Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 26). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
Belangrijk
Bougie nooit schoonmaken. Bougie altijd
vervangen bij zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de
massa-elektrode (Fig. 26). Verbuig de massa-elektrode
(Fig. 26) om de juiste afstand in te stellen indien dit
nodig is.
2
1
Figuur 26
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Bougie monteren
1. Monteer de bougie en de metalen afdichtring.
Opmerking: Controleer of de elektrodenafstand correct
is.
2. Draai de bougie vast met een torsie van 20 Nm.
3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Fig. 25).
4. Sluit de motorkap.
3
0,76 mm
m-1870
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)
27
Het koelsysteem reinigen
Verwijder elke dag met een droge borstel gras en
aangekoekt vuil van de motor.
Belangrijk
Om verontreiniging van het
brandstofsysteem te voorkomen, mag u de motor niet
schoonmaken met water.
Bandenspanning controleren
De voor- en achterbanden moeten een spanning van
138 kPa (20 psi) hebben. Controleer de bandenspanning bij
het ventiel (Fig. 27) om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks,
waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. De
bandenspanning kan het best bij koude banden worden
gecontroleerd.
Figuur 27
1. Ventiel
1
m-1872