EEN AANBEVOLEN TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft toegang tot een draad-
loos netwerk nodig (zie VERBINDEN MET EEN
DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 23) om een
aanbevolen training te gebruiken.
1. Druk op het scherm of een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel in
te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 15. Let op: Het kan maximaal een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel
klaar is voor gebruik.
2. Kies het startscherm of de trainingsbibliotheek.
Wanneer u het bedieningspaneel inschakelt, zal
het startscherm verschijnen nadat het bedienings-
paneel is opgestart.
Als een training is geselecteerd, drukt u op het
scherm en volgt u de aanwijzingen om de trai-
ning te beëindigen en om terug te keren naar het
startscherm. Indien een instellingenmenu is gese-
lecteerd, drukt u op de terugtoets (pijlsymbool) om
terug te keren naar het startscherm.
Druk op de toetsen onderaan het scherm voor het
selecteren van het startscherm (toets Home) of de
trainingsbibliotheek (toets Browse).
3. Een training selecteren.
Als u een training uit het startscherm of de trai-
ningsbibliotheek wilt selecteren, drukt u op de
gewenste trainingstoets op het scherm. Veeg of tik
over het scherm om naar wens te scrollen.
De aanbevolen trainingen op uw bedieningspaneel
veranderen periodiek. Om een van de aanbevolen
trainingen voor toekomstig gebruik op te slaan,
kunt u deze als favoriet toevoegen door te drukken
op de favorieten-toets (hart-symbool). U moet bij
uw iFIT-account zijn ingelogd om een aanbevolen
training op te slaan (zie stap 3 op bladzijde 20).
Als u voor een training uw eigen kaart wilt tekenen,
bekijkt u EEN TEKEN-UW-EIGEN-KAART-
TRAINING CREËREN op bladzijde 19.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
4. Zich klaarmaken voor de training.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te roeien. Er begint een opwarmingsperiode.
Voor gebruik van de Bluetooth
zie bladzijde 24.
Voor gebruik van een hartslagmonitor, zie blad-
zijde 24.
5. De training starten.
Druk op End Warmup (warming-up beëindigen)
of roei tot de warming-uppperiode eindigt om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFIT-trainer
u begeleiden door een meeslepende videotrai-
ning. Raak het scherm op een open plek aan om
muziek-, trainerstem- en volume-opties voor de
training te bekijken en te selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route weer en toont een markering uw
voortgang. Druk op de toetsen op het scherm om
de gewenste kaartopties te selecteren.
Tijdens sommige trainingen kan u gevraagd wor-
den om een doelsnelheid aan te houden. Houd
tijdens het trainen uw roeisnelheid in de buurt van
de doelsnelheid.
Tijdens de training zal de weerstand van de roei-
stang automatisch toe- of afnemen.
Wanneer het weerstandsniveau te hoog of te
laag ligt, kunt u de instelling handmatig verande-
ren (zie stap 4 op bladzijde 17).
Druk op Follow Workout (training volgen) om terug
te keren naar de geprogrammeerde weerstands-
instellingen van de training.
Als de slimme aanpassingsfunctie is ingeschakeld,
zal het bedieningspaneel het intensiteitsniveau van
de training automatisch aanpassen op basis van
uw handmatige overschrijdingen van de weerstand.
Om de slimme aanpassingsfunctie in te scha-
kelen, drukt u op het scherm op een open plek
aan en drukt u vervolgens de wisseltoets voor de
slimme aanpassing aan.
18
-hoofdtelefoon,
®