3.
Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achterplaat onder de scannerklep met een zachte doek of
een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger.
VOORZICHTIG:
tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. Plaats geen
vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in de printer lekken en deze beschadigen.
4.
Droog de scannerglasplaat en de witte plastic onderdelen met een zeemleren spons of cellulosespons om
vlekken te voorkomen.
5.
Sluit het netsnoer terug aan en druk vervolgens op de aan-uitknop om de printer in te schakelen.
Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren
Wanneer er geen fax kan worden verzonden, omdat de faxoproep niet wordt beantwoord door het ontvangende
apparaat of de lijn bezet is, wordt geprobeerd het nummer opnieuw te kiezen op basis van de opties voor
Opnieuw kiezen bij bezet, Opnieuw kiezen bij geen antwoord en Opnieuw kiezen bij communicatiefout.
1.
Tik in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer op het pictogram Faxen.
2.
Tik op
Nu verzenden
3.
Tik op
Resolutie
Probeer de resolutie Standaard als de fax met een hogere resolutie niet wordt verstuurd.
De instelling voor Foutcorrectiemodus controleren
Gewoonlijk worden de signalen van de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax
gecontroleerd. Wanneer er tijdens de verzending een fout optreedt en de instelling voor Foutcorrectiemodus
is Aan, kan de printer u vragen een deel van de fax opnieuw te verzenden. De fabrieksinstelling voor foutcorrectie
is Aan.
Schakel foutcorrectie uit als u problemen ondervindt met het verzenden of ontvangen van faxen en als u bereid
bent om fouten in de verzending te accepteren. Het kan handig zijn de foutcorrectie uit te schakelen als u
probeert een fax naar het buitenland te verzenden of als u een fax uit het buitenland ontvangt, of wanneer u
gebruikmaakt van een satelliettelefoonverbinding.
1.
Tik in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer op het pictogram Faxen.
2.
Veeg naar rechts en tik op het pictogram Instellingen.
3.
Tik op Voorkeuren.
4.
Ga naar de
Naar een ander faxapparaat verzenden
Probeer de fax naar een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, heeft het probleem te
maken met de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger of met de status van de benodigdheden voor
het faxapparaat van de ontvanger.
Faxapparaat van de afzender controleren
Vraag de afzender om de fax vanaf een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, ligt
het probleem bij het faxapparaat van de afzender. Als de afzender niet de beschikking heeft over een ander
faxapparaat, vraag deze dan om de volgende stappen uit te voeren:
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of
en vervolgens op het pictogram Instellingen
en vervolgens op de gewenste instelling.
Foutcorrectiemodus
en tik vervolgens op de knop om de instelling in of uit te schakelen.
Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren
.
143