T T e e l l e e f f o o n n e e r r e e n n
Tijdens gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek zijn er verschillende opties waaruit
u kunt kiezen. Door op de functietoets Opties te
drukken, krijgt u toegang tot deze mogelijkheden.
Microfoon uitschakelen (Microfoon uit)
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u niet
meer kan horen.
Voorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u in
de kamer staat, zonder dat de persoon die u
aan de lijn hebt het hoort.
Zo schakelt u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Ga met de toets
of
Microfoon uit.
3. Druk op de functietoets OK.
De persoon die u aan de lijn hebt, kan u nu niet meer
horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Ga met de toets
of
Microfoon aan.
3. Druk op de functietoets OK.
De persoon die u aan de lijn hebt, kan u nu weer horen.
30
naar de keuze
naar de keuze
Nummer opzoeken en bellen
Tijdens een telefoongesprek kunt u een nummer in de
telefoonlijst opzoeken en bellen.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Ga met
of
naar de keuze Telefoonlijst.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Toets de eerste letter(s) in van de naam die u zoekt
en druk op de functietoets Zoek.
NB: Door direct op de functietoets Zoek te
drukken, kunt u ook vanaf het begin door de
telefoonlijst heen bladeren.
U ziet nu de contactpersonen uit de telefoonlijst
vanaf de eerste naam die begint met de door u
ingetoetste letter. Deze naam wordt geaccentueerd
weergegeven.
5. Om de geaccentueerde naam te bekijken, drukt op de
functietoets Tonen.
Een uitgebreide beschrijving van de telefoonlijst vindt u
op pagina 37.
T T e e l l e e f f o o n n e e r r e e n n
31