Hoofdstuk 2
U kunt het papier als volgt in een optimale staat houden:
●
Bewaar ongebruikt papier in de oorspronkelijke verpakking of in een plastic zak.
●
Bewaar het papier vlak en op een koele, droge plaats. Als de randen van het papier
omkrullen, plaatst u het papier in een plastic zak en buigt u het papier voorzichtig in
de tegenovergestelde richting totdat het weer vlak is.
●
Houd fotopapier altijd vast aan de randen.
Afdrukken vanaf het bedieningspaneel of een computer
Wanneer u afdrukt vanaf een computer, ondersteunt de printer papier met een formaat
van 7,6 x 12,7 cm tot 22 x 61 cm (3 x 5 inch tot 8,5 x 14 inch). Ondersteunde formaten
bij het rechtstreeks afdrukken vanaf het bedieningspaneel zijn A6, A4, 10 x 15 cm (4 x
6 inch) met of zonder afscheurstrook, 8,5 x 11 inch, Hagaki- en L-formaat.
Papier in de hoofdlade plaatsen
De hoofdlade ondersteunt de volgende afdrukmaterialen:
●
Letter- of A4-papier
●
Transparanten
●
Fotopapier van 20 x 25 cm (8 x 10 inch)
●
Enveloppen met een breedte van 28,0 cm (11 inch) en breder
●
Fotopapier van 7,62 x 13 cm (3 x 5 inch)
●
A6-papier
●
Kaarten van L-formaat
●
Fotopapier van 13 x 18 cm (5 x 7 inch)
●
Papier van 2L-formaat
●
Fotokaarten van 10 x 20 cm (4 x 8 inch)
●
B5-papier
●
Enveloppen met een breedte van 28,0 cm (11 inch) of minder
Voer de volgende stappen uit om papier in de hoofdlade te plaatsen:
1.
Til de fotolade omhoog.
2.
Verwijder het aanwezige papier uit de hoofdlade.
3.
Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar links.
4.
Leg het papier in de hoofdlade met de kant waarop u wilt afdrukken naar
beneden. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
Plaats enveloppen met de flap naar links. Vouw de flappen in de enveloppen om
papierstoringen te voorkomen.
5.
Schuif de papierbreedtegeleider goed tegen de randen van het papier, zonder dat
het papier daarbij opbolt.
10
Opmerking
Lijn het papier uit tegen de rechterkant van de lade.
HP Photosmart D5100 series