T T e e l l e e f f o o o o n n l l i i j j s s t t
Als het geheugen van de SIM-kaart vol is, wordt de
eerste vrije geheugenlocatie van het telefoongeheugen
getoond.
5. Met de rechter functietoets kunt u wisselen tussen de
geheugens van de telefoon (In tst.) en de kaart (Op
SIM).
6. Wilt u het nummer en de naam niet onder het voorge-
stelde geheugennummer opslaan, druk dan op
om het geheugennummer te wissen en geef met de
cijfertoetsen het gewenste geheugennummer in.
7. Druk op OK om de naam en het nummer op te slaan.
8. Als u op de functietoets Opties drukt, gaat u naar de
opties van de telefoonlijst. Met de toetsen
kunt u door de lijst bladeren.
Om naar de standby-stand terug te gaan, drukt u op de
toets
.
Opties telefoonlijst
Wanneer u een telefoonnummer in de telefoonlijst opzoekt
of vastlegt, verschijnt de linker functietoets Opties. Als u
hierop drukt, komt u in de opties van de Telefoonlijst. De
verschillende mogelijkheden worden hieronder beschreven.
Opties openen
Om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die de
telefoonlijst biedt, doet u het volgende:
1. Druk op de functietoets Opties.
De eerste beschikbare optie wordt geselecteerd.
2. Ga met de toetsen
optie.
3. Om de geselecteerde optie te kiezen, drukt u op de
functietoets Kies.
38
en
en
naar de gewenste
Naam opnemen
NB: Deze optie wordt alleen getoond als er nog
geen naam is opgenomen.
Hiermee kunt u een naam inspreken en aan het nummer
toewijzen.
Om de gewenste naam vast te leggen, volgt u de
aanwijzingen van de telefoon.
Naam afspelen
NB: Deze optie verschijnt alleen wanneer u al een
naam hebt opgenomen.
Laat de namen horen die u hebt ingesproken.
Naam wissen
NB: Deze optie verschijnt alleen wanneer u al een
naam hebt ingesproken.
Hiermee kunt u een bepaalde ingesproken naam
wissen. U wordt gevraagd dit te bevestigen door op de
functietoets OK te drukken.
Invoegen
Met deze keuze kunt u het telefoonnummer uit de
telefoonlijst overnemen. U kunt zo onder meer een
nummer draaien dat bijna hetzelfde is als het nummer
uit de telefoonlijst (bijvoorbeeld alleen een ander
toestelnummer).
Met de functietoets ❙! kunt u het nummer wijzigen
(voor meer informatie: zie pagina 24). Wanneer u het
nummer hebt aangepast, drukt u op de toets
T T e e l l e e f f o o o o n n l l i i j j s s t t
.
39