2
Wacht tot het lampje bij de bovenste geheugenkaartsleuf op de printer gaat branden. Het lampje knippert om
aan te geven dat de geheugenkaart wordt gelezen of dat gegevens worden verzonden of ontvangen.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, geheugenkaart of het aangegeven gedeelte
van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Er
kunnen anders gegevens verloren gaan. Verwijder ook de geheugenkaart niet terwijl er wordt afgedrukt vanaf,
gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart.
Wanneer de printer de geheugenkaart detecteert, wordt het bericht Geheugenkaart gevonden
weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
Als de printer de geheugenkaart niet leest, verwijdert u de kaart en plaatst u deze opnieuw in de printer.
Opmerkingen:
•
De printer herkent per keer slechts één geheugenkaart. Als u meerdere geheugenkaarten plaatst, verschijnt een
bericht op de display dat u alle geheugenkaarten moet verwijderen die in de printer zijn geplaatst.
•
Als een flashstation in de PictBridge-poort wordt geplaatst terwijl een geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst,
wordt een bericht weergegeven op de display dat u moet kiezen welk opslagapparaat u wilt gebruiken.
Flashstation in de printer plaatsen
1
Sluit het flashstation aan op de PictBridge-poort aan de voorkant van de printer.
Opmerking: mogelijk moet u een adapter gebruiken als het flashstation niet in de poort past.
2
Wacht tot de printer heeft vastgesteld dat een flashstation is geïnstalleerd. Wanneer het flashstation is herlend,
wordt het bericht Apparaat voor massaopslag weergegeven.
M S
S D /M
X D
M C
C F /M
D
P ic tB
ri d g
e
M S
S D /M
X D
M C
C F /M
D
P ic tB
ri d g
e
Werken met foto's
118