Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
5.2.7
Lasvermogen (arbeidspunt)
5.2.7.1
Selecteren van de lasparameter-weergavetype
Het arbeidspunt (lasvermogen) kan als lasstroom, materiaaldikte of draadsnelheid worden weergegeven
en worden ingesteld.
5.2.7.2
Vlambooglengte
Zo nodig kan de vlambooglengte (lasspanning) voor de individuele lasopdracht van -5 V tot +5 V worden
gecorrigeerd.
De basisinstellingen zijn hiermee afgerond. Overige lasparameters zijn af fabriek optimaal ingesteld,
kunnen echter aan de individuele vereisten worden aangepast.
5.2.7.3
Vlamboogdynamiek (smoorspoelwerking)
Met deze functie kan de vlamboog van een smalle, harde vlamboog met diepte inbranding (positieve
waarde) aan een brede en zachte vlamboog (negatieve waarde) worden aangepast.
5.2.8
Conventioneel MIG/MAG-lassen (GMAW non synergic)
Het wijzigen van het JOB-nummer is alleen mogelijk als er geen lasstroom vloeit
40
Afbeelding 5-21
Afbeelding 5-22
Afbeelding 5-23
Afbeelding 5-24
3s
099-005698-EW505
16.6.2023