1.6 Gevaarlijke vloeistoffen of gassen in de pijpleiding
Overweeg wat er in de pijpleiding zit of wat er op een eerder tijdstip in de pijpleiding gezeten kan hebben.
Denk aan: ontvlambare materialen, stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, extreme temperaturen.
1.7 Gevaarlijke omgeving rond het product
Denk aan: explosiegevaarlijke zones, zuurstofgebrek (bv. tanks, kuilen), gevaarlijke gassen, extreme
temperaturen, hete oppervlakken, brandgevaar (bv. tijdens het lassen), overmatig lawaai, bewegende
machines.
1.8 Het systeem
Ga na wat het effect van de voorgestelde werkzaamheden op het gehele systeem is. Zal een voorgestelde
actie (bv. sluiten van afsluiters, elektrische isolatie) een ander deel van het systeem of personeel in gevaar
brengen? Gevaren kunnen bestaan in het isoleren van ontluchters of beschermingsinrichtingen of het
ondoeltreffend maken van bedieningselementen of alarmen. Zorg ervoor dat de afsluiters geleidelijk worden
in- en uitgeschakeld om schokken in het systeem te voorkomen.
1.9 Druksystemen
Zorg ervoor dat alle druk wordt geïsoleerd en veilig wordt afgevoerd naar atmosferische druk. Overweeg
dubbele isolatie (dubbele blokkering en ontluchting) en het vergrendelen of etiketteren van gesloten kleppen.
Ga er niet van uit dat het systeem drukloos is, zelfs niet wanneer de manometer nul aangeeft.
1.10 Verantwoordelijkheden van de bediener en het bedieningspersoneel
(inclusief onderhoud)
De bediener is er verantwoordelijk voor dat veilige systemen voor het gebruik en de handelingen worden
toegepast en gehandhaafd. Alleen bevoegde personen mogen deze apparaten bedienen en onderhouden,
en deze personen moeten bekend zijn met en voldoen aan de toepasselijke gezondheids- en veiligheidsnormen
of richtlijnen.
De Instructies voor installatie en onderhoud moeten deel uitmaken van de standaardwerkwijzen voor
onderhoud en moeten daarom op een toegankelijke plaats en in leesbare staat worden bewaard.
De productidentificatie- en veiligheidslabels moeten eveneens schoon en leesbaar worden bewaard. De
identificatie- en veiligheidslabels moeten worden vervangen als ze tijdens het gebruik beschadigd of
onleesbaar worden.
1.11 Temperatuur
Laat de temperatuur na het isoleren even normaliseren om gevaar van brandwonden te voorkomen.
De servomotor mag niet worden geïsoleerd. Bij aansluiting op een klep die op hoge temperatuur werkt,
wordt aanbevolen om, als er gevaar voor verbranding bestaat door hantering (opzettelijk of per ongeluk),
geschikte preventiemethoden toe te passen, bijvoorbeeld een machine of een visuele waarschuwing.
1.12 Gereedschap en verbruiksartikelen
Voordat u met de werkzaamheden begint, moet u ervoor zorgen dat u geschikt gereedschap en/of
verbruiksartikelen beschikbaar hebt. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van Spirax Sarco.
1.13 Beschermende kleding
Ga na of u en/of anderen in de omgeving beschermende kleding nodig hebben tegen de gevaren van
bijvoorbeeld chemicaliën, hoge/lage temperaturen, straling, lawaai, vallende voorwerpen en gevaren voor
ogen en gezicht.
AEL7T Elektrische Lineaire Servomotoren volgens EN14597
7
IM-P713-04-NL CTLS-UKn-01