I
Als zich een van de volgende omstandigheden voordoet, moet u de printer
onmiddellijk uitschakelen, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
en een gemachtigde servicevertegenwoordiger bellen.
I
Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
I
Er is vloeistof in de printer gemorst.
I
De printer is blootgesteld aan water.
I
Een onderdeel van de printer is beschadigd.
Veiligheid bij het onderhoud
I
Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn
beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd.
I
Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Het gebruik van
verbruiksartikelen die niet zijn goedgekeurd, kan tot slechte prestaties leiden en
gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
I
Verwijder geen kappen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij
u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit
te doen. Het netsnoer moet van de printer worden losgekoppeld als u optionele
apparatuur installeert. Achter deze kappen bevinden zich geen onderdelen die de
gebruiker zelf kan onderhouden of repareren.
Veiligheid bij de bediening
Het ontwerp van uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen is getest en voldoet
aan strenge veiligheidseisen. Deze veiligheidseisen bepalen dat een product moet
worden onderzocht door een veiligheidsinstantie, moet worden goedgekeurd en moet
voldoen aan de opgestelde milieunormen.
Als u de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht neemt, bent u verzekerd van een
ononderbroken veilige werking van uw printer.
I
Gebruik specifiek voor de printer ontworpen materialen en verbruiksartikelen.
Gebruik van ongeschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en kan
mogelijk leiden tot gevaarlijke situaties.
I
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die op de printer zijn aangegeven of
die bij de printer, de bijbehorende verbruiksartikelen en de optionele onderdelen
worden geleverd.
I
Plaats de printer in een stofvrije, goed geventileerde ruimte waar de temperatuur
minimaal 5 graden C en maximaal 35 graden C is (41 graden F tot 95 graden F) en
de relatieve luchtvochtigheid schommelt tussen de 15 en 85 procent.
I
Plaats de printer in een vertrek waar voldoende ruimte is voor ventilatie,
bediening en onderhoud. De aanbevolen minimale ruimte is 76 cm (29,9 inch)
vóór de printer, 50 cm (19,7 inch) boven de printer, 30 cm (11,8 inch) achter de
printer, 20 cm (7,9 inch) aan de zijde van de printer met de uitgang van de
ventilator en 10 cm (4,0 inch) aan de andere zijde. Bedek of blokkeer de sleuven en
openingen in de printer niet. Bij onvoldoende ventilatie kan de printer oververhit
raken.
I
Gebruik de printer voor optimale prestaties op hoogtes onder 2500 meter
(8200 ft.). Gebruik op hoogtes boven 2500 meter (8200 ft.) valt buiten de
operabiliteitsgrenzen.
I
Plaats de printer niet in de buurt van een warmtebron.