Maaidek monteren
Gevaar
Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter
of complete grasvanger kunnen u of anderen in
aanraking met het maaimes of uitgeworpen
voorwerpen komen. Contact met het draaiende
maaimes en uitgeworpen voorwerpen kan
lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Als de grasgeleider is
beschadigd, moet u deze onmiddellijk
vervangen.
• Kom nooit met uw handen of voeten onder het
maaidek.
• Probeer nooit het afvoersysteem of de
maaimessen te reinigen zonder eerst de aftakas
uit te schakelen en het contactsleuteltje op Uit te
draaien. Verwijder verder het contactsleuteltje
en trek de bougiekabel van de bougie(s).
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en
draai het contactsleuteltje op Uit om de motor af te
zetten. Verwijder het sleuteltje.
2. Draai de voorwielen helemaal naar links. Schuif het
maaidek vanaf de rechterkant onder het chassis.
3. Monteer de drijfriem van het maaidek op de onderste
motorpoelie (Fig. 41).
4. Monteer de bevestigingsbeugels van het maaidek op de
vooras met behulp van de bouten en borgmoeren
(Fig. 42).
1
3
Figuur 42
1. Bevestigingsbeugel
2. Bout, 5/16 x 2-1/2 inch
5. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "D".
2
m-4630
3. Borgmoer
33
6. Verwijder de veer van de maaihoogte-instelling tussen
de rechtse hefbeugel van het maaidek en de
bevestigingsbout (Fig. 43).
Opmerking: Gebruik hiervoor de veertrekker die bij de
machine is geleverd.
1
3
Figuur 43
1. Veer
2. Bout
7. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "A".
2
4
Figuur 44
1. R-pen en dikke ring
2. Lange stang
3. Stelbeugel
8. Schuif het uiteinde van de lange stang door het gat in de
bevestigingsplaat (Fig. 44).
9. Monteer de dunne ring en de R-pen om de stang vast te
zetten op zijn plaats (Fig. 44).
10. Monteer de stelbeugel (met gleuf) op de pen aan de
bevestigingsplaat van het maaidek (Fig. 44).
11. Monteer de dikke ring en de R-pen om het maaidek vast
te zetten (Fig. 44).
12. Herhaal stappen 8–11 aan de andere kant van het
maaidek.
2
1851
3. Veertrekker
5
1
3
1805
4. Bevestigingsplaat van
maaidek
5. R-pen en dunne ring