VERBINDEN MET EEN DRAADLOOS NETWERK
U moet het bedieningspaneel op een draadloos net-
werk aansluiten om iFit-trainingen en verschillende
andere functies van het bedieningspaneel te gebruiken.
1. Kies het hoofdmenu.
Schakel het apparaat eerst in (zie HET BEDIE-
NINGSPANEEL INSCHAKELEN op bladzijde 17).
Let op: Het kan even duren voordat het bedie-
ningspaneel klaar is voor gebruik.
Kies vervolgens het hoofdmenu (toets Home). Als u
het bedieningspaneel aanzet, wordt het hoofdmenu
op het scherm weergegeven, nadat het bedie-
ningspaneel is opgestart. Als u in een training bent,
drukt u op het scherm en volgt u de aanwijzingen
om de training te beëindigen en om terug te keren
naar het hoofdmenu. Als u in de instellingenmenu's
bent, drukt u op de terug-toets (pijl-symbool) en
dan op de afsluittoets (x-symbool) om terug te
keren naar het hoofdmenu.
2. Selecteer het draadloze-netwerkmenu.
Druk op de menu-toets (symbool van drie horizon-
tale lijnen) en druk vervolgens op Wi-Fi om het
draadloze netwerkmenu te selecteren.
3. Schakel Wi-Fi in.
Zorg ervoor dat Wi-Fi
het geval is, druk dan op de wisseltoets Wi-Fi om
het in te schakelen.
4. Stel uw draadloze netwerkverbinding in en
beheer deze.
Als Wi-Fi is ingeschakeld, geeft het scherm een lijst
met beschikbare netwerken weer. Let op: Het kan
even duren voordat de lijst met draadloze netwer-
ken wordt weergegeven.
is ingeschakeld. Als dit niet
®
Let op: U hebt een eigen draadloos netwerk nodig
en een 802.11b/g/n router met SSID-broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken wordt weergegeven,
drukt u op het gewenste netwerk. Let op: Zorg dat
u uw netwerknaam weet (SSID). Als uw netwerk
beveiligd is met een wachtwoord, moet u ook het
wachtwoord weten.
Volg de aanwijzingen op het scherm om uw
wachtwoord in te voeren en verbinding te maken
met het geselecteerde draadloze netwerk. (Zie
HET TOUCHSCREEN GEBRUIKEN op bladzijde
17 voor meer informatie over het gebruik van het
toetsenbord.)
Als het bedieningspaneel met uw draadloze net-
werk is verbonden, wordt er een vinkje naast de
naam van het draadloze netwerk weergegeven.
Als u problemen ondervindt bij het verbinden met
een gecodeerd netwerk, controleert u of het inge-
vulde wachtwoord juist is. Let op: Wachtwoorden
zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt onbe-
veiligde en beveiligde (WEP, WPA™ en WPA2™)
codering. We raden u aan een breedbandverbinding
te gebruiken, aangezien de werking van het bedie-
ningspaneel afhangt van de verbindingssnelheid.
Let op: Als u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com
voor hulp.
5. Verlaat het draadloze-netwerkmenu.
Druk op de terug-toets (pijl-symbool) om het draad-
loze-netwerkmenu te verlaten.
25