De instellingen voor afdrukbeveiliging selecteren
Met de beveiligingsinstellingen voor afdrukken kunt u:
■
Onafgedrukte beveiligde, persoonlijke en testtaken verwijderen.
Beveiligingsopties op de vaste schijf overschrijven.
■
■
Opties voor het herstellen van papierstoringen selecteren.
De instellingen voor afdrukbeveiliging instellen:
1.
Start de webbrowser.
2.
Typ het IP-adres van de printer in het veld Address (Adres) van de browser.
3.
Klik op Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer de map Security (Beveiliging) op de linkerzijbalk en selecteer Printing
Security Settings (Beveiligingsinstellingen afdrukken).
5.
Selecteer de relevante opties.
6.
Klik onder aan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
HTTPS configureren
U selecteert als volgt wanneer u HTTPS (SSL) gebruikt:
1.
Start de webbrowser.
2.
Typ het IP-adres van de printer in het veld Address (Adres) van de browser.
3.
Klik op Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer de map Security (Beveiliging) op de linkerzijbalk en klik vervolgens op
HTTPS.
5.
Selecteer de relevante opties.
6.
Klik onder aan het scherm op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
Voor meer informatie klikt u op de knop Help in CentreWare IS om naar CentreWare IS
Online Help te gaan.
Certificaten beheren
Certificaten beheren:
1.
Start de webbrowser.
2.
Typ het IP-adres van de printer in het veld Address (Adres) van de browser.
3.
Klik op Properties (Eigenschappen).
4.
Selecteer de map Security (Beveiliging) op de linkerzijbalk en klik vervolgens op
Certificates (Certificaten).
Phaser® 5550-printer
5-10
Printerbeveiliging