Inktcartridges van Lexmark gebruiken
Lexmark printers, inktcartridges en fotopapier zijn ontworpen om samen een zeer goede afdrukkwaliteit te leveren.
Als het bericht Originele Lexmark inkt op wordt weergegeven, is de Lexmark inkt in de aangegeven
inktcartridge op.
Als u denkt dat u een originele nieuwe Lexmark inktcartridge hebt aangeschaft, maar het bericht Originele
Lexmark inkt op verschijnt toch:
1
Klik op Meer informatie in het bericht.
2
Klik op Niet-Lexmark inktcartridge rapporteren.
Ga als volgt te werk als u wilt voorkomen dat het bericht nogmaals wordt weergegeven voor de aangegeven cartridge
(s):
•
Vervang de cartridge(s) door nieuwe Lexmark inktcartridge(s).
•
Als u afdrukt vanaf een computer, klikt u op Meer informatie in het bericht, schakelt u het selectievakje in en
klikt u op Sluit.
•
Als u de printer gebruikt zonder een computer, klikt u op Annuleer.
De garantievoorwaarden van Lexmark zijn niet van toepassing op schade die is veroorzaakt door het gebruik van
andere inktcartridges of inkt dan Lexmark inktcartridges of inkt.
Afdrukkwaliteit verbeteren
Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van een document, controleert u het volgende:
•
U gebruikt het juiste papier voor het document. Als u foto's of andere afbeeldingen van hoge kwaliteit afdrukt,
moet u Lexmark Perfectfinish fotopapier of Lexmark fotopapier gebruiken voor de beste resultaten.
•
Gebruik zwaarder of helderwit papier.
•
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
Als het document nog steeds niet de gewenste afdrukkwaliteit heeft, voert u de volgende stappen uit:
1
Lijn de inktcartridges uit. Zie voor meer informatie "Inktcartridges uitlijnen" op pagina 191.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met de stap 2.
2
Reinig de spuitopeningen van de inktcartridge. Zie voor meer informatie "Spuitopeningen van de inktcartridges
reinigen" op pagina 191.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met de stap 3.
3
Verwijder de cartridges uit de printer en plaats de cartridges terug. Zie voor meer informatie "Gebruikte
inktcartridge verwijderen" op pagina 189 en "Inktcartridges installeren" op pagina 187.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met de stap 4.
4
Veeg de spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoon. Zie voor meer informatie
"Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoonvegen" op pagina 191.
Is de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de cartridge vervangen. Zie voor meer
informatie "Papier en andere supplies bestellen" op pagina 195.
Printer onderhouden
190