Opmerkingen:
•
Nummerweergave is alleen in bepaalde landen en regio's beschikbaar.
•
Het aantal patronen wordt bepaald door de land- of regio-instellingen en alleen het aantal patronen dat is
opgegeven voor het geselecteerde land of de regio wordt weergegeven.
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander
patroon om nummerweergave te activeren.
1
From the desktop, double-click the Productivity Studio icon.
2
Klik in het gedeelte Instellingen van het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3
Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4
Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5
Selecteer in het gedeelte Beantwoorden met de ingestelde soort telefoonlijn het gewenste signaal in de keuzelijst
Patroon nummerweergave.
6
Klik op OK om de instelling op te slaan.
Faxen doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt
van de printer bevindt. Er zijn drie instellingen beschikbaar voor het doorsturen van faxen:
•
Uit: (standaardinstelling).
•
Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
•
Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
U stelt als volgt het doorsturen van faxen in:
1
From the desktop, double-click the Productivity Studio icon.
2
Klik in het gedeelte Instellingen van het welkomstvenster op Faxgeschiedenis en -instellingen.
3
Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen.
4
Klik op de tab Bellen en antwoorden.
5
Selecteer in het gedeelte Ontvangen faxen doorsturen naar een ander nummer de gewenste instelling in de
keuzelijst Fax doorsturen.
6
Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
Opmerkingen:
•
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
•
Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers, komma's, punten, spaties en/of de volgende symbolen bestaan:
* # + - ( ).
7
Klik op OK om de instelling op te slaan.
Faxen met de computer
180