Instellen van de centrale geleidebeugel
OPMERKING: Zet de centrale geleidebeugel (A)
laag, indien het gewas kort is.
De geleidebeugels (A) en (B) drukken het gewas naar
binnen en zorgen voor een betere toevoer. De hoogte van
de centrale geleidebeugel (A) kan tijdens het werk worden
aangepast aan de betreffende gewascondities.
•
Draai de bouten (C) en (D) los en wijzig de hoogte van
de centrale geleidebeugel. Draai de bouten weer vast.
A—Centrale invoerbeugel
B—Geleidebeugel
Bediening van het roterende voorzetstuk
C—Bout
D—Bout
45-3
KM00321,000052B -18-15NOV11-1/1
032322
PN=60