Albatros / Super-Albatros
2. Algemene veiligheidsaanwijzingen en ongevalpreventievoorschriften
• Vóór ieder gebruik tractor en machine op bedrijfs- en verkeersveiligheid controleren;
• Volg de algemeen geldende veiligheidsaanwijzingen en ongevalpreventievoorschriften op!
• De op de machine aangebrachte waarschuwingen en instructies geven belangrijke aanwijzingen voor een
veilig gebruik; het opvolgen hiervan dient voor uw eigen veiligheid!
• Bij het gebruik van de openbare weg de betreffende bepalingen opvolgen!
• Zorg dat u vóór gebruik vertrouwd bent met alle inrichtingen en bedieningselementen en de werking
hiervan. Tijdens het gebruik is het hier te laat voor!
• De kleding van de gebruiker moet nauw aansluiten. Losse kleding vermijden!
• Ter vermijden van brandgevaar de machine zuiver houden!
• Vóór het wegrijden en het in gebruik nemen de directe omgeving controleren! (Kinderen!) Zorg dat u
voldoende zicht hebt!
• Het meerijden tijdens de werkzaamheden en het transport is verboden!
• Machines volgens de voorschriften aankoppelen en alleen aan de voorgeschreven inrichtingen bevestigen!
• Tijdens het aan- en afkoppelen van de tractor moet u extra voorzichtig zijn!
• Tijdens het monteren en demonteren de beschermingsuitrusting in de juiste stand zetten! (Stabiliteit!)
• Gewichten altijd volgens de voorschriften aan de daarvoor voorziene bevestigingspunten aanbrengen!
• Rekening houden met toelaatbare aslasten, totaalgewicht en transportafmetingen!
• Transportuitrusting - zoals verlichting, waarschuwingsinrichtingen en evt. beschermingsinrichtingen
controleren en monteren!
• Ontgrendelingskabels van snelkoppelingen moeten loshangen en mogen in de onderste stand niet uit
zichzelf ontgrendelen!
• Verlaat de cabine nooit tijdens het rijden!
• Rijgedrag, bestuurbaarheid en remvermogen worden beïnvloed door aangebouwde of aangehangen
machines en ballastgewichten. Zorg daarom voor voldoende bestuurbaarheid en remvermogen!
• Houd bij het rijden van bochten rekening met de uitzwenkbreedte en het uitzwenkend gewicht van de
machine!
• Machines alleen in gebruik nemen als alle beschermingsinrichtingen aangebracht en in de beschermende
stand staan!
• Het oponthoud in de werkzone is verboden!
• Niet in de draai- en zwenkzone van de machine gaan staan!
• Op extern bekrachtigde onderdelen (bijv. hydraulisch) bestaat letselgevaar door knellen en scharen!
• Vóór het verlaten van de tractor de machine op de grond zetten, motor uitzetten en sleutel uit het
contactslot trekken!
• Er mag niemand aanwezig zijn tussen tractor en machine, zonder dat de machine door de parkeerrem en/
of door wielblokken beveiligd is tegen wegrollen!
• Ingeklapte frames en hefinrichtingen borgen in de transportstand!
2.1 Aangebouwde machines
• Vóór het aankoppelen of afkoppelen van machines aan de driepuntshefinrichting: bedieningsinrichting in de
stand zetten waarbij onbedoeld heffen of zakken uitgesloten is!
• Bij driepuntsmontage dienen de montagecategorieën bij tractor en machine volstrekt overeenstemmen of
op elkaar afgestemd worden!
• In de buurt van de stangen van de driepuntshefinrichting bestaat letselgevaar door knellen en scharen!
• Ook bij de bediening van de buitenbediening voor de aan de driepuntshefinrichting gemonteerde machine
niet tussen tractor en machine gaan staan!
• In de transportstand van de machine altijd letten op voldoende zijdelingse begrenzing van de beweging van
de driepuntshefinrichting van de tractor!
• Bij het rijden op de openbare weg met geheven machine moet de bedieningshendel vergrendeld zijn zodat
de machine niet kan zakken!
11
05.2013
Technische wijzigingen voorbehouden