4.5 Instellen van de eindpositie
Waarschuwing
De bediening van de AEL7T servomotor zonder de bescherming van de behuizing mag alleen
worden gebruikt voor kortdurende inbedrijfstelling of vervanging van onderdelen (klepstandsteller,
potentiometer, supplementaire eindeloopcontacten of verwarmer). Tijdens deze werkzaamheden
bestaat er toegang tot elektrische aansluitingen onder spanning en bewegende delen. Bij
ondeskundige of onvoorzichtige uitvoering van de installatie- en inbedrijfstellingswerkzaamheden
bestaat gevaar voor overlijden of ernstig lichamelijk letsel van de bediener, en onherstelbare
schade aan de servomotor. Alleen gekwalificeerd personeel mag de servomotor onder deze
omstandigheden bedienen (Deel 1.20). De servomotor mag onder normale omstandigheden niet
worden bediend als de behuizing is verwijderd.
Let op
Gebruik de OMLAAG-toets niet om de zittingbelasting in te stellen. Dit zal leiden tot blijvende
schade aan de klepzitting. Er mag nooit een voeding op de servomotor worden aangesloten terwijl
het veeruitschakelmechanisme in werking is. Dit leidt tot blijvende schade aan de tandwielkast.
Met de servomotor correct gekoppeld aan de klep en alle bouten of moeren aangedraaid zoals beschreven:
-
Verwijder de behuizing van de servomotor
-
Onderbreek en isoleer alle voedingsspanning naar de servomotor en simuleer een spanningsstoring in het veld
-
De elektromechanische koppeling wordt uitgeschakeld en de fail-safe veer schuift de servomotor uit totdat de
klepaansluiting de overeenkomstige klepzitting raakt
-
Stel de onderste slagindicatorring op de zuil van de servomotor af tot deze tegen de indicatorplaat aankomt
-
Gebruik een geïsoleerde schroevendraaier (bladbreedte 3 mm) om de S1-nok te verstellen tot deze de S1-
slagafhankelijke schakelaar raakt maar niet bedient. Let op de richting van de nokbediening en houd het
uitgangswiel vast wanneer een van de nokken (slagafhankelijk of extra) wordt versteld. De nokkenas draait
met de klok mee als de spil van de servomotor uitgeschoven is. Zie Fig. 9 tot Fig. 12 voor identificatie en
oriëntatie.
Het is belangrijk te weten dat de servomotor maximale stuwkracht uitoefent op de zitting wanneer
deze sluit onder de impuls van zowel de veer als de motor.
Aangezien de drijfstang zich reeds in de gesloten positie bevindt, zal het tandwiel (bij het naderen
van de eindpositie door middel van de motor) naar de eindpositie bewegen totdat de slagafhankelijke
schakelaar S1 wordt bediend, waardoor de motor stopt. Tijdens deze verplaatsing van het tandwiel
zal de pen van de drijfstang 1-1,5 mm omlaag bewegen in de sleuf van de drijfstang. Dit zorgt
ervoor dat de volledige sluitdruk van de veer beschikbaar is en de afstelling van de slagschakelaar
geen buitensporige inspanning vereist.
Zie Fig. 12 voor oriëntatie.
IM-P713-04-NL CTLS-UKn-01
AEL7T Elektrische Lineaire Servomotoren volgens EN14597
23