Wanneer het weerstandsniveau te hoog of te laag
ligt, kunt u de instelling handmatig veranderen door
op de toetsen Resistance (weerstand) drukken.
Drukt u op een toets Resistance (weerstand),
dan kunt u handmatig de weerstand instellen (zie
stap 3 op bladzijde 18). Druk op Follow Workout
(training volgen) om terug te keren naar de
geprogrammeerde weerstandsinstellingen van
de training.
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt. Het daadwerkelijke aantal calorieën
dat u verbrandt hangt af van verschillende fac-
toren, waaronder uw gewicht. Als u bovendien
tijdens de training het weerstandsniveau hand-
matig wijzigt, heeft dat invloed op het aantal
calorieën dat u verbrandt.
Druk op het scherm of stop met fietsen om de trai-
ning te pauzeren. Begin weer te fietsen om door te
gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema (zie
EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN op bladzijde 23)
of de training toevoegen aan uw lijst met favorie-
ten. Druk dan op Save Workout (training opslaan)
om terug te keren naar het hoofdmenu.
5. Houd uw voortgang bij.
Zie stap 4 op bladzijde 19.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
7. Zet indien gewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
8. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
bladzijde 17.
21