Bedieningsorganen
Tractie- en rempedaal (Afb. 5–6)—Het tractiepedaal
heeft drie functies: de eerste is om de machine vooruit
te laten rijden, de tweede is om hem achteruit te laten
rijden en de derde is om de machine te stoppen.
Gebruik de hiel en de tenen van uw rechtervoet om de
bovenkant van het pedaal in te trappen om vooruit te
rijden en trap de onderkant van het pedaal in om
achteruit te rijden of om te helpen bij het stoppen van
de machine tijdens het vooruit rijden. U kunt het pedaal
tevens op laten komen tot de neutraalstand of het pedaal
zelf in de neutraalstand zetten om de machine te
stoppen. U moet de hiel van uw voet niet op de
achteruit laten rusten als u vooruit rijdt (Afb. 6).
De voortbewegingssnelheid komt overeen met hoe ver
het tractiepedaal ingetrapt is. Voor de maximale voort-
bewegingssnelheid moet het pedaal volledig ingetrapt
worden terwijl de gashendel in de FAST [SNEL]-positie
staat. Voor het verkrijgen van maximaal vermogen of
tijdens het beklimmen van hellingen moet de gashendel
in de FAST-positie gezet worden, terwijl het pedaal
lichtjes ingetrapt wordt om het motortoerental hoog te
houden. Als het motortoerental af begint te nemen laat u
het pedaal licht opkomen om het toerental te verhogen.
Afbeelding 5
1.
Tractie- & Rempedaal
BELANGRIJK: Voor het maximale trekvermogen
moet de gashendel in de Snel-positie staan en het
tractiepedaal lichtjes ingetrapt zijn.
BELANGRIJK: De SAND PRO mag niet in zijn
achteruit gebruikt worden als het hulpstuk
neergelaten (in werking) is, want hierdoor kan het
hulpstuk zwaar beschadigd worden.
12
Gebruik UITSLUITEND de maximale voort-
bewegingssnelheid als u van de ene plaats naar de
andere rijdt. Het gebruik van de maximale snelheid
wordt niet aanbevolen als u een gekoppeld of
gesleept hulpstuk gebruikt.
Afbeelding 6
FWD = vooruit
REV = achteruit
Contactschakelaar (Afb.7)—De contactschakelaar,
die gebruikt wordt om de motor te starten en te
stoppen, heeft drie posities: OFF [AF], RUN [AAN] en
START. Draai de sleutel met de wijzers van de klok
mee—naar de START-positie—om de startmotor in
Afbeelding 7
1.
Contactschakelaar
2.
Choke-hendel
3.
Gashendel
4.
Lifthendel
5.
Urenteller
6.
Ampèremeter
7.
Zekering (20 ampère)
LET OP