3
3
6
Figuur 37
1. Ophangbeugel
2. Achterste borgmoer
3. Zijborgmoer
8. Draai de zijborgmoer op de ophangbeugel net
ver genoeg los zodat u de excentrische plaat kunt
verstellen (Figuur 37).
Opmerking: Gebruik een dopsleutel met een
3/8 inch dop om de excentrische plaat te verstellen.
Gebruik de sleutel om de hoogte van het maaidek in
te stellen en dit op de gewenste hoogte te zetten.
9. Houd het maaidek op de ingestelde stand en draai de
borgmoer aan de zijkant op de ophangbeugel vast
om het maaidek in de nieuwe stand vast te zetten
(Figuur 37).
10. Ga verder met horizontaal stellen van het maaidek
door de schuinstand te controleren; zie Schuinstand
van het maaidek (lengterichting) instellen.
Schuinstand van het maaidek
(lengterichting) instellen
Controleer de schuinstand van het maaidek telkens
wanneer u dit monteert. Voordat u de schuinstand
controleert, moet u ervoor zorgen dat de voor- en
achterbanden de aanbevolen spanning hebben; zie
Bandenspanning controleren. Als de voorkant van het
maaidek niet 0–6 mm lager staat dan de achterkant, stelt
u de schuinstand als volgt in:
4
1
2
5
G005074
4. Excentrische verstelplaat
5. Dopsleutel met 3/8 inch
dop
1. Parkeer de tractor op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Controleer of de maaimessen horizontaal staan en
stel deze bij als u de instelling niet hebt gecontroleerd;
zie Maaidek horizontaal stellen.
5. Zet de maaihoogtehendel in één van de middelste
inkepingen.
6. Meet de afstand tussen de rand van zowel het
voorste mes als de rand van het achterste mes tot
het horizontale oppervlak (Figuur 38). Als de rand
van het voorste mes niet 0 tot 6 mm lager staat dan
de rand van het achterste mes, moet u de voorste
borgmoer afstellen.
1. Messen in lengterichting
2. Buitenste snijranden
7. Draai de contramoer los (Figuur 39).
1. Contramoer
8. Om de schuinstand in te stellen, moet u de stelmoer
op de voorkant van het maaidek draaien (Figuur 40).
31
Figuur 38
3. Hier meten
Figuur 39