Instellen verzamelpunten
Om verstopping en gewasverlies te voorkomen, dienen
de verzamelpunten (A) correct te worden ingesteld.
Houd de afstand (X) altijd tussen 3 en 7 mm (0.12 en
0.27 in.).
De betreffende afstand (X) kan worden ingesteld d.m.v.
twee sleufgaten (zie pijlen).
Specificatie
Verzamelpunten en grote
trommels—Onderlinge
afstand ........................................................................................3—7 mm
A—Verzamelpunten
Controle van de instelling van de afstrijkers
Om verstoppingen in de toevoer te voorkomen
moeten de afstrijkers (A) zich zo dicht mogelijk bij de
verzameltrommels bevinden. De afstrijkers mogen de
trommels iets raken.
De afstrijker (A) kan via de sleufgaten (B) worden
ingesteld.
A—Afstrijker
Onderhoud
0.12—0.27 in.
X—3—7 mm (0.12—0.27 in.)
B—Sleufgat
65-10
KM00321,0000533 -18-05DEC11-1/1
OUCC002,0002834 -18-15OCT07-1/1
032322
PN=104