8.
Klik op de knop OK om de instellingen voor het afdrukmateriaal
op te slaan.
9.
Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
10.
Verzend de taak naar de printer.
Voor de besturingssystemen Windows 2000 en Windows NT (PS/PCL5e):
1.
Kies in de toepassing waarin u werkt, de optie Bestand en
vervolgens de optie Afdrukken.
2.
Selecteer het stuurprogramma van de Xerox Phaser 5400 Laser
Printer.
3.
Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4.
Kies het tabblad Papier/Kwaliteit.
5.
Selecteer in de keuzelijst Media de optie Transparencies.
6.
Klik op de knop OK om de eigenschappen op te slaan.
7.
Verzend de taak naar de printer.
Voor het besturingssysteem Windows NT (PCL6):
Opmerking
PCL6 ondersteunt de optie Mediatype niet.
Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten:
I
Gebruik Xerox-transparanten. Zie pagina 8 voor informatie.
I
Druk alleen enkelzijdig af.
I
U kunt geen transparanten naar de stapellade voor 1000 vel
verzenden.
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Als de optionele duplexmodule is geïnstalleerd, kunt u dubbelzijdig
afdrukken.
Gebruik alleen de papierformaten die zijn opgenomen in de tabel op
pagina 12. Gebruik geen enveloppen, briefkaarten, transparanten of
etikettenvellen als u dubbelzijdig afdrukt. Gebruik papier met een
gewicht van 60-105 g/m
48
2
(schrijfpapier van 16-28 lbs.).
Xerox Phaser 5400 Laserprinter