Figuur 60
1. Wethendel
7. Zet de maai-/transporthendel in de neutraalstand en
duw de maai-/hefhendel naar voren om te beginnen
met wetten.
8. Breng de wet-pasta aan met de borstel met de lange
steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel.
9. Als de messenkooien blijven vastzitten of instabiel
worden tijdens het wetten, moet u het toerental
van de messenkooien verhogen totdat de snelheid
stabiliseert. Zet daarna het toerental weer op stand 1
of de gewenste snelheid.
10. Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt
afstellen, schakelt u de messenkooien uit door de
maai-/hefhendel naar achteren te bewegende en
de motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u
stappen tot 4 en met 8.
11. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die u
wilt wetten.
12. Als u klaar bent met wetten, moet u de wethendels
in de "F"-stand zetten, de stoel laten zakken en
alle wetpasta van de maaidekken wassen. Stel
indien nodig het contact tussen de messenkooi
en de snijplaat af. Zet de toerentalregeling van de
messenkooien in de gewenste maaistand.
Belangrijk: Als de wethendel na het wetten
niet in de "F"-stand wordt gezet, zullen de
maaidekken niet omhoog komen of naar
behoren werken.
2. Toerenregelaar van
messenkooien
Stalling
Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet u
eerst de volgende handelingen verrichten:
1. Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel
verwijderen. De messenkooien en de snijplaten
slijpen als dit nodig is; zie de Gebruikershandleiding
van het maaidek. De snijplaten en de messen van
de messenkooien met een roestwerend middel
behandelen. Alle smeerpunten smeren of oliën; zie
Smering.
2. Blokken onder wielen plaatsen om de wielgewichten
te verwijderen.
3. De hydraulische vloeistof aftappen en verversen en
het filter vervangen. Tevens hydraulische leidingen
en aansluitingen controleren. Vervangen als dit
nodig is; zie Hydraulische vloeistof verversen en
filter vervangen en Hydraulische slangen en leidingen
controleren.
4. Alle brandstof aftappen uit de brandstoftank. Laat
de motor lopen totdat deze afslaat door gebrek
aan benzine. Vervang het brandstoffilter: zie
Brandstoffilter vervangen.
5. Tap de olie uit het carter af terwijl de motor nog
warm is. Bijvullen met verse olie; zie Motorolie
verversen en filter vervangen.
6. Bougies verwijderen. Giet ongeveer 30 ml SAE 30
olie in de cilinders en laat de motor langzaam draaien
om de olie over de cilinderwand te verspreiden.
Vervang de bougies; zie Bougies vervangen.
7. Vuil en maaisel verwijderen van de cilinder,
de koelribben van de cilinderkop en de
ventilatorbehuizing.
8. Accu verwijderen en volledig opladen. U moet de
accu apart opslaan of in het voertuig laten zitten. De
accukabels mogen niet aangesloten zijn op de accu
als u deze in de machine laat zitten. Sla de accu op in
een koele omgeving om te voorkomen dat de accu
snel ontlaadt.
9. Indien mogelijk moet u de accu opslaan op een
warme, droge plaats.
45