 16.3 Een gedwongen koeling starten en stoppen Er zijn 2 methodes voor gedwongen koelen: ▪...
  • Pagina 68: Technische Gegevens

    Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 17.1 Bedradingsschema Het bedradingsschema is bij de unit geleverd en bevindt zich op de binnenkant van de buitenunit (onderkant van de bovenste plaat).
  • Pagina 69 Technische gegevens Symbool Betekenis BZ, H*O Zoemer Condensator AC*, CN*, E*, HA*, HE*, HL*, HN*, HR*, Aansluiting, connector MR*_A, MR*_B, S*, U, V, W, X*A, K*R_*, NE D*, V*D Diode Diodebrug DIP-schakelaar Verwarming FU*, F*U, (voor kenmerken, zie Zekering printplaat in uw unit) Connector (randaarding) Kabelboom H*P, LED*, V*L...
  • Pagina 70 Technische gegevens Symbool Betekenis Q*DI, KLM Aardlekschakelaar Overbelastingsbeveiliging Thermische schakelaar Reststroomapparaat Weerstand Thermistor Ontvanger Limietschakelaar Vlotterschakelaar S*NG Koelmiddellekdetector S*NPH Druksensor (hoog) S*NPL Druksensor (laag) S*PH, HPS* Drukschakelaar (hoog) S*PL Drukschakelaar (laag) Thermostaat S*RH Vochtigheidssensor S*W, SW* Bedrijfsschakelaar SA*, F1S Spanningsbeveiliging SR*, WLU Signaalontvanger Keuzeschakelaar...
  • Pagina 71: Verklarende Woordenlijst

    Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.
  • Pagina 72 DAIKIN ISITMA VE SOĞUTMA SİSTEMLERİ SAN.TİC. A.Ş. Gülsuyu Mahallesi, Fevzi Çakmak Caddesi, Burçak Sokak, No:20, 34848 Maltepe İSTANBUL / TÜRKİYE Tel: 0216 453 27 00 Faks: 0216 671 06 00 Çağrı Merkezi: 444 999 0 Web: www.daikin.com.tr 4P519439-12W 2022.11 Verantwortung für Energie und Umwelt...

Inhoudsopgave