Maaistand en kom overeind uit de bestuurdersstoel.
Als de motor afslaat, betekent dit dat het
veiligheidssysteem naar behoren werkt. Verhelp het
probleem als het systeem niet naar behoren werkt.
5. Neem plaats op de bestuurdersstoel, trap
het tractiepedaal in de neutraalstand, zet de
schakelhendel in de neutraalstand en stel de
parkeerrem in werking. Start de motor. Beweeg de
bedieningshendel van de hefinrichting naar voren
om de maaidekken neer te laten. De maaidekken
mogen niet gaan draaien. Als dit wel het geval,
werkt het veiligheidssysteem niet naar behoren.
Verhelp het probleem.
Lekdetector controleren
Met de lekdetector kunt u vroegtijdig een lek in het
hydraulische systeem ontdekken. Als het vloeistofpeil
in de hoofdtank van het hydraulische systeem met
118-177 ml is gedaald, gaat de vlotterschakelaar in de
tank dicht. Na een seconde klinkt het alarm om de
bestuurder te waarschuwen (Figuur 29). Tijdens het
gebruik van machine zal de vloeistof gewoonlijk warm
worden en uitzetten, waardoor de vloeistof naar de
hulptank zal stromen. De vloeistof kan terugstromen
naar de hoofdtank als het contactsleuteltje op UIT is
gedraaid.
Figuur 27
Voor de start (vloeistof is koud)
1. Dop van vulbuis
2. Vulbuis
3. Overloopbuis
4. Kijkglas
5. Elektromagnetische
retourklep open
6. Vlotterschakelaar open
7. Geen geluid
8. Vloeistofpeil (koud)
Normaal gebruik (olie is warm)
1. Elektromagnetische
retourklep dicht
2. Vlotterschakelaar open
1. Vlotterschakelaar dicht
Vloeistofpeil gedaald met
118-177 ml
2. Waarschuwingszoemer
Werking van het systeem controleren
1. Draai het contactsleuteltje op Aan, beweeg de
schakelaar van de lekdetector naar achteren en houd
deze vast. Na één seconde moet het alarm klinken.
2. Laat de schakelaar los.
Werking van de lekdetector controleren
1. Draai het contactsleuteltje op AAN. Start de motor
niet.
2. Verwijder de dop en de zeef van de hydraulische
tank van de vulbuis van de tank.
26
Figuur 28
3. Waarschuwingszoemer
4. Vloeistofpeil (warm)
Figuur 29
Lekalarm!
3. Vloeistofpeil (warm)