6.5 AUTOTUNE – Snelle instelling
Voor de meeste toepassingen kan een snelle instelprocedure worden gevolgd.
Met de spindel van de servomotor in de volledig uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing
van de servomotor verwijderd:
-
Controleer of de potentiometer in de nulstand staat (bevestig dit zo nodig met een meetinstrument)
-
Onder verwijzing naar Tabel 5 "Configuratie DIP-schakelaar".
-
Selecteer de gewenste handeling met S1.2 (standaard is de steel van de servomotor uitgeschoven bij een
minimaal ingangssignaal)
-
Selecteer het gewenste regelsignaal met S1.5 (standaard is 4-20mA / 2-10V) - Opmerking: het
terugkoppelingssignaal van de klepstandsteller wordt automatisch aangepast aan het gekozen ingangssignaal
-
Aanbevolen wordt om de hysterese op 1,5% te houden, behalve in uitzonderlijke omstandigheden (zie Tabel
6 Configuratie hysterese)
-
Selecteer de gewenste storingsmodus. Voor deze functie moet de voeding nog steeds operationeel zijn. Voor
Stoominstallaties wordt aanbevolen om zowel S2.5 als S2.6 op "UIT" te zetten (Tabel 7 Configuratie van de
Storingsmodus)
-
Stel zowel S2.7 als S2.8 in op "AAN" (Tabel 8 Configuratie van de Eindpositie). Hierdoor kan de klepstandsteller
de klep gedurende de gehele slag bedienen, waarbij de twee fysieke krachtafhankelijke (koppel)schakelaars
worden gebruikt om de eindpositie van de slag van de servomotor in beide richtingen te bepalen, d.w.z. hij
gebruikt de eindaanslagen in de klep om de slag te bepalen. De krachtafhankelijke schakelaars hoeven niet te
worden aangepast aan kleppen met verschillende slaglengtes.
-
Beweeg de klep handmatig ongeveer 20-50% van zijn zitting
Waarschuwing
De AUTOTUNE-functie zorgt ervoor dat de klep en de servomotor bewegen. Zorg ervoor dat alle
resultaten naar behoren zijn verantwoord. De AUTOTUNE-functie kan worden gestopt door tijdens
de inbedrijfstellingscyclus een willekeurige toets ingedrukt te houden.
-
Wanneer is vastgesteld dat het veilig is om dit te doen, sluit u de stroom naar de servomotor weer aan.
-
Stel S2.1 in op AAN
-
Houd toets "PROG" 3 seconden lang ingedrukt (oranje LED knippert en wordt ononderbroken rood en
ononderbroken groen)
-
Druk op de "HAND"-toets (blauwe LED gaat branden)
-
De servomotor zal terugschuiven tot de onderste krachtafhankelijke schakelaar als gevolg van de
klepbegrenzingen
-
De servomotor zal dan uitschuiven tot de bovenste krachtafhankelijke schakelaar als gevolg van de
klepbegrenzingen
-
Als de inbedrijfstelling is voltooid, gaan de rode en groene LED uit; de LED "PROG" knippert.
-
Stel S1.2 in op UIT en pas een modulerend signaal toe. De beweging van de servomotor komt nu overeen met
het ingangssignaal
36
AEL7T Elektrische Lineaire Servomotoren volgens EN14597
IM-P713-04-NL CTLS-UKn-01