3
Gebruik het enveloppictogram en de kaartomtrek voor 10 x 15-fotokaarten op de bodem van lade 1 om de
enveloppen of fotokaarten juist in de lade te plaatsen.
Opmerking: Plaats geen verschillende papiersoorten in de lade. U kunt enveloppen of fotokaarten plaatsen,
maar niet beide.
4
Plaats enveloppen of fotokaarten.
Opmerking: Plaats enveloppen of fotokaarten met de afdrukzijde naar beneden in de printer. (Raadpleeg de
instructies die bij de enveloppen of fotokaarten zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.)
5
Schuif de papiergeleiders tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de enveloppen of fotokaarten.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen
1
2
3
1
3
79
2