5
Bind de bundels in om de brochure te voltooien.
Afdrukken op papier met een aangepast formaat
1
Plaats maximaal 25 vellen papier met een aangepast formaat in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4
Het tabblad Printerinstelling wordt automatisch weergegeven.
5
Selecteer Aangepast formaat in de lijst Papierformaat van het gedeelte Opties voor papier.
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat definiëren wordt weergegeven.
6
Selecteer de maateenheid die u wilt gebruiken (millimeter of inch).
7
Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
8
Druk het document af.
Opmerking: duw het papier niet te ver in de printer.
Afdrukken op opstrijktransfers
1
Plaats maximaal 10 opstrijktransfers in de printer.
Opmerking: duw de opstrijktransfers niet te ver in de printer.
2
Open de gewenste afbeelding en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
4
Selecteer in de keuzelijst Materiaalsoort op het tabblad Printerinstelling de optie Opstrijktransfer.
5
Klik op de tab Geavanceerd .
6
Klik in de lijst Indeling op Spiegelen. De afbeelding wordt gedraaid met de software.
Als u de afbeelding niet automatisch wilt omdraaien, selecteert u Normaal in de lijst Indeling.
7
Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten.
8
Druk de opstrijktransfers af.
Transparanten afdrukken
1
Plaats transparanten in de printer.
2
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
3
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Het tabblad Printerinstelling wordt weergegeven.
4
Selecteer Transparant in de lijst Materiaalsoort.
Afdrukken.
Afdrukken.
Afdrukken.
Afdrukken
104