Afdrukken op speciaal papier
U kunt afdrukken op briefhoofdpapier, voorgedrukt papier, papier met
perforaties, gekleurd papier en kaarten. Zie pagina 12 voor toegestane
papierformaten. Zie pagina 10 voor het toegestane papiergewicht.
Bij de printer:
1.
Plaats het speciale papier in een lade of in de alternatieve
multifunctionele lade. Als u briefhoofdpapier, voorgedrukt papier
of papier met perforaties gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat dit
speciale papier in de juiste invoerpositie is geplaatst. Deze positie
is afhankelijk van de vraag of u enkel- of dubbelzijdig afdrukt.
Zie voor de A4/Letter-lade pagina 17, zie voor de
I
A3/Ledger-lade pagina 23 en zie voor de invoerlade voor
2000 vel pagina 29.
Zie voor de alternatieve multifunctionele lade pagina 33.
I
2.
Als u het papiertype in een lade of het papiertype en het
papierformaat in de alternatieve multifunctionele lade hebt
gewijzigd, gebruikt u het bedieningspaneel om het papiertype en
het papierformaat op te geven.
Zie voor de A4/Letter-lade pagina 19, zie voor de
I
A3/Ledger-lade pagina 26 of zie voor de invoerlade voor
2000 vel pagina 30.
Zie voor de alternatieve multifunctionele lade pagina 35.
I
(Laden 1, 2 en 3 bevatten papierformaatsensoren, dus hoeft u voor
deze laden het papierformaat niet op te geven.)
Voor het besturingssysteem Windows 95/98/Me (PS/PCL5e):
1.
Kies in de toepassing waarin u werkt, de optie Bestand en
vervolgens de optie Afdrukken.
2.
Selecteer het stuurprogramma van de Xerox Phaser 5400 Laser
Printer.
3.
Open het dialoogvenster Eigenschappen.
4.
Kies het tabblad Papier/Uitvoer.
5.
Klik op de knop Papier selecteren.
6.
Kies in het dialoogvenster Papier selecteren het tabblad
Hoofdtekst.
7.
Selecteer in de keuzelijst onder Media Type het gewenste type
papier.
40
Xerox Phaser 5400 Laserprinter