5.3. Beperkingen van duikcomputers
De berekeningen van de duikcomputer zijn gebaseerd op de meest recente inzichten over
decompressie. Ondanks gebruik van de modernste technologie kan een computer echter
nooit de feitelijke fysiologische gesteldheid van een individuele duiker bepalen. Alle
momenteel bekende decompressieschema's, waaronder de US Navy-tabellen, zijn
gebaseerd op theoretische wiskundige modellen die zijn bedoeld als richtlijn om de kans
op decompressieziekte te beperken.
5.4. Nitrox
Duiken met nitrox maakt door een lager stikstofgehalte in het gasmengsel langere
bodemtijden mogelijk en verkleint de kans op decompressieziekte.
Door het hogere zuurstofgehalte in nitroxmengsels loopt de duiker echter een verhoogd
risico op zuurstofvergiftiging, iets waarmee bij persluchtduiken meestal geen rekening
hoeft te worden gehouden. Om dit gevaar tot een minimum te beperken, houdt de
duikcomputer de tijd en intensiteit van de zuurstofblootstelling bij en verschaft hij de duiker
informatie waarmee deze zijn duikplan kan aanpassen om de blootstelling binnen veilige
grenzen te houden.
Naast de fysiologische effecten van verrijkte lucht op het lichaam, moet er ook rekening
worden gehouden met een aantal praktische aspecten bij het omgaan met gasmengsels.
Zo zorgen verhoogde concentraties zuurstof voor brand- en explosiegevaar. Raadpleeg
de fabrikant van uw duikapparatuur om na te gaan of deze kan worden gebruikt in
combinatie met nitrox.
5.5. Akoestische en optische alarmsignalen
De duikcomputer kan akoestische en optische alarmsignalen geven wanneer gevaarlijke
limieten of vooraf ingestelde waarden worden bereikt. De tabel hieronder geeft een overzicht
van de verschillende alarmsignalen en de betekenis ervan.
Tabel 5.1. Soorten akoestische en optische alarmsignalen
Soort alarm
Kort enkelvoudig geluidssignaal
Drie korte geluidssignalen om
de drie seconden met
geactiveerde displayverlichting
Continue geluidssignalen met
geactiveerde displayverlichting
U kunt alarmen instellen voor maximumdiepte en duiktijd. Zie ook Paragraaf 5.7,
"Instellingen voor de modus DIVE" en Paragraaf 4.1, "Instellingen voor de modus TIME".
Duikcomputer wordt geactiveerd.
Duikcomputer keert automatisch terug in de modus TIME.
Nultijdduik gaat over in decompressieduik. In de display
verschijnen een pijl omhoog en de knipperende
aanduiding ASC TIME.
Maximaal toegestane opstijgsnelheid van 10 meter per
minuut is overschreden. Grafische weergave
opstijgsnelheid knippert en aanduiding STOP verschijnt.
Decompressieplafond is overschreden. In de display
verschijnen een pijl omlaag en de knipperende aanduiding
'Er'. Daal onmiddellijk tot op of onder het
decompressieplafond. Doet u dit niet, dan wordt
automatisch de modus Error permanent geactiveerd
(permanente symbool 'Er' in de display).
Reden van alarm
17