Faxen doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt
van de printer bevindt. Er zijn drie waarden of instellingen beschikbaar voor het doorsturen van faxen:
•
Uit: (standaardinstelling).
•
Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
•
Afdrukken & doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
U stelt als volgt het doorsturen van faxen in:
1
Controleer of de printer is ingeschakeld en is aangesloten op een werkende telefoonlijn.
2
Druk herhaaldelijk op
3
Druk op .
Het menu Faxmodus wordt geopend.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op .
6
Druk herhaaldelijk op
7
Druk op .
8
Druk op
of
tot Fax doorsturen wordt weergegeven.
9
Druk herhaaldelijk op
10
Druk op .
11
Geef het nummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
12
Druk op
om het nummer op te slaan.
Fax afdrukken op beide zijden van het papier
1
Druk herhaaldelijk op
2
Druk op .
3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op .
5
Druk herhaaldelijk op
6
Druk op .
7
Druk herhaaldelijk op
8
Druk op
of
om de instelling 2-zijdig afdrukken te selecteren.
9
Druk op .
10
Druk op
om de instelling op te slaan en het menu te sluiten.
of
op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
of
tot Faxinstelling is gemarkeerd.
of
tot Bellen en antwoorden is gemarkeerd.
of
tot de gewenste waarde verschijnt.
of
op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
of
tot Faxinstelling is gemarkeerd.
of
tot Faxen afdrukken is gemarkeerd.
of
tot 2-zijdig afdrukken wordt weergegeven.
Faxen met het bedieningspaneel
165