BESCHRIJVING (standaard)
1 - TOEGANG BESTUURDERSPLAATS
- Naar de bestuurdersplaats klimmen en afdalen van de bestuurdersplaats.
- Gebruik hiervoor de drie ondersteuningspunten.
1 - Linker handvat.
2 - Stuur.
3 - Vloer van de bestuurderscabine.
2 - BESTUURDERSSTOEL
AFSTELLEN GEWICHT (FIG. A)
- Duw hendel 1 naar beneden tot de gewenste stand.
DIEPTE INSTELLEN (FIG. B)
- Trek hendel 2 uit en zet de stoel naar voren of naar achteren in de gewenste stand.
- Laat de hendel los om te vergrendelen.
STAND VAN DE RUGLEUNING REGELEN (FIG. C)
- Trek aan de hendel 3 trekken en zet de leuning in de gewenste stand.
- Laat de hendel los om te vergrendelen.
3 - VEILIGHEIDSRIEM
- Ga in de juiste houding zitting op de stoel.
- Controleer de toestand van de veiligheidsriem.
- De riem ter hoogte van het bekken omdoen zonder hem te draaien.
- Vergrendel de veiligheidsgordel.
2-32
www.duma-rent.com
1
2
3
A
1
B
2
C
3