Elektrische installatie
4.1.11 Aansluiting motor – inleiding
Zie de sectie Algemene specificaties voor de juiste dwarsdoor-
snede en lengte van de motorkabel.
•
Gebruik een afgeschermde/gewapende motorkabel
om te voldoen aan de EMC-emissienormen (of instal-
leer de kabel in een metalen leiding).
4
4
•
Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferen-
tie en lekstroom te beperken.
•
Sluit de afscherming/wapening van de motorkabel
aan op de ontkoppelingsplaat van de frequentieom-
vormer en het metaal van de motor. (Dit geldt ook
voor beide uiteinden van een metalen leiding als
deze wordt gebruikt bij wijze van afscherming.)
•
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een
zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem of met
behulp van een kabelpakking conform EMC). Dit kan
worden gedaan met behulp van de bijgeleverde
installatiemiddelen in de frequentieomvormer.
•
Vermijd afsluiting door middel van gedraaide
kabeluiteinden (pigtails), omdat dit het afscher-
mingseffect bij hoge frequenties verstoort.
•
Als het noodzakelijk is de afscherming te onderbre-
ken om een motorisolator of motorrelais te installe-
ren, dient de afscherming te worden voortgezet met
de laagst mogelijke HF-impedantie.
Kabellengte en dwarsdoorsnede
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde
kabellengte en een bepaalde kabeldoorsnede. Als de doorsne-
de toeneemt, kan ook de kabelcapaciteit – en daarmee de
lekstroom – toenemen en moet de kabellengte dienovereen-
komstig verminderd worden.
Schakelfrequentie
Wanneer frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters
worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te
beperken, moet de schakelfrequentie worden ingesteld
volgens de instructies voor sinusfilters in Par. 14-01 Schakelfre-
quentie.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van aluminium geleiders
Aluminium geleiders worden niet aanbevolen voor
kabeldoorsneden onder 35 mm2. De klemmen kunnen worden
gebruikt met aluminium geleiders, maar hiervoor moet het
geleideroppervlak schoon zijn en moet de oxidatie worden
verwijderd en het oppervlak worden afgesloten met neutrale
zuurvrije vaseline voordat de geleider wordt aangesloten.
32
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
Bovendien moet de klemschroef na twee dagen opnieuw
worden aangedraaid vanwege de zachtheid van het alumini-
um. Het is belangrijk dat de aansluiting zorgt voor een
gasdichte verbinding, omdat het aluminium oppervlak anders
weer zal oxideren.
Alle typen driefasige asynchrone standaardmotoren kunnen
op de frequentieomvormer worden aangesloten. Kleine
motoren zijn gewoonlijk in ster geschakeld (230/400 V, D/Y).
Grote motoren zijn in driehoekschakeling geschakeld (400/690
V, D/Y). Kijk op het motortypeplaatje voor de juiste aansluit-
modus en spanning.
VOORZICHTIG
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere
versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met
voedingsspanning (zoals een frequentieomvormer)
moet een sinusfilter worden aangebracht op de uitgang
van de frequentieomvormer. (Voor motoren die voldoen
aan IEC 60034-17 is geen sinusfilter nodig.)
®
MG.11.AD.18 –- VLT
is a gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Afbeelding 4.16: Klemmen voor motoraansluiting
Nr.
96
97
98
Motorspanning 0-100% van netspanning.
U
V
W
3 kabels uit motor
U1
V1
W1
6 kabels uit motor, driehoekschakeling
W2
U2
V2
U1
V1
W1 6 kabels uit motor, sterschakeling
U2, V2, W2 moeten afzonderlijk onderling
worden verbonden
(optioneel klemmenblok)
Nr.
99
Aardverbinding
PE
Tabel 4.8: Motoraansluiting met 3 en 6 kabels.