systeem te ontluchten. Zet de motor af en controleer
nogmaals het vloeistofpeil.
5. U moet de vloeistof en het filter op de juiste wijze
afvoeren.
Opmerking: Als het alarm van de lekdetector
klinkt, draait u het sleuteltje op Uit en wacht u een
paar minuten totdat het vloeistofpeil in de tanks
gelijk is. Controleer nogmaals het vloeistofpeil en vul
indien nodig vloeistof bij.
Hydraulische slangen en
leidingen controleren
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan door de huid heen dringen en letsel
veroorzaken.
• Controleer of alle hydraulische slangen
en leidingen in goede staat verkeren
en alle hydraulische aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat
u druk zet op het hydraulische systeem.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van
kleine lekgaten of spuitmonden waaruit
onder hoge druk hydraulische vloeistof
ontsnapt.
• U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
• Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden
gaat verrichten aan het hydraulische
systeem.
• Waarschuw onmiddellijk een arts als er
hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de
huid.
Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en
slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage,
loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden
en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke
reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik
neemt.
Onderhoud van maaidek
Wetten
Contact met de messenkooien of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Houd vingers, handen of kleding uit de
buurt van de messenkooien of andere
bewegende onderdelen.
• Probeer de messenkooien nooit met uw
handen of voeten te draaien of aan te raken
terwijl de motor draait.
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2. Ontgrendel de stoel en til deze omhoog zodat u bij
de bedieningsorganen kunt komen.
3. Stel het contact tussen de messenkooi en de snijplaat
af en zorg ervoor dat dit geschikt is voor het wetten
bij alle maaidekken; zie de Gebruikershandleiding van
het maaidek.
Wanneer u het toerental van de motor tijdens
het wetten verandert, kunnen de messenkooien
tot stilstand komen.
• Verander nooit het motortoerental tijdens
het wetten.
• Wet de messenkooien uitsluitend als de
motor stationair loopt.
4. Start de motor en laat deze op een laag stationair
toerental lopen.
5. Zet de wethendel in de stand "R" (Figuur 60).
6. Draai de toerentalregeling van de messenkooien op
instelling 1 (Figuur 60).
44