4.
Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren met de
instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène.
Hierdoor wordt teruggekeerd naar de OPNAME modus.
• De instellingen van de scène die u selecteerde blijven van kracht totdat u een
andere scène selecteert.
• Herhaal de bovenstaande procedure vanaf stap 2 om een andere BEST SHOT
scène te selecteren.
5.
Druk op de sluitertoets (als u een foto aan het opnemen bent) of op [0]
(als u een film aan het opnemen bent).
. Gebruiken van het scène informatiescherm.
Om meer van een scène te weten te komen, kunt u deze
selecteren met de grenslijn op het scènemenu en
vervolgens de zoomregelaar in één van beide richtingen
schuiven.
• Verschuif de zoomregelaar nogmaals om terug te keren
naar het scènemenu.
• Voer het bladeren tussen scènes uit d.m.v. [4] en [6].
• Druk op [SET] (instellen) om de camera te configureren
met de instellingen voor de op dat moment geselecteerde scène. Druk nogmaals
op [SET] (instellen) om terug te keren naar het scène informatiescherm voor de op
dat moment geselecteerde BEST SHOT scène.
69
Gebruiken van BEST SHOT