3. Zet een opvangbak onder het filter, haal de andere
slangklem los en verwijder het filter.
4. Installeer het nieuwe filter waarbij de pijl die op
de filterbehuizing staat van de brandstoftank af
wijst (in de richting van de carburateur).
HET AFSTELLEN VAN DE
TRACTIE-AANDRIJVING VOOR
DE NEUTRAALSTAND
Indien de machine "kruipt" als het tractiepedaal in de
neutraalstand staat, dan moet de tractiekam bijgesteld
worden.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en zet de motor af.
Afbeelding 26
1.
Stelkam voor de tractie
2. Verwijder de (3) schroeven waarmee het zijpaneel
aan de rechterkant van de machine bevestigd is en
verwijder het paneel.
WAARSCHUWING
De motor moet draaien om de fijnafstelling aan
de kam van de tractie uit te kunnen voeren. Ter
voorkoming van mogelijk lichamelijk letsel
moet u uw handen, voeten, gezicht en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de uitlaat en
andere hete onderdelen van de motor en uit de
buurt van alle bewegende delen houden.
3. Haal één wiel omhoog van de vloer en plaats
blokken onder het frame ter ondersteuning.
4.
Haal de borgmoer los op de stelkam van de tractie.
5. Start de motor en draai de zeskantige kam in beide
richtingen om de neutrale middenpositie te
bepalen.
6. Draai de borgmoer vast waarmee de afstelling
vastgezet wordt.
7. Stop de motor. Verwijder de bok en laat de
machine op de vloer van de werkplaats zakken.
Maak een testrit met de machine om te controleren
of deze niet kruipt.
HET PEDAAL VOOR VOOR-
WAARTSE VOORTBEWEGING
AFSTELLEN
Het pedaal moet worden afgesteld voor vooruit rijden
indien de contramoeren op de stang van de besturing
losgedraaid zijn of indien het pedaal verwijderd is.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en zet de motor af.
2.
Zorg ervoor dat de pomp in de neutraalstand staat.
Afbeelding 27
1.
Stang voor de besturing
3.
Draai de contramoeren op de stang voor de
besturing los.
4.
Trap het "voorwaarts"-gedeelte van het pedaal in
totdat de stang van het pedaal de voetsteun raakt.
Draai de contramoeren vast.
Onderhoud
25