Specificaties
9.2 Speciale omstandigheden
9.2.1 Doel van reductie
Reductie kan nodig zijn wanneer de frequentieomvormer
wordt gebruikt bij een lage luchtdruk (hoogte), bij lage
snelheden, bij gebruik van lange motorkabels of kabels met
een grote dwarsdoorsnede, of bij hoge omgevingstemperatu-
ren. In deze sectie worden de benodigde acties beschreven.
9.2.2 Reductie wegens omgevingstempera-
tuur
Bij een omgevingstemperatuur van max. 50 °C kan 90% van
de uitgangsstroom van de frequentieomvormer worden
gehandhaafd.
Met een typische volle belastingsstroom van EFF 2-motoren
kan het volledige vermogen van de uitvoeras worden benut
tot 50 °C.
Neem contact op met Danfoss voor specifiekere gegevens en/
of reductie-informatie voor andere motoren of omstandighe-
den.
9.2.3 Een automatische aanpassing zorgt
voor blijvende prestaties
De frequentieomvormer controleert continu op kritische
niveaus van interne temperatuur, belastingsstroom, hoge
spanning op de tussenkring en lage motorsnelheden. Als
reactie op een kritiek niveau kan de frequentieomvormer de
schakelfrequentie aanpassen en/of het schakelpatroon
wijzigen om een goede werking van de frequentieomvormer
te garanderen. De mogelijkheid om de uitgangsstroom
automatisch te verlagen, zorgt voor een verdere verbetering
van aanvaardbare bedrijfscondities.
Reductie van de uitgangsstroom t.o.v. de hoogte bij T
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
voor framegrootte D, E en F.
AMB, MAX
®
MG.11.AD.18 –- VLT
is a gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
9.2.4 Reductie wegens lage luchtdruk
Bij een lage luchtdruk vermindert de koelcapaciteit van lucht.
Bij een hoogte onder 1000 m is geen reductie nodig, maar
boven een hoogte van 1000 meter moet de omgevingstempe-
ratuur (T
) of de maximale uitgangsstroom (I
AMB
worden overeenkomstig onderstaand schema.
Afbeelding 9.1: Reductie van de uitgangsstroom t.o.v. de hoogte bij
T
voor framegrootte A, B en C. Voor hoogtes boven 2000 m
AMB, MAX
dient u contact op te nemen met Danfoss in verband met PELV.
Een alternatief is om de omgevingstemperatuur op grote
hoogtes te verlagen, waardoor een uitgangsstroom van 100%
op grote hoogtes kan worden bereikt. Als voorbeeld voor het
lezen van de grafiek beschrijven we hieronder de situatie bij
een hoogte van 2000 m. Bij een temperatuur van 45 °C (T
- 3,3 K) is 91% van de nominale uitgangsstroom beschik-
MAX
baar. Bij een temperatuur van 41,7 °C is 100% van de nominale
uitgangsstroom beschikbaar.
) verlaagd
out
9
9
AMB,
151