2.
Plaats de transparanten (bij voorkeur met lange zijde eerst) in lade 2, 3, 4 of 5.
Opmerking:
Plaats het papier niet boven de vullijn die in de lade wordt aangegeven.
3.
Pas de papiergeleiders aan het formaat van de transparanten aan.
4.
Als op het bedieningspaneel van de printer een bericht verschijnt, drukt u op de knop OK
om de gemarkeerde papiersoort en het formaat te accepteren. Voer het volgende uit als u
het papierformaat of de soort hebt gewijzigd:
a.
Selecteer
Instellingen wijzigen
b.
Selecteer
Transparant
c.
Selecteer het papierformaat en druk op OK om de keuze op te slaan.
5.
Selecteer in het printerstuurprogramma Transparant als de papiersoort of geef de lade op
die u als de papierbron gebruikt.
en druk op OK.
en druk op OK.
Phaser® 5550-printer
4-38
Afdrukken op speciale media
5550-143