Inhoud 1. Veiligheidsinformatie 1.1 Bedradingsaanwijzingen 1.2 Veiligheidsvoorschriften en elektromagnetische compatibiliteit 1.3 Beoogd gebruik 1.4 Toegang 1.5 Verlichting 1.6 Gevaarlijke vloeistoffen of gassen in de pijpleiding 1.7 Gevaarlijke omgeving rond het product 1.8 Het systeem 1.9 Druksystemen 1.10 Verantwoordelijkheden van de bediener en het bedieningspersoneel (inclusief onderhoud) 1.11 Temperatuur 1.12 Gereedschap en verbruiksartikelen 1.13 Beschermende kleding...
Pagina 4
3. Installatie 3.1 Plaats 3.2 Operationele overwegingen – Eindpositie en slaginstellingen 3.3 Operationele aspecten - Motorrem 3.4 Montage van het handwiel (6 - 20 kN) 3.5 De servomotor aan een klep koppelen 4. Elektrische aansluitingen 4.1 Veiligheidsinformatie elektrische aansluiting 4.2 Verwijderen van de behuizing van de servomotor 4.3 Elektrische aansluiting maken 4.4 Elektrische aansluiting 5.
1. Veiligheidsinformatie Een veilige werking van dit product kan alleen worden gegarandeerd als het op de juiste wijze en in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing door gekwalificeerd personeel (zie Deel 1.13) wordt geïnstalleerd, in gebruik genomen, gebruikt en onderhouden. De algemene installatie- en veiligheidsinstructies voor de opbouw voor pijpleiding- en installatietechnieken, alsook het juiste gebruik van gereedschap en veiligheidsuitrusting moeten voldoende gekend zijn.
Bepaal de juiste situatie voor de installatie. iv) De producten van Spirax Sarco zijn niet bestemd om te weerstaan aan externe spanningen die kunnen worden veroorzaakt door een installatie waarop zij zijn gemonteerd. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om met deze spanningen rekening te houden en de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om ze tot een minimum te beperken.
1.5 Verlichting Zorg voor voldoende verlichting, vooral wanneer gedetailleerde of ingewikkelde werkzaamheden vereist zijn. 1.6 Gevaarlijke vloeistoffen of gassen in de pijpleiding Wees bewust van wat er in de pijpleiding zit of wat er op een eerder tijdstip in de pijpleiding gezeten kan hebben.
1.12 Gereedschap en verbruiksartikelen Voordat u met de werkzaamheden begint, moet u ervoor zorgen dat u geschikt gereedschap en/of verbruiksartikelen beschikbaar hebt. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van Spirax Sarco. 1.13 Beschermende kleding Ga na of u en/of anderen in de omgeving beschermende kleding nodig hebben tegen de gevaren van bijvoorbeeld chemicaliën, hoge/lage temperaturen, straling, lawaai, vallende voorwerpen en gevaren voor ogen en gezicht.
1.19 Retourneren van producten Klanten en voortverkopers met voorraad worden eraan herinnerd dat zij krachtens de EG-wetgeving inzake gezondheid, veiligheid en milieu bij het retourneren van producten aan Spirax Sarco informatie moeten verstrekken over eventuele gevaren en de voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen in verband met verontreinigingsresten of mechanische schade die een gezondheids-, veiligheids- of milieurisico kunnen inhouden.
2. Algemene productinformatie 2,1 Inleiding De elektrische lineaire servomotoren van de AEL7-serie zijn alleen geschikt voor gebruik op Spirax Sarco, Gestra en Hiter kleppen. Raadpleeg TI-P713-02 voor productcompatibiliteit en koppelingsvereisten. De servomotoren van de AEL7-serie mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Servomotoren worden gewoonlijk gemonteerd op de regelklep geleverd.
2.2 Serie in de AEL7-reeks Tabel 1 Nomenclatuur van de AEL7-serie Servomotor Type Elektrisch Werking Lineaire Serie 1,2 kN 0,9 kN voor AEL71T 2,0 kN 4,0 kN 6,0 kN Stuwkracht 8,0 kN 2,1 kN voor AEL72T 12,0 kN 15,0 kN 20,0 kN 20 mm 30 mm...
De AEL7-serie is een reeks lineaire elektrische servomotoren met verschillende spanningen en stuwkrachten die geschikt zijn voor de modulatie van kleppen van de Spirax Sarco-groep door middel van VMD of een modulerend signaal. Onafhankelijk van de regelmethode gebruikt de servomotor doorgaans twee fysieke krachtafhankelijke (koppel)schakelaars om de eindpositie van de slag van de servomotor in beide richtingen te bepalen, d.w.z.
3. Installatie Voordat u overweegt een servomotor uit de AEL7-serie te installeren, moet u deel 1 "Veiligheidsinformatie" op pagina 4 lezen. Kennis van de installatie Het optillen en monteren van servomotoren verhoogt het risico op persoonlijk letsel. De netaansluiting en inbedrijfstelling van de servomotor van de AEL7-serie vereist specialistische kennis van elektrische circuits en systemen, en de inherente gevaren.
3.1 Plaats De servomotor moet boven de klep worden gemonteerd en voldoende ruimte bieden om het deksel te verwijderen en de toegang te vergemakkelijken. Let er bij het kiezen van de locatie op dat de servomotor niet wordt blootgesteld aan een omgevingstemperatuur hoger dan -20 °C tot + 60 °C (-20 °C tot +50 °C voor servomotoren met klepstandstellers).
3.3 Operationele aspecten - Motorrem De motor van de servomotor van de AEL7-serie vertraagt en stopt gewoonlijk uit eigen kracht wanneer de regelstroom wordt uitgeschakeld. Alleen voor de versie van 20 kN (AEL78) wordt een elektronische rem op de motor gebruikt om overschrijding van de inertie en positioneringsonnauwkeurigheid te verminderen, waardoor de slijtage van de onderdelen van de servomotor wordt verminderd.
Pagina 17
Stel de borgmoer van de klepsteel in op de juiste aansluiting van de schroefdraad maat "A" (Fig. 4 en Tabellen 3 - 5) voor de betreffende combinatie van klep en servomotor. Til de servomotor over de klepsteel en plaats hem op de montageflens en breng de moeren van de zuilen van de servomotor weer losjes aan.
Pagina 18
Tabel 3 Aansluiting van de schroefdraad – Spira-trol™ 2-poorten Spira-trol™ J, K & L 2-Poortkleppen Stuwkracht servomotor DN15-50 DN65-100 DN125+ 1,2 kN 2,0 kN 4,0 kN 6,0 kN 12 mm 19 mm 8,0 kN 12,0 kN 15,0 kN 20,0 kN 19 mm 30 mm De DN15-50 J-serie vereist een AEL7XJ01-verlengde adapter...
Pagina 19
Tabel 5 Aansluiting van de schroefdraad en jukset - Hiter S85 / S1000 2-poorten Klepmodel Ø (") Aansluiting van de schroefdraad (mm) 0,75 08-18-58-68-02-12-52-62 01-11-51-61-21-71 Volledige boordiameter 01-11-51-61-21-71 Beperkte Boordiameter 08-18-58-68 01-11-51-61-21-71 Volledige boordiameter 01-11-51-61-21-71 Beperkte Boordiameter 02-12-52-62 08-18-58-68-02-12-52-62 01-11-51-61-21-71 Volledige boordiameter 01-11-51-61-21-71 Beperkte 08-18-58-68-02-12-52-62 01-11-51-61-21-71 Volledige boordiameter...
4. Elektrische aansluitingen 4.1 Veiligheidsinformatie elektrische aansluiting Let op Lees voor aanvang van de werkzaamheden aan de elektrische installatie Deel 1 "Veiligheidsinformatie". Waarschuwing De netaansluiting en inbedrijfstelling van de servomotor van de AEL7-serie vereist specialistische kennis van elektrische circuits en systemen, en de inherente gevaren. Praktische kennis van lineaire servomotoren is eveneens vereist.
4.2 Verwijderen van de behuizing van de servomotor Verwijder de bevestigingsmoer van de behuizing (en eventuele pakking) (16 mm A/F-bus). Voor 1-6 kN servomotoren houdt u beide zuilen van de servomotor bovenaan vast. Gebruik uw duimen om het deksel er voorzichtig af te halen. Voor 8kN+ servomotoren is een lichte beweging tegen de wijzers van de klok in nodig, evenals een lineaire kracht om de behuizing van de servomotor op te tillen.
Pagina 26
Modulerend signaal Voeding Klepstandsteller Instelpunt Positie terugkoppeling ▼/▲ ▼/▲ ▼/▲ ▼/▲ L / + N / - Fig.7 AEL72-78 Vac/Vdc aansluitschema - Actuators met uitschakelmodule AEL7 Actuators geleverd met uitschakelmodule zijn intern bedraad Raadpleeg afbeelding 7 (AEL72-78 Vac/Vdc-klemdiagram met uitschakelmodule) om ervoor te zorgen dat de juiste voedingsspanning wordt toegepast op de juiste klem in de uitschakelmodule zelf.
5. Accessoires Servomotor 5.1 Veiligheidsinformatie over de accessoires van de servomotor Let op Voordat u begint met de inspectie, installatie, inbedrijfstelling, verwijdering of wijziging van de accessoires van de servomotoren van de AEL7-serie, moet u Deel 1 "Veiligheidsinformatie" en Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting" lezen. Raadpleeg Tabel 10 en Tabel 11 om de juiste accessoires voor elke servomotor te selecteren.
5.2 Supplementaire eindeloopschakelaars De servomotor van de AEL7-serie kan worden uitgerust met hulpslagschakelaars. De supplementaire eindeloopschakelaar is slechts een middel om een spanningsvrij contact te creëren waarmee de gebruiker kan vaststellen wanneer de servomotor zich in een door de gebruiker gedefinieerde positie bevindt. De hulpslagschakelaars hebben geen invloed op de slag van de servomotor en kunnen worden geconfigureerd als normaal open (NO) of normaal gesloten (NC).
Pagina 31
Kartelmoer Hulpschakelnokken Hulpschakelaar PCB Eindeloop schakelaar (WE) – S5 Borgmoer Eindeloop schakelaar (WE) – S4 Zenderplaat Fig. 9 Opstelling hulpslagschakelaar (WE) (1-6 kN) Let op De instelling van de terugkoppelingsstaaf op de juiste positie is belangrijk om een maximale resolutie van de potentiometer te verkrijgen wanneer deze is gemonteerd en om een ononderbroken schakeling van de hulpcontacten mogelijk te maken.
5.2.2 Installatie van hulpslagschakelaars: 8-20 kN Servomotoren Let op Voordat u begint met de inspectie, installatie, inbedrijfstelling, verwijdering of wijziging van de hulpslagschakelaars, moet u Deel 1 "Veiligheidsinformatie" en Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting" lezen. Extra rijschakelaar (S4) Extra rijschakelaar (S5) Bevestigingsplaat schakelaar Slagafhankelijke...
Pagina 33
Met de spindel van de servomotor in de volledig uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd: Controleer de schakelaarset op compatibiliteit, volledigheid en tekenen van schade. Wijs beschadigde onderdelen onmiddellijk af Raadpleeg Afbeelding 10 voor productoriëntatie Verwijder de bevestigingsmoeren en de bevestigingsplaat van de schakelaar Schuif schakelaar S4 eerst op de bevestigingspennen van de schakelaar en let daarbij op de oriëntatie zoals in fig.
5.3 Vervanging van de Potentiometer De potentiometer wordt gebruikt om een 0-10Vdc positieterugkoppeling van de servomotor (klep) te geven voor VMD servomotoren en om de interne positieterugkoppeling te geven voor servomotoren die zijn uitgerust met een klepstandstellerkaart. Voor de positieterugkoppeling voor servomotoren met een klepstandstellerkaart, zie Deel 6.4. Voor 1 - 6 kN servomotoren werkt de potentiometer via dezelfde vaste terugkoppelingsstaaf die rechtstreeks aan de aandrijfstang van de spindel van de servomotor is gekoppeld en die wordt gebruikt om de hulpslagschakelaars te bedienen.
Pagina 35
Kabelboom potentiometer Spindel Potentiometer Potentiometerbus Hulpschakelaar PCB Hulpschakelnokken Zenderplaat Fig. 12 Installatie en afstelling van de potentiometer (1-6 kN) Elektrische Servomotor AEL7-serie IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02...
5.3.2 Installatie van de potentiometer (8 - 20 kN) Met de spindel van de servomotor in de volledig uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd: Controleer de potentiometerset op compatibiliteit, volledigheid en tekenen van schade. Wijs beschadigde onderdelen onmiddellijk af Zie Fig.
Pagina 37
Kabelboom potentiometer Kartelmoer Borgmoer Spindel Potentiometer Zenderplaat Fig. 13 Installatie en afstelling van de potentiometer (8kN+) Potentiometer ▼ ▼ ▲ Terugkoppelingssignaal (passief) Fig. 14 Aansluitschema van de potentiometer Elektrische Servomotor AEL7-serie IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02...
5.4 Anticondensverwarmer De anticondensverwarmer moet worden gebruikt als bescherming tegen condensvorming in de behuizing van de servomotor in geval van: Sterk wisselende omgevingstemperaturen Hoge luchtvochtigheid Toepassing buitenshuis De anticondensverwarmer is een automatisch apparaat met een thermostaat en hoeft daarom niet in bedrijf gesteld te worden.
Pagina 39
Kabelboom van de anticondensverwarmer Klemmenbord van de anticondensverwarmer Moederbord Fig. 15 Installatie van de anticondensverwarmer (1kN) Moederbord Kabelboom van de anticondensverwarmer Anticondensverwarmer Fig. 16 Installatie van de anticondensverwarmer (1 kN) Elektrische Servomotor AEL7-serie IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02...
Pagina 40
Moederbord Klemmenbord van de anticondensverwarmer Kabelboom van de anticondensverwarmer Fig. 17 Installatie van de anticondensverwarmer (2 - 4 kN) Anticondensverwarmer Kabelboom van de anticondensverwarmer Fig. 18 Installatie van de anticondensverwarmer (2 - 4 kN) Elektrische Servomotor AEL7-serie IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02...
Pagina 41
Moederbord Kabelboom van de anticondensverwarmer Klemmenbord van de anticondensverwarmer Fig. 19 Installatie van de anticondensverwarmer (6 kN) Kabelboom van de anticondensverwarmer Anticondensverwarmer Fig. 20 Installatie van de anticondensverwarmer (6 kN) Elektrische Servomotor AEL7-serie IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02...
5.4.2 Installatie van de anticondensverwarmer (8 – 20 kN) Met de spindel van de servomotor in de volledig uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd: Controleer de anticondensverwarmingsset op compatibiliteit, volledigheid en tekenen van schade. Wijs beschadigde onderdelen onmiddellijk af Zie Figuren 21 en 22 "Installatie verwarming 8-20 kN"...
Pagina 43
Anticondensverwarmer Fig. 22 Installatie van de anticondensverwarmer (8-20 KN) Anticondensverwarmer N / - L / + Fig. 23 Aansluitschema van de anticondensverwarmer Elektrische Servomotor AEL7-serie IM-P713-01-NL CTLS-UKn-02...
5.5 Klepstandstellerkaart De servomotor van de AEL7-serie kan worden gebruikt voor modulerende regeling met behulp van een klepstandstellerkaart (potentiometer vereist). De klepstandstellerkaart kan worden geconfigureerd voor mA- of Vdc- ingangssignalen. De klepstandsteller levert ook een positieterugkoppeling (mA of Vdc). Raadpleeg Deel 6.4 Inbedrijfstelling van de klepstandstellerkaart voor meer informatie.
Pagina 45
8 kN+: Sluit de aders van de bedradingsbundel van de potentiometer aan op de hoofdklemmenstrook (Fig. 27), en sluit de stekker van de potentiometer aan op de potentiometerbus op de klepstandstellerkaart onder verwijzing naar Fig. 25 "Installatie van de klepstandstellerkaart" voor meer informatie over het product. De kabelboom van de potentiometer moet door het midden van de klepstandstellerkaart worden gevoerd, zoals afgebeeld.
6. Inbedrijfstelling 6.1 Veiligheidsinformatie voor inbedrijfstelling Let op Lees voor aanvang van de inbedrijfstelling Deel 1 "Veiligheidsinformatie" en Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting". Waarschuwing De netaansluiting en inbedrijfstelling van de servomotor van de AEL7-serie vereist specialistische kennis van elektrische circuits en systemen, en de inherente gevaren. Praktische kennis van lineaire servomotoren is eveneens vereist.
Pagina 48
6.2 Afstelling van de slagafhankelijke schakelaar S3 (alleen 8-20 kN servomotoren) Let op Voordat u begint met de inspectie, installatie, inbedrijfstelling, verwijdering of wijziging van de slagafhankelijke schakelaar, moet u Deel 1 "Veiligheidsinformatie" en Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting" lezen. De 8-20 kN AEL7-serie servomotoren worden geleverd met drie schakelnokken.
6.3 Afstelling van de supplementaire eindeloopcontacten Let op Voordat u begint met de inspectie, installatie, inbedrijfstelling, verwijdering of wijziging van de hulpslagschakelaars, moet u Deel 1 "Veiligheidsinformatie", Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting" en Deel 6.1 "Veiligheidsinformatie voorj inbedrijfstelling" lezen. De 1-6 kN AEL7-serie servomotoren worden geleverd met twee hulpschakelnokken (S4 en S5). De 8-20 kN AEL7- serie servomotoren worden standaard geleverd met drie schakelnokken.
6.4 Hulppositieschakelaar - Actuators met uitschakelmodule Alle actuators worden geleverd met uitschakelmodule Alle AEL7-actuators die met een uitschakelmodule worden geleverd, gebruiken de hulpstuurschakelaars voor de bediening van de actuator. Dit heeft invloed op het gebruik van deze schakelaars als optie voor positieterugkoppeling. Voor 2-6 kN actuators geleverd met uitschakelmodule kan geen extra rijschakelaar worden ingesteld.
Zittingsfunctie (inbedrijfstelling) De elektronicakaart van de klepstandsteller (alle spanningen) kan in de fabriek alleen worden ingesteld voor split range toepassingen. Neem contact op met uw plaatselijke Spirax Sarco- verkoopkantoor met een ingevulde TI-P713-06 (Aanvraag voor toepassing van AEL7 Split Range).
Pagina 52
6.6 Vac Postioner Elektronicakaart (Exclusief Shutdown Module Versies) Elektronische postioneerkaart Potentiometerbus PROG Steun van de (Oranje LED) klepstandsteller OMHOOG (Groene LED) OMLAAG (Rode LED) HAND (Blauwe LED) Fig. 28 Vac-klepstandsteller Elektronicakaart De instelling van de DIP-schakelaars wordt bijgewerkt na inschakeling of reset door gelijktijdig op de toetsen HAND+UP+DOWN+PROG te drukken.
Pagina 53
Tabel 12 Configuratie DIP-schakelaar DIP-schakelaar SW1 Schakelaar Nr. Functie S1.1 Instelling van de slag S1.2 Werking Direct * Omgekeerd S1.3 Potentiometer Intern * S1.4 S1.5 Signaalbereik 4-20mA / 2-10 V* 0-20mA / 0-10V S1.6 S1.7 Hysterese Zie Tabel 13 S1.8 DIP-schakelaar SW2 Schakelaar Nr.
Pagina 54
6.7 AUTOTUNE - Snel instellen (Vac behalve shutdown moduleversies) Voor de meeste toepassingen kan een snelle instelprocedure worden gevolgd. Met de spindel van de servomotor in de volledig uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd: Controleer of de potentiometer in de nulstand staat (bevestig dit zo nodig met een meetinstrument) Bij servomotoren met een slagafhankelijke schakelaar (S3) moet S3 worden ingesteld op een positie die overeenkomt met de vereiste slag.
Pagina 55
6.8 AUTOTUNE - Instellen van de slag met positioneringskaart (Vac exclusief uitschakelmoduleversies) Voor sommige toepassingen kan het nodig zijn de slag van de servomotor af te stemmen op een bepaalde toepassing of klep. Met de spindel van de servomotor in de volledig uitgeschoven stand, de voeding veilig geïsoleerd en de behuizing van de servomotor verwijderd: Controleer of de potentiometer in de nulstand staat (bevestig dit zo nodig met een meetinstrument) Beweeg de klep handmatig ongeveer 20-50% van zijn zitting...
Alle AEL7 aandrijvingen geleverd met uitschakelmodule gebruiken een 24 Vdc elektronicakaart voor de klepstandsteller Alle AEL7-actuators die worden geleverd met een uitschakelmodule gebruiken de 24Vdc Positioner Electronics Card omdat deze versies altijd een 24Vdc motor gebruiken om de supercondensatoren in staat te stellen de motor naar de gewenste eindpositie te sturen wanneer de uitschakelmodus wordt geactiveerd.
Pagina 58
Tabel 17 Configuratie DIP-schakelaar SW.1 (24Vdc en uitschakelmodule) DIP-schakelaar SW.1 Schakelaar Nr. Functie S1.1 Instelling van de slag S1.2 Werking Direct * Omgekeerd S1.3 Potentiometer Intern * S1.4 S1.5 Signaalbereik 4-20mA / 2-10V 0-20mA / 0-10V S1.6 S1.7 Hysterese Zie Tabel 13 S1.8 Tabel 18 Configuratie DIP-schakelaar SW.2 (24Vdc en uitschakelmodule) DIP-schakelaar SW.2...
Pagina 59
6.10 AUTOTUNE - Snelle instelling (versies met 24 Vdc en uitschakelmodule niet inbegrepen) De inbedrijfstellingsvolgorde voor 24Vdc-actuators met uitzondering van de actuators die met een uitschakelmodule worden geleverd, is dezelfde als die in hoofdstuk 6.7, met de volgende uitzonderingen. S3.1 en S3.2 MOETEN NIET worden aangeraakt. Deze schakelaars MOETEN ALTIJD op OFF staan. S4.1 wordt gebruikt om de vrijgavemodus voor de uitschakelmodule in te stellen.
6.12 Afstelling van de slag van de servomotor (8 kN+) De fysieke slag van de 8 kN+ AEL7-serie servomotor kan nauwkeurig worden aangepast om te voldoen aan de vereisten voor de klepslag, bijvoorbeeld wanneer de servomotor de klep zou kunnen beschadigen. Dit wordt geregeld door de slagafhankelijke schakelaar S3.
Pagina 61
Bij het afstellen van de slag van de servomotor moet rekening worden gehouden met de instelling van de slagafhankelijke schakelaar S3. S3 moet zo worden afgesteld dat hij overeenkomt met de vereiste slag of deze overschrijdt, om de klepslag niet te beperken. Koppelschakelaar Hendel van de potentiometer Slagschuif...
7. Onderhoud 7.1 Veiligheidsinformatie voor onderhoud Let op Lees voor aanvang van de inbedrijfstelling Deel 1 "Veiligheidsinformatie" en Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting". Lees altijd de delen met veiligheidsinformatie van de betreffende Instructies voor installatie en onderhoud voor de regelklep, eventuele accessoires en de servomotor voordat u met de werkzaamheden begint.
In het zeldzame geval dat een servomotor tijdens het gebruik defect raakt, neem dan contact op met uw lokale Spirax Sarco verkoopsorganisatie voor instructies voor het retourneren van het product. De servomotor van de AEL7-serie mag niet ter plaatse worden gerepareerd. In het zeldzame geval dat de servomotor van de AEL7-serie moet worden gerepareerd, moet de servomotor naar de fabriek worden geretourneerd met een volledig storingsrapport.
Inspecteer de supercondensatoren voor aanvang van de werkzaamheden op tekenen van schade of lekkage. Als er lekkage of schade is, moet de actuator worden vervangen. De uitschakelmodules mogen alleen worden ontladen door technici van Spirax Sarco. De afsluitmodule moet worden ontladen voordat er onderhoud wordt gepleegd, inclusief het verwijderen van de actuator van de klep.
Pagina 65
Waarschuwing: Plaats de uitschakelmodule niet terug zonder de ontladingsprocedure uit te voeren. Als de plug van de supercondensator wordt verwijderd uit een opgeladen uitschakelmodule, MOET deze NIET worden teruggeplaatst op de printplaat zonder het ontladingsproces te voltooien. Als u dit niet doet, zal de actuator onherstelbaar beschadigd raken en bestaat er een risico op letsel voor de bediener.
7.5 De servomotor van de klep verwijderen Let op Lees voor aanvang van de inbedrijfstelling Deel 1 "Veiligheidsinformatie" en Deel 4.1 "Veiligheidsoverwegingen elektrische aansluiting” en Deel 7 “Veiligheidsinformatie voor onderhoud”. Soms kan het nodig zijn de servomotor van de klep te verwijderen voor algemeen kleponderhoud of om de servomotor zelf te vervangen.
7.6 Probleemoplossing Waarneming Mogelijke oorzaak Voedingsspanning onderbroken Zekering doorgebrand De servomotor beweegt niet (VMD) Maximale bedrijfstemperatuur overschreden Motorstoring Verkeerd gedimensioneerde zekering Verkeerd gedimensioneerde kabel Zekering brandt door Slechte kabelverbinding in de servomotor Blootliggende kabels in de servomotor (isolatie beschadigd) Verkeerd regelsignaal Servomotor verkeerd gekoppeld De klep bereikt geen volledige slag (0%) Interferentie in de klep...