6
BA.NED.18-31313-08-31-FTA-gb
Bediening
De computer besturing stopt de beweging automatisch, wanneer:
•
alle steunen bodemcontact hebben.
•
de banden van het voertuig ontlast zijn, dwz. los zijn van de grond.
•
en de elektronisch gemeten scheefstand binnen de toegestane opstel
onnauwkeurigheid ligt.
De scheefstand moet in alle gevallen met de libelle waterpas gecontroleerd
worden.
Afstempeling binnen voertuigprofiel
Component
Steunen achter
De besturing stopt de beweging zodra de steunen achter bodemcontact
hebben
Component
Steunen links en
steunen rechts
De besturing stopt de beweging zodra alle vier de steunen bodemcontact
hebben.
aansluitend
Component
Steunen links en
steunen rechts
De computer besturing houdt de beweging automatisch vast, wanneer:
•
alle steunen bodemcontact hebben
•
de banden van het voertuig ontlast zijn, dwz. los zijn van de grond.
•
en de elektronisch gemeten scheefstand binnen de toegestane opstel
onnauwkeurigheid ligt.
De scheefstand moet in alle gevallen met de libelle waterpas gecontroleerd
worden.
Ruthmann-Hoogwerker
Beweging
Vanaf bedieningspaneel
Druktoets „minimale afstempeling"
verticaal
uitschuiven
indrukken (ingedrukt houden).
Of (afhankelijk van instelling
Beweging
Vanaf bedieningspaneel
Druktoets „minimale afstempeling"
verticaal
uitschuiven
indrukken (ingedrukt houden).
Beweging
Vanaf bedieningspaneel
vertikaal
Één van de andere drie steun toetsen
uitschuiven
indrukken (ingedrukt houden).
TB 290
)
6-34