Voordat u overweegt een servomotor uit de AEL7-serie te installeren, moet u Deel 1 "Veiligheidsinformatie"
op pagina 5 lezen.
-
Kennis van de installatie
-
Het optillen en monteren van servomotoren verhoogt het risico op persoonlijk letsel.
-
De netaansluiting en inbedrijfstelling van de servomotor van de AEL7-serie vereist
specialistische kennis van elektrische circuits en systemen, en de inherente gevaren.
Praktische kennis van lineaire servomotoren is eveneens vereist.
-
Risico op letsel door bewegende delen. Zorg ervoor dat het regelsysteem is uitgeschakeld
en de elektrische voeding is geïsoleerd om ervoor te zorgen dat de klep en de servomotor
niet zonder waarschuwing bewegen.
-
Het onjuiste gebruik van voedingen ter ondersteuning van de installatie, de inbedrijfstelling
en het onderhoud van elektrisch bediende kleppensystemen verhoogt het risico van
persoonlijk letsel.
-
Het optillen en monteren van servomotoren verhoogt het risico op persoonlijk letsel.
-
Kneuzingsgevaar
Wanneer servomotoren moeten worden gemonteerd met behulp van hijsmiddelen, moet u
er altijd voor zorgen dat de servomotor voorzichtig wordt geslingerd, zodat deze niet kan
vallen. Probeer nooit een regelklep uit de leiding te verwijderen door de servomotor als
hijspunt te gebruiken. De servomotor of het hijsgereedschap kan beschadigd raken
Ga nooit onder onderdelen staan die worden opgetild. Draag altijd hoofdbescherming wanneer
u werkt op of in de buurt van apparatuur waar hijswerkzaamheden plaatsvinden.
Plaats uw handen niet in het juk van de servomotor of op de steel wanneer de isolatie van
de elektrische voeding is verwijderd.
Probeer niet de slag of beweging van de servomotor te beperken of de belasting van de
zitting te verhogen door voorwerpen in het juk van de servomotor te plaatsen. Deze
handelwijze kan ook leiden tot gezichtsverlies.
-
Waarschuwing
Spier- en gewrichtsschade
Voor kleine servomotoren die geen mechanische hijshulpmiddelen vereisen, moet u er altijd
voor zorgen dat de beste praktijken voor handmatig hijsen in acht worden genomen. Zet
waar mogelijk altijd twee personen in en zorg voor een goede toegang om een veilige houvast
te garanderen.
4.1 Plaats
De servomotor moet boven de klep worden gemonteerd en voldoende ruimte bieden om het deksel te verwijderen
en de toegang te vergemakkelijken. De servomotor kan in een verticale leiding worden gemonteerd, maar deze
oriëntatie moet zoveel mogelijk worden vermeden. Let er bij het kiezen van de locatie op dat de servomotor niet
wordt blootgesteld aan een omgevingstemperatuur tussen 0 °C en + 50 °C.
De behuizing van de servomotor is geclassificeerd als IP54, maar alleen wanneer de behuizing correct is aangebracht.
Het wordt aanbevolen om te zorgen voor voldoende beschutting bij buiteninstallaties. Voor binneninstallaties met
gevaar voor condensatie moet ook een anticondensverwarmer worden geïnstalleerd. Zie de technische
informatiebladen voor nadere bijzonderheden (TI-P713-02).
18
4. Installatie
AEL7T Elektrische Lineaire Servomotoren volgens EN14597
IM-P713-04-NL CTLS-UKn-01